Het begint 13,8 miljard jaar geleden met een enorme explosie. Na deze oerknal bestaat het universum volledig uit heet plasma . Het heelal zet uit en koelt daardoor af. Zo'n 380 duizend jaar na de oerknal is het heelal zo ver afgekoeld dat elektronen en protonen samen waterstof atomen kunnen vormen.
De meeste sterrenkundigen geloven dat het heelal met een oerknal (Big Bang) is begonnen, zo'n 14 miljard jaar geleden. Het hele heelal zat toen in een belletje dat duizenden keren kleiner was dan een speldenknop. Het was heter en zwaarder dan alles wat we ons maar kunnen voorstellen.
Fysicus Roger Penrose heeft bewijs gevonden dat er voor de oerknal een universum was, en daarvoor nog een universum. Kortom: de oerknal was niet het begin. Penrose verwacht dat de uitbreiding van het universum ooit stopt, aldus PopSci. Het heelal dijt continu uit, waardoor een zwarte leegte ontstaat.
Het heelal is ontstaan uit een enkele explosie die bekend staat als de Big Bang. Deze explosie vond ongeveer 13,8 miljard jaar geleden plaats en zette het universum in gang. Op dat moment was het heelal zeer dicht en heet, en bestond het voornamelijk uit een enkele oersoep van subatomaire deeltjes.
Je zou dus denken dat het waarneembaar heelal een diameter van 27,6 miljard lichtjaar zou moeten hebben. Echter omdat het heelal al die tijd bezig is met uitzetten, is de diameter veel groter en die wordt geschat op 93 miljard lichtjaar.
Je kunt zelfs geen ruimteschip bouwen om erheen te vliegen. Want het heelal dijt ondertussen ook uit, groeit steeds groter. Het gebied waaruit licht ooit 13,8 miljard jaar geleden richting ons vertrok, destijds op 13,8 miljard lichtjaar afstand, ligt daardoor inmiddels al 45,7 miljard lichtjaar bij ons vandaan.
Sterrenstelsels, zoals de Melkweg, worden door de onderlinge zwaartekracht bijeengehouden in clusters, en die vormen samen weer superclusters. Met een diameter van 1 miljard lichtjaar is de BOSS Great Wall het grootste object dat ooit is waargenomen.
Een fascinerende vraag, en het antwoord is minstens zo fascinerend: de oerknal vond overal plaats. Er is geen specifieke plek aan te wijzen voor de big bang, want dan zou je ervan uitgaan dat de oerknal in het universum plaatsvond. Dat is niet correct, het uitdijen van het universum zelf ís de oerknal.
Groter dan de Melkweg
Maar hoe groot was het heelal kort na de oerknal? Ongeveer drie jaar na de oerknal was de radius van het waarneembare universum 100.000 lichtjaar. Dat is de diameter van ons Melkwegstelsel. Toen het heelal een seconde oud was, had het universum een radius van tien lichtjaar.
Met wat we nu weten ziet het er naar uit dat het heelal eeuwig expandeert. De temperatuur van het heelal daalt steeds verder tot het absolute nulpunt. Uiteindelijk gaat de laatste ster uit en is het laatste zwarte gat verdampt: het wordt donker. En de inhoud van het heelal verdunt steeds verder: het wordt leeg.
Grondlegger van de oerknaltheorie is de Leuvense hoogleraar en priester dr.Georges Lemaître. De term 'big bang' werd voor het eerst door Fred Hoyle in 1950 gebruikt als een denigrerende aanduiding om zijn afkeer van de theorie tot uitdrukking te brengen.
Het heelal, 300.000 jaar na zijn ontstaan: het bevat gewone materie, bestaande uit een mengsel van driekwart waterstof en één kwart helium. daarnaast zit het letterlijk vól met fotonen (straling); voor elk atoom zijn er meer dan een miljard fotonen. de temperatuur is ongeveer 3000 graden.
Nee, het heelal is onbegrensd en waarschijnlijk zelfs oneindig uitgestrekt. Langer antwoord: De nieuwste sterrenkundige waarnemingen doen vermoeden dat het heelal oneindig uitgestrekt is. Dat betekent dat het zeker geen rand heeft.
Men denkt dat het heelal ongeveer zestien miljard jaar geleden is ontstaan uit een enorme explosie. Deze explosie noemen we ook wel de Grote Knal, of de Big Bang. Voor de Big Bang zat al het materiaal en alle energie in één klein gebiedje (een punt). Door deze explosie werd al het materiaal de ruimte ingeslingerd.
Het leven op aarde ontstond zo'n vier miljard jaar geleden. De eerste twee miljard jaar bestond dat leven enkel uit kleine, relatief simpele eencellige wezens. De cellen van deze bacterieachtige wezens, die prokaryoten worden genoemd, bevatten relatief weinig DNA en hadden geen celkern waarin dat DNA was opgeslagen.
De aarde is zo'n 4,5 miljard jaar geleden ontstaan, tegelijkertijd met de zon en de rest van het zonnestelsel. De oudste fossiele aanwijzingen voor het bestaan van leven zijn 3,5 miljard jaar oud. Pas zo'n 600 miljoen jaar geleden maakt het aardse leven voor het eerst een snelle ontwikkeling door.
Van 96 procent van het heelal weten we niet waaruit het bestaat. Wel is bekend dat het om twee verschillende 'ingrediënten' moet gaan: onzichtbare materie (22%) en iets waarvoor we geen betere naam hebben dan 'donkere energie' (74%).
Schattingen van hoeveel vormen (en dus hoeveel universa) er mogelijk zijn, lopen nogal uiteen. Soms wordt het getal 10 tot de macht 500 genoemd (oftewel: een 1 met 500 nullen). Maar ook wel eens veel meer, of veel minder. Eigenlijk zijn zelfs snaarwetenschappers onderling het er niet over eens.
De oerknal is een theorie over het ontstaan van het heelal bijna 14 miljard jaar geleden vanuit een extreem volgepakte, hete klomp energie en materie. Tijdens de oerknal breidde die klomp zich met een onvoorstelbaar grote kracht en snelheid uit, waardoor ruimte, tijd en het heelal zoals we dat nu kennen werden gevormd.
Het heelal of universum in de astronomie, ofwel de kosmos in de kosmologie, zijn synoniemen voor alle materie en energie binnen het gehele ruimtetijd-continuüm.
Wetenschappers hebben het oudste object in het heelal gevonden. Het gaat om een sterrenstelsel dat 600 miljoen jaar na de oerknal is ontstaan.
Licht is het snelste wat er bestaat, maar zelfs de lichtsnelheid is begrensd, op ongeveer 300.000 kilometer per seconde. Een lichtstraal die van de ene kant van de Melkweg naar de andere reist, doet daar al zo'n honderdduizend jaar over.
De mate waarin het heelal uitdijt, noemt men de Hubble-constante, en die bedraagt volgens de nieuwe berekeningen 73,2 km per seconde per megaparsec (3,26 miljoen lichtjaar). Dat is sneller dan het aanvankelijk berekende tempo, afgeleid van metingen van het universum kort na de Oerknal.
Het heelal heeft geen middelpunt
Er is dus geen 'midden van het ballonoppervlak'. Hetzelfde geldt voor de ruimte in ons heelal: je kunt niet 'het middelpunt van het heelal' aanwijzen, waarvandaan alles uitdijt. Zo'n centrum bestaat dus niet.