Rendieren kunnen wel twee meter groot worden en wegen 200 kilo. Gemiddeld worden ze 12 jaar oud. Kuddes Mensen houden kuddes rendieren voor vlees, melk en kaas. Ze gebruiken ook hun huiden en geweien.
Rendieren paren in oktober. Dit noemen we de bronstperiode. De bokken (mannetjes) vechten onderling om de hindes (vrouwtjes). Vaak is het zo dat de bok met het grootste gewei wint.
Rendieren eten vooral korstmos, dat gevormd wordt door samenleving of symbiose van een schimmel en algen. Als de toendra bedekt is met sneeuw en ijs, weten de dieren dit met hun hoeven te verwijderen om zo dit diepgevroren voedsel te bereiken.
Rendieren behoren tot de hertachtigen. Het vrouwtje wordt een hinde genoemd, het mannetje een bok. Bijzonder aan deze hertensoort is dat zowel de bokken als de hindes een gewei dragen. Volwassen mannetjes hebben het grootste gewei.
Zij leven bijna volledig van het rendier. Ze melken de koeien en drinken de melk. Van de melk maken ze ook kaas. Ze eten het vlees van de rendieren en het bloed drinken ze als het nog warm is, onmiddellijk na het slachten.
Stap in de slee en laat je rondrijden door je eigen rendier! Rendieren vinden het heerlijk om rond te rennen door de sneeuw in Lapland. Ze rijden je daarom graag rond in hun prachtige leefomgeving. Je kunt zelfs speciale (noorderlicht)tochten doen.
Rendieren zijn de enige herten waarbij zowel de mannetjes als de vrouwtjes een gewei dragen. Het is geen toeval dat het mannetje zijn gewei nu al heeft afgeworpen, terwijl de vrouwtjes dit pas een tijdje later doen.
Jachtluipaard
Het jachtluipaard, ook wel cheeta genoemd, is met 105 km/u met afstand het snelste landdier op aarde. Hij gebruikt zijn snelheid om onder andere gazelles te vangen.
Zo lopen sommige rendieren meer dan 5000 kilometer per jaar en kunnen ze wel 80 kilometer per uur rennen. “Zowel het mannetjes als het vrouwtje heeft een gewei.”
Rendieren zijn zwervers. Ze leven in kuddes van soms wel 1000 dieren.
Het verhaal van de kerstman kennen we allemaal. Een oude man met een lange, witte baard, die op de Noordpool woont. En die daar – samen met zijn elfjes – alle cadeautjes voor alle kinderen over de hele wereld opslaat. Om ze vervolgens op kerstavond te bezorgen met zijn slee, getrokken door acht vliegende rendieren.
De ree verblijft overdag vaak in zijn “leger”, dit is de naam van de slaapplaats. Deze is vaak te herkennen aan een ovale plek onder de boom, alsof iemand hier de grond heeft staan harken. Soms heeft de ree zijn “leger” in een kuil of onder een omgevallen boom.
Rendieren behoren tot de herten. In tegenstelling tot antilopen die horens op kun kop dragen, hebben herten een gewei op hun kop. Zo'n gewei is van botmateriaal, het is vertakt en wordt ieder jaar afgeworpen.
Het verschil tussen een rendier en hert is erg klein. Een rendier is namelijk een hertensoort. Een van de belangrijke verschillen waaraan je een rendier herkent is het rendiergewei. Zo is het de enige hertensoort waarbij zowel de mannetjes als de vrouwtjes geweien dragen.
Langer antwoord:
Sneller reizen dan een lichtstraal is dus niet mogelijk. Aan de andere kant is in het verleden wel meer voor onmogelijk gehouden. Wetenschap is nooit af, en het is niet uitgesloten dat er in de toekomst toch nog wat gesleuteld moet worden aan theorieën zoals die van Einstein.
De Pacifische zeilvis is ook het snelste waterdier, met snelheden geregistreerd tot 109 km/h.
“Een luipaard kan supergoed zwemmen. Hij eet soms zelfs vis of krab!”
Rond de zomer zijn de nieuwe geweien (zowel de spiesgeweien als de oudere vertakte geweien) volgroeid en gaat de basthuid loszitten en jeuken. Edelherten vegen dit eraf door tegen bomen aan te schuren met hun gewei. Hierbij komt er bloed en boomsap vrij die het gewei een bloederig uiterlijk geeft.
Tot z'n twaalfde jaar kan het steeds groter en zwaarder worden, maar behoudt altijd dezelfde basisvorm. Hierdoor is het mogelijk de herten van jaar tot jaar te herkennen aan het gewei. De aantallen enden aan een gewei zegt niets over de leeftijd.
Als het dier Ă©Ă©n jaar oud is, is er al duidelijk een gewei te zien. Het gewei van een edelhert begint te groeien als een edelhert negen maanden oud is. Als het dier Ă©Ă©n jaar oud is, is er al duidelijk een gewei te zien. Aan het eind van de winter valt het gewei af.
Ze komen voor op het noordelijk halfrond. Ze leven op de toendra's en in de meest noordelijk gelegen bossen in Scandinavië en Rusland. Ook buiten Europa in Alaska, Groenland en Azië kom je ze tegen. Rendieren kunnen goed tegen kou want ze hebben een heel dikke vacht.
In het Zweeds heet het rendier ren of rendjur, in het Noors rein of reinsdyr. Ren (of rein) heeft niks met rennen 'hardlopen' te maken: het woord gaat terug op een woord dat 'hoorn' betekende. Het rendier is dus genoemd naar zijn gewei. In juni 1596 deden Nederlandse schepen voor het eerst Spitsbergen aan.
Het rendier is er in twee verschillende soorten: het toendrarendier en het bosrendier, die ook weer onder te verdelen zijn in verschillende ondersoorten. Het toendrarendier leeft afwisselend in de toendra en in het bos. Het bosrendier leeft in boreale bossen en is goed bestand tegen hevige koude.