Begin bij het begin
De 'standaard' manier van schrijven is heel simpel. Je begint bij de eerste zin en schrijft door tot de laatste. Handig voor als je het verhaal al goed in je hoofd hebt zitten of als jouw tekst ook chronologisch opgebouwd is.
Je moet ervoor zorgen dat de inleiding pakkend is. Je wilt immers bereiken dat de lezer verder leest. In de eerste alinea maak je de lezer nieuwsgierig met behulp van: – de actualiteit; – de geschiedenis; – een voorbeeld/anekdote; – het aangeven van het belang voor de lezer.
In het slot kom je terug op de in de inleiding gestelde vraag of gegeven probleemstelling. Je kan een korte samenvatting geven, je conclusie geven, een afweging maken, een oproep of aanbeveling doen of je verwachtingen uitspreken. Kies de afronding die bij je tekst past.
Naast lichaamstaal zijn er nog andere zaken waaruit een selecteur kan opmaken dat je enthousiast bent over een functie: Je hebt je verdiept in de organisatie en de functie. Je stelt vragen over de organisatie, de afdeling en de functie waardoor je laat zien dat je actief onderzoekt of de functie bij je past.
Begin niet met 'ik', want dan leg je de nadruk te veel op jezelf. Natuurlijk zit er in die adviezen een kern van waarheid, maar we moeten vooral niet vergeten dit soort schrijfregels regelmatig aan onze laars te lappen. Een tekst wordt beter naarmate je meer afwisselt.
Zo schrijf je een korte tekst:
Vertel eerst het belangrijkste. Daarna geef je meer informatie over het hoe en waarom. Verdeel je tekst in alinea's. Daar wordt de tekst overzichtelijker van.
De tekstschrijver is verantwoordelijk voor het produceren van alles wat met tekstuele zaken te maken heeft. De tekstschrijver kan zowel gespecialiseerd zijn in een bepaald onderwerp als meer in algemene zin opgeleid om teksten van velerlei aard te kunnen schrijven, ongeacht de opdrachtgever.
De valkuil van enthousiasme
Dat zal gebeuren wanneer je als overdreven uitbundig overkomt op anderen. Of wellicht ben je soms overweldigend. De omgeving wil je dan temperen. Eigenlijk zegt men: 'doe niet zo onstuimig' en 'reageer eens wat nuchterder'.
Passie en geloof
Mensen met passie zijn per definitie interessant. Als jij zelf enthousiast bent over wat je overdraagt, of anderen leert, dan moet je dat laten zien. Ook jouw geloof in het belang van het onderwerp mag je uitstralen. Dit geloof en dit enthousiasme zorgt ervoor dat je serieus genomen wordt.
Klassieke voorbeelden van een slotzin
Gebruik deze klassieke slotzinnen als eventuele inspiratie: Wij vertrouwen erop u hiermee van dienst te zijn geweest. Vertrouwende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Wij zien uw antwoord met belangstelling tegemoet.
Wat moet je niet doen? Stel in het slot niet een nieuw deelonderwerp aan de orde. Sluit niet af met clichés als 'De tijd zal het leren' of 'Het is een lastige kwestie en zal dat nog lang blijven. Zet geen 'Einde' onder de tekst.
De kernzin van een alinea is de zin die de hoofdgedachte van de alinea bevat. Vaak is de eerste zin van de alinea de kernzin, maar ook de tweede zin of de laatste zin van de alinea kan kernzin zijn. Een enkele keer staat de kernzin in het midden van de alinea.
Om de verschillende deelonderwerpen te onderscheiden, kun je letten op de witregels en tussenkoppen. Als deze er niet zijn, kijk je naar kernzinnen. Het laatste deel van een tekst wordt het slot genoemd. Het slot herhaalt meestal het belangrijkste uit de tekst.
De hoofdgedachte van een tekst is de belangrijkste gedachte die de schrijver over het onderwerp heeft. Een hoofdgedachte bestaat uit één of twee zinnen. Het kunnen vinden van de hoofdgedachte van een tekst is belangrijk bij het oefenen van begrijpend lezen.