Als de hoek van de aardas klein is, krijgen de hogere breedtegraden minder warmte van de zon en daalt daar de temperatuur. 120.000 jaar geleden draaide de aarde in een lange baan rond de zon en maakte de aardas een kleine hoek. We zaten toen in een extreem koude ijstijd.
Nu leven we weer in een tussen-ijstijd: het Holoceen. Klimatologen verwachten dat dit interglaciaal over ongeveer tienduizend jaar afloopt: er staat dan weer een nieuwe ijstijd voor de deur.
Deze wordt opgedeeld in twee tijdvakken: Het Pleistoceen en het Holoceen (waarin wij ons momenteel bevinden). De laatste ijstijd, genaamd het Weichseliaan, eindigde ongeveer 10 000 jaar geleden.
Hoe zag Nederland eruit? Tijdens het maximum lag er boven het noorden van Nederland dus een laag ijs. In de rest van het land, en ook in Noord-Nederland voor en na het maximum, was sprake van een toendraklimaat. Er groeiden geen bomen en grote struiken, maar alleen kleine struikjes, grassen en mossen.
Zo stellen ze dat de Kleine IJstijd werd veroorzaakt door een uitzonderlijke grote uitstroom van zee-ijs dat in de jaren 1300 vanuit de Noordelijke IJszee naar de Noord-Atlantische Oceaan voer. En hierdoor koelde de wereld – op sommige plekken sterker dan op andere – af.
Neanderthalers en mammoeten
Delen van Nederland waren bedekt met een dikke laag ijs. Er leefden wel mensen, de neanderthalers. Dit volk leefde van dieren waarop ze jaagden met pijl en boog en puntige priemen van steen. Ze jaagden vooral op de mammoet.
Gemiddelde temperatuur
Gemiddeld lag de temperatuur in de Kleine IJstijd in ons land zo'n 1 tot 2 graden onder de temperaturen van tegenwoordig. In de Grote IJstijden lag de jaargemiddelde temperatuur in West-Europa rond minimaal 15 graden.
Ongeveer 140.000 jaar geleden schoven honderden meters dikke ijsmassa's vanuit Scandinavië op tot in het midden van ons land. In Noordoost Twente drukte de ijsmassa de bevroren grond soms wel 200 m omhoog. Daarna trok het ijs verder over deze stuwwallen heen.
De laatste ijstijd begon ongeveer 115.000 jaar geleden en eindigde ruim 10.000 jaar geleden. Tussen 115.000 en 130.000 jaar geleden was het klimaat warm. Die periode is vergelijkbaar met nu qua temperatuur. De één-na-laatste ijstijd was zó koud dat gletsjers uit Scandinavië ook Nederland bedekten.
IJstijden duren ruwweg 90.000 jaar en worden afgewisseld met kortere warme perioden. De warme perioden duren tussen enkele duizenden jaren tot meer dan tienduizend jaar bij de huidige piek. Maar er komt onherroepelijk een einde aan. Dan breekt een lange ijstijd aan en groeien de aardse ijskappen flink.
De ijstijden duurden gemiddeld ongeveer 80.000 jaar glaciaal en interglacialen ongeveer 20.000 jaar. Maar ook tijdens een glaciaal was het zeker niet voortdurend zeer koud. Een korte periode in een ijstijd waarin het relatief koud was, wordt een stadiaal genoemd.
Onderzoekers ontdekten dat de temperatuur van de laatste ijstijd ongeveer 7,8 graden Celsius was, wat kouder is dan wetenschappers tot nu toe schatten.
Waren er alleen ijstijden in Europa? Nee, ook in Noord-Amerika en Azie.
De dierenwereld
In Nederland leefden verschillende dieren tijdens de ijstijd. Paarden, herten, wolven, vogels, vissen, hyena's, marmotten, sneeuwuilen en poolvossen. Maar ook mammoeten, wolharige neushoorns en sabeltandtijgers. Die zijn nu uitgestorven.
Tijdens deze ijstijd bereikte het landijs Nederland: het ijs reikte tot de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Langs deze lijn en ook ten noorden vinden we uitgesproken vormen in het landschap die in die periode gevormd zijn. Vormen die door het landijs in het Saalien zijn ontstaan.
Neanderthalers waren de mensen die in de ijstijd leefden. Ze leefden in Europa tijdens de laatste twee ijstijden: het Saalien en het Weichselien.
Ice Age is een Amerikaanse computeranimatiefilm uit 2002 onder regie van Chris Wedge en Carlos Saldanha.
In de tussen-ijstijden ging de temperatuur naar omhoog, met een gematigd warm klimaat en waren winters met tempraturen rond tot net onder het vriespunt en trokken de ijskappen zich terug naar het noorden, om even later - als het weer koud werd - terug te keren en winters opnieuw extreme koude kenden met ...
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Door hun korte en gedrongen lichaamsbouw konden ze goed overleven in de koude winters; hun lichaam verloor immers minder warmte. Ook aten ze bijna alleen maar vlees; enkel gras en dennenbomen overleefden in de ijstijd. De ijstijd was ook de periode waarin de eerste kunst in Europa ontstond; de grotkunst.
Miljoenen jaren geleden leefden er dinosaurussen op aarde. Er waren toen nog geen mensen. Daarna leefden er vanaf de ijstijd dieren als de mammoet, de sabeltandtijger en de wolharige neushoorn. Je noemt dit prehistorische dieren, want prehistorie betekent ook: geschiedenis van héél lang geleden.
De reuze-luiaards waren absoluut te groot om in bomen te leven! Ze kwamen voor in zowel Noord als Zuid-Amerika en aten voornamelijk planten. Het waren dus herbivoren.
Niets of bijna niets heeft de ijstijd overleefd. Er zijn verschillende ijstijden geweest, meestal rekent men 4 grote ijstijden en dus 3 periodes er tussen (de interglacialen) en één er na: het holoceen, de tijd waarin wij leven.
Nieuw onderzoek bewijst dat sommige bomen de IJstijd dapper doorstonden en er zelfs heelhuids uitkwamen. Wetenschappers dachten altijd dat de laatste IJstijd Scandinavië van alle bomen had ontdaan. Zo'n 9000 jaar geleden – toen de IJstijd erop zat en het weer wat milder werd – kwamen de bomen terug.
De term glaciaal wordt gebruikt om koude periodes binnen een ijstijd aan te duiden, waarin het landijs zich significant uitbreidde. Glacialen worden verondersteld enkele duizenden jaren te hebben geduurd. De koude glacialen worden afgewisseld met warmere interglacialen.