Omdat de lokale bevolking hun eigen taal sprak, werd besloten dat er een universele taal moest komen. Door de toenemende handel werd communicatie belangrijker dan ooit te voren. Omdat het Engels in alle uithoeken van de wereld al werd gesproken, groeide het uit tot wereldtaal.
Een wereldtaal heeft meestal de volgende kenmerken: Het gebruik ervan strekt zich (ver) uit voorbij geografische grenzen. Het gebruik ervan is ook frequent buiten wat als het eigenlijke taalgebied van de betrokken taal wordt beschouwd. De taal is een officiële taal in een of meer staten waar zij niemands moedertaal is.
Het Proto-Indo-Europees is de gemeenschappelijke voorouder van bijna alle huidige Europese talen én van allerlei talen die in India en Iran worden gesproken. Waarschijnlijk is de Indo-Europese taalfamilie zo'n 8.000 jaar geleden in Turkije ontstaan. Vanuit daar hebben de talen zich over Europa en Azië verspreid.
24 miljoen Nederlandstaligen
Daarmee is het Nederlands een van de 40 meest gesproken talen in de wereld. Als je bedenkt dat er wereldwijd meer dan 6000 talen gesproken worden, dan scoort het behoorlijk hoog. Niet alleen daarom, ook om allerlei andere redenen is het Nederlands een wereldtaal.
Het Mandarijn is de meest gesproken taal in de wereld tot nu toe, met 1,120 miljard moedertaalsprekers.
Toch wordt het wereldwijd door meer dan 24 miljoen personen gesproken. Hiermee is het de meest gesproken taal ter wereld die nauw verwant is aan het Engels. Met andere woorden, het Nederlands lijkt van alle talen het meest op de Engelse taal.
Niemand heeft de woorden "uitgevonden". Het is bv. niet zo dat op een bepaalde dag iemand gedacht heeft: "Vanaf vandaag zullen we deze woorden gebruiken in het Nederlands". Woorden ontstaan op een andere manier.
Verschillende talen hanteren verschillende regels. Er zijn echter ook enkele regels die voor alle talen ter wereld opgaan: Alle talen maken gebruik van kleine elementen (bijvoorbeeld lettergrepen en woorden) als bouwstenen voor een groter geheel. Alle gesproken talen hebben klinkers en medeklinkers.
Het woordje 'hè?' wordt waarschijnlijk universeel gebruikt over de hele wereld. Dat blijkt uit een nieuwe studie van drie taalwetenschappers uit Nijmegen. De sprekers van tenminste tien talen op vijf verschillende continenten gebruiken het woord 'hè?
Volgens het Guinness Book of Records zijn de moeilijkste talen het Tabassaran in de Kaukasus omdat deze taal maar liefst 48 naamvallen kent; de Noord-Amerikaanse indianentaal Haida, die met 70 de meeste voorvoegsels ter wereld heeft; Amale uit Papoea-Nieuw-Guinea, de taal met de meeste werkwoordsvormen: meer dan 69.000 ...
1. Engels (1,132 miljoen sprekers) Net als Latijn of Grieks vroeger, is Engels vandaag de dag de universele taal.
Esperanto is een bedachte taal die in 1887 gemaakt werd zodat mensen uit alle landen met elkaar konden praten. Een internationale taal dus. Esperanto heeft een eenvoudige grammatica, zodat mensen het makkelijk kunnen leren. De klanken zijn een mengelmoes van Europese talen.
Mamihlapinatapai (ook wel gespeld als mamihlapinatapei) is een woord dat afkomstig is uit het Yaghan, een taal die gesproken werd op Vuurland. Het wordt beschouwd als een van de moeilijkste woorden om te vertalen.
In die lijst komt Engels wel op de eerste plaats, gevolgd door Mandarijn, Hindi en Spaans.
Veel kinderen bedenken een eigen taaltje met vooral zelfverzonnen woorden. Maar er zijn ook volwassenen die nieuwe talen maken, inclusief klankleer en grammatica. Denk maar aan Zamenhof, de bedenker van het Esperanto, of Tolkien, die kunsttalen bedacht voor verschillende volkeren in het fictieve Midden-aarde.
Allereerst natuurlijk een woordenschat, maar ook een grammatica die preciseert hoe je van losse woorden zinnen maakt, en een klankleer die vertelt hoe de woorden en de zinnen worden uitgesproken. Sommige taalmakers gaan nog een stap verder en bedenken ook de cultuur waarin de taal gesproken wordt.
Er zijn fundamenteel twee factoren die lexicale gelijkenissen tussen verschillende talen kunnen verklaren: (a) historische verwantschap, dus genetische factoren en (b) culturele factoren. Talen diversifiëren in de tijd, wat betekent dat heel wat talen een gemeenschappelijke voorouder hebben of proto-taal.
“Duh”. Volgens Bart de Boer, taalkundige van de Universiteit van Amsterdam, was dit waarschijnlijk het eerste woord van de mens. Door archeologisch onderzoek te combineren met hedendaagse experimenten hoopt hij te ontdekken hoe mensen met elkaar leerden praten.
Na wad zijn de oudst bekende woorden volgens Van der Sijs twee (tussen 222 en 235 opgetekend met het woord Tuihanti, het huidige Twente) en trecht ('overvaart', 'doorwaadbare plaats', genoteerd in het jaar 300 met de plaatsnaam Traiecto, nu Utrecht).
De echte eerste woordjes
Na het allereerste woordje (vaak 'mama' of 'papa') volgen vaak snel meer woordjes, bijvoorbeeld 'bal' of 'au'. Je kleine ontdekt dat hij door middel van zijn woordjes en geluidjes dingen duidelijk kan maken.
Engels. Het zal je niet verbazen dat Engels over het algemeen gezien wordt als de makkelijkst te leren taal.
Arabisch wordt beschouwd als de moeilijkste taal ter wereld en een van de moeilijkste talen om te leren voor Engels sprekenden. De meeste letters in het Arabisch hebben vier verschillende vormen. Het kiezen van de juiste letters is afhankelijk van de plaats waar de letter in een woord staat.