In een bol om de kern fuseert waterstof tot helium. Als dat gebeurt, zwelt de ster sterk op en wordt hij vele malen groter. De temperatuur aan het oppervlak van de ster daalt echter, waardoor hij van kleur verandert. Vanwege zijn rode gloed spreken we van een rode reus.
Maar ook planeten verder weg hebben van die rode reus te vrezen. Als de ster zo groot was als de zon, worden alle planeten tot een afstand van ongeveer vijf astronomische eenheden naar de rode reus getrokken. In ons zonnestelsel zullen daardoor ook Mars en Jupiter in de opgezwollen zon verdwijnen.
Een ster bereikt haar eindstadium wanneer haar interne brandstof op is. In de beginfase gebruikt ze waterstof, daarna helium, en op het einde de zwaardere chemische elementen. Als de brandstof opraakt, produceert de ster niet meer genoeg energie en worden er geen kernreacties meer veroorzaakt.
Meer over witte dwergen
Als een ster ouder wordt, valt de waterstoffusie in de kern van de ster stil en zwelt deze op. Dan ontstaat een rode reus. Wanneer de ster vervolgens zijn buitenste lagen gas en stof weg blaast, trekt de kern samen en blijft een witte dwerg over. De ster is aan het einde van zijn leven gekomen.
Van de momenteel bekende witte dwergen is de gemiddelde massa ca. 0,6 zonsmassa; de zwaarste heeft 1,33 keer de zonsmassa. Het volume van de bekende witte dwergen varieert van 0,8% tot 2% van dat van de zon.
Een witte dwerg is een astronomische term voor een ster die aan het einde is van zijn levenscyclus en waar dus geen kernreacties meer in plaatsvinden. Door hun geringe helderheid heeft men deze kleine objecten niet altijd kunnen waarnemen.
De zon is ontstaan uit het samenkrimpen van een grote interstellaire gaswolk onder invloed van haar eigen zwaartekracht. De gaswolk bestond voor het grootste deel uit waterstof (H) en helium (He), de meest voorkomende elementen in het heelal.
Volgens wetenschappers is Aarde ongeveer 4,57 miljard jaar geleden ontstaan, gelijk met andere planeten en de zon in ons zonnestelsel. De zon is 120 keer zo groot als Aarde. We zijn op Aarde ongeveer 150 miljoen kilometer van de zon verwijderd. Aarde heeft één maan.
Volgens de meeste voorspellingsmodellen voor deze objecten bestaan neutronensterren bijna geheel uit neutronen; in een neutronenster zullen de elektronen en protonen uit normale materie in deze extreme omstandigheden tot bijna alleen maar neutronen combineren.
Een neutronenster ontstaat als een zware ster explodeert. Wat achterblijft is een heel compacte neutronenster die razendsnel roteert (RX J0806. 4-4123 heeft maar 11 seconden nodig om een rondje rond de as te voltooien).
Ongeveer een week lang schijnt de supernova helderder dan alle andere sterren in haar sterrenstelsel. Daarna dooft ze heel snel. Alles wat overblijft is een heel klein, dicht voorwerp - een neutronenster of een zwart gat - omgeven door een uitdijende wolk van zeer heet gas.
De kleur van een ster verwijst naar zijn oppervlaktetemperatuur. Een rode ster is relatief koel met een oppervlaktetemperatuur van minder dan 3.000 graden Celsius. Onze zon is een gele ster: op het oppervlak heerst een temperatuur van meer dan 6.000 graden. En blauwe sterren zijn de heetste, 10.000 graden en meer.
Als het helder is kan je ze goed zien als glinsterende puntjes in het donker, maar we zien maar één van die sterren alleen overdag. Dat is de zon. Heel groot en heel dichtbij. Toch is de zon maar een klein sterretje vergeleken met de andere sterren in het heelal.
Over het algemeen is het zo dat hoe groter het ras, hoe minder oud die wordt. Zo wordt een Vlaamse reus of Franse hangoor vaak maximaal 6 jaar oud, terwijl een dwergkonijntje makkelijk 2x zo oud kan worden.
VY Canis Majoris (VY CMa) is een type M superreus of hyperreus in het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major). Het is een van de grootste sterren die in het heelal zijn ontdekt. De straal van de rode ster is ongeveer 1420±120 maal zo groot als die van onze zon, waardoor onze zon er enkele miljarden malen in zou passen.
Als er een jaar geen zonlicht is, raakt de aarde bedekt met een pantser van ijs. De gemiddelde temperatuur is -73 °C. De duisternis en de ijzige kou zullen het leven op aarde terugbrengen naar het nulpunt, de meest mensen en dieren sterven en het duurt miljoenen jaren voordat de planeet herstelt.
Het ontstaan van een pulsar is het gevolg van een type II, type Ia of type Ib supernova. Wanneer de ster alle waterstof in zijn kern via een reeks andere elementen uiteindelijk tot ijzer heeft gefuseerd, kost het de ster energie om dit verder te fuseren (in plaats van dat het energie oplevert).
De rustmassa van een neutron is 1,008665 atomaire massa-eenheid (a.e.), dat is 1,67493 × 10−27 kg.
Een ster is een bolvormig hemellichaam bestaande uit lichtgevend plasma met daarin voornamelijk (ongeveer 72% van de massa) waterstof en daarnaast ongeveer 26% helium. In sterren is de druk en temperatuur van de inwendige gasconcentratie zo hoog dat er kernfusiereacties plaatsvinden.
Op de maan is het altijd heel erg koud
In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Slechts een handvol manen in het zonnestelsel zijn groter dan onze maan. Nog opvallender is echter haar relatieve omvang ten opzichte van haar moederplaneet, de aarde. Ruwweg is de diameter van de maan liefst 1/4 van de diameter van de aarde.
De zon is 400 keer zo groot als de maan, maar de maan staat precies 400 keer dichter bij de aarde dan de zon. Daardoor is het mogelijk dat de veel kleinere maan de zon helemaal afdekt.
De zon straalt van oorsprong wit licht uit. Dat wit licht bestaat uit alle kleuren van de regenboog. Als het witte zonlicht invalt op de minuscule luchtdeeltjes van onze dampkring, wordt dat licht in zeker mate verstrooid in alle richtingen.
Jupiter - niet alleen de meest massieve en de grootste planeet van ons zonnestelsel, maar ook de meest heldere aan de hemel. Samen met Uranus, Neptunus en Saturnus wordt hij beschouwd als de reus.