Ontstaan. Veel mensen met een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis zijn opgegroeid met afstandelijke, kritische of strenge ouders. Tijdens je opvoeding was er waarschijnlijk weinig ruimte voor spel, ontspanning en pubergedrag. Deze stoornis komt voor bij ongeveer één procent van de bevolking.
Een dwangstoornis komt voort uit angst: eigenlijk wil je vooral je angsten uit de weg gaan. Met dwanghandelingen probeer je dan te voorkomen dat gebeurt waar je bang voor bent. Je probeert het ongeluk te bezweren. Je wast bijvoorbeeld tientallen keren je handen, zodat je geen besmettelijke ziekte krijgt.
Dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis behandeling
Patiënten met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis stellen vaak zulke hoge eisen aan zichzelf, dat zij niet goed kunnen functioneren. Een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis behandeling met psychotherapie is bewezen effectief.
Mensen met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis omschrijven zichzelf vaak als echte perfectionisten en hebben een hoog streefniveau. Ze houden van orde, planning en regelmaat en hebben oog voor detail. Het liefst wordt alles tot in de puntjes geregeld.
In het kort. Bij een dwangstoornis heeft u gedachten die u eigenlijk niet wilt hebben: dwanggedachten. U moet van uzelf bepaalde dingen steeds weer doen: dwanghandelingen. U bent bang dat er ernstige dingen kunnen gebeuren als u die dwanghandelingen niet steeds volhoudt.
Omdat persoonlijkheidsstoornissen vaak al lang bestaan, duurt een behandeling voor persoonlijkheidsproblematiek meestal enkele jaren. De duur van de therapie voor een persoonlijkheidsstoornis is natuurlijk afhankelijk van de ernst van de klachten.
Een dwangstoornis of obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) is een chronische psychiatrische stoornis die wordt gekenmerkt door dwanggedachten (obsessies) en/of dwanghandelingen (compulsies). Obsessies zijn terugkerende, aanhoudende en hinderlijke gedachten of beelden die angst of onrust veroorzaken.
Een dwangstoornis gaat meestal niet vanzelf over. Wanneer dwang je leven in de weg staat of zelfs heeft overgenomen, dan kan therapie je helpen. Therapie kan een dwangstoornis niet genezen, maar het helpt je wel om op een gezonde en ontspannen manier met stress om te gaan.
Een dwangstoornis gaat niet vanzelf over. De aandoening is wel goed te behandelen. Afhankelijk van de ernst van de aandoening bestaat de behandeling uit cognitieve gedragstherapie, medicijnen of een combinatie van beide.
De dwangstoornis die het meest voorkomt is smetvrees, maar ook controledwang komt vaak voor. Een voorbeeld: als je thuis weggaat controleer je meerdere keren of het gas wel uit staat. Of: je checkt voortdurend of je wel alles bij je hebt.
Dwang is een psychische stoornis die iemands leven zeer sterk kan beïnvloeden. Het kan vele uren van een dag in beslag nemen en het normale functioneren in werk, gezin en maatschappij ernstig belemmeren. Dwang is ook nog eens een verschijnsel dat vele gezichten kent.
In Nederland lijdt naar schatting 1- 3% van de bevolking aan een dwangstoornis. De verhouding man – vrouw die last van OCD heeft, is ongeveer gelijk. De eerste symptomen van dwang komen vaak al op jonge leeftijd voor. De dwangstoornis wordt meestal het duidelijkst zichtbaar tussen het 20e en 25e levensjaar.
Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI`s genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof. Ze verminderen de dwanggedachten, zodat de angst afneemt en de neurose vermindert. Voorbeelden zijn fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.
Voor de meeste mensen is OCD een chronische ziekte waarvoor ze hun leven lang behandeld moeten worden. Voor sommigen veroorzaken de symptomen van OCD extreem ernstige angst en leed.
Erfelijkheid. Mogelijk speelt erfelijkheid een rol bij het ontstaan van OCD. Wanneer er binnen je familie iemand een dwangstoornis heeft, is de kans groter dat jij ook een dwangstoornis ontwikkelt.
En dwangstoornis gaat niet vanzelf over. Het helpt wanneer je steun en begeleiding krijgt van je naasten en hulpverleners . De volgende tips om met jouw dwangstoornis om te gaan kunnen jou mogelijk helpen.
Erfelijkheid speelt een belangrijke rol bij de dwangstoornis. Dit betekent dat dwangstoornissen in de familie van mensen met een dwangstoornis veel vaker voorkomen dan in de familie van mensen zonder een dwangstoornis. Maar niet erfelijke factoren spelen ook een belangrijke rol.
Wat gebeurt er in de hersenen? Een hersengebied dat vaak in verband wordt gebracht met OCS is de basale ganglia. Dit is een verzameling structuren onder de hersenschors. Het gebied maakt gewenst gedrag mogelijk en stopt ongewenst gedrag.
Belangrijk om te weten: herhalende gedachten en gedragingen wijzen bij mensen met autisme zeker niet altijd op een OCD; ze horen namelijk ook bij autisme. Er is dan ook een duidelijk verschil tussen OCD en herhalende gedachten en gedragingen van mensen met autisme.
Bij een persoonlijkheidsstoornis zijn bepaalde eigenschappen erg aanwezig. U bent bijvoorbeeld extreem gevoelig voor kritiek, u heeft heel erge bindingsangst of verlatingsangst, u doet dingen zonder na te denken, u bent erg afhankelijk, perfectionistisch of verlegen.
Het ontstaan van een persoonlijkheidsstoornis heeft te maken met erfelijkheid, aanleg en omgevingsfactoren. Je aanleg en wat je leert van anderen bepaalt namelijk hoe je omgaat met je gevoelens en emoties. Dit heeft weer invloed op hoe jij met bepaalde situaties omgaat.
Ze zijn moeilijk veranderbaar. De gevolgen van stoornissen in de persoonlijkheid, zoals depressies, angsten, zelfbeschadiging of relatie- en werkproblemen, zijn vaak wel weer goed te verhelpen. Daar komt bij dat niet alles behandeld hoeft te worden.