En in een onweerswolk stijgt de lucht heel snel naar boven. Die druppeltjes water en ijs gaan langs elkaar wrijven en daardoor ontstaan geladen deeltjes. En op een gegeven moment willen die geladen deeltjes weg en springen dan over naar een andere wolk of naar de grond. En dat is dan die bliksem.
Onweer onstaat als warme en koude lucht elkaar ontmoeten. Koude lucht zorgt ervoor dat warme lucht gaat stijgen. Er onstaat dan een wolk, die bestaat uit kleine waterdruppeltjes. Als er meer warme en vochtige lucht bijkomt, wordt deze wolk groter.
De negatieve, zware hagelkorrels verzamelen zich onderaan de onweerswolk. De positieve, lichtere ijsdeeltjes zitten bovenaan in de wolk. Dit zorgt voor een spanningsverschil in de wolk. Wanneer dit spanningsverschil groot genoeg is, ontstaat er bliksem.
De ontlading zoekt in trapjes van pakweg 100 meter zijn weg naar de grond. Als de voorontlading dichtbij de grond is, ontstaan vanuit de bodem kleine ontladingen naar boven toe. Waar die mekaar raken, begint er stroom te lopen. Dat proces herhaalt zich enkele keren, waardoor de bliksem lijkt te flikkeren.
Bliksemstormen worden veroorzaakt door snel stijgende warme lucht en snel dalende koude lucht. Door de botsing van deze 2 luchtlagen botsen de waterdruppels uit de warme luchtlaag continue met de ijskristallen uit de koude luchtlaag. De wrijving tussen de beide veroorzaakt statische elektriciteit in wolken.
Licht gaat sneller dan geluid
Licht en geluid gaan niet even snel. De lichtsnelheid is ongeveer 300.000 kilometer per seconde. Het licht, de bliksemflits, is dus heel snel bij je. Veel sneller dan het geluid (de donder).
De bliksem kiest de gemakkelijkste weg en slaat in waar het elektrische veld het grootst is. Zo goed als alles geleidt stroom beter dan de lucht, dus slaat de bliksem vaak in op het hoogste punt. Ook ijzeren constructies geleiden erg goed en trekken dus de bliksem aan.
Bliksem ontstaat ten eerste tussen de aarde en een wolk. In de meeste onweerswolken is er onderin een negatief gebied, de aarde is een positief gebied. Als de spanning echt hoog is, schiet er eerst een soort verkennende flits uit de wolk. Die flits baant zich een gloeiend heet pad door de lucht.
Dat heeft dus te maken met de temperatuurverschillen die nodig zijn om een onweersbui te laten ontstaan. Gedurende de dag kan de zon ervoor zorgen dat het aardoppervlak flink wordt verwarmd en de luchtvochtigheid zodoende stijgt, waardoor het contrast met een koude luchtstroom 's avonds des te groter wordt.
Eén zo'n warmte onweersbui duurt gemiddeld 1/2 tot 1 uur. Maar blijven meestal op één plaats hangen.
Dit is vaak rond een rivier en dus vragen veel mensen zich af of een rivier invloed heeft op een onweersbui. Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) heeft onderzoek gedaan naar dit fenomeen. Wat blijkt: het lijkt misschien zo, maar rivieren hebben geen invloed op onweersbuien!
"De atmosfeer is een gas en bestaat dus uit allemaal deeltjes en moleculen. Wanneer deze moleculen met elkaar botsen of worden blootgesteld aan elektrisch geladen deeltjes van de onweerswolk, zenden de moleculen zelf ook licht uit." De sprite die door de Chinese man is gefotografeerd heeft een rode kleur.
Omgekeerd wordt soms enkel de bliksem gezien. Een bliksemschicht heeft gemiddeld een hoogte van 15km, zodat deze, afhankelijk van de bewolking, van op grote afstand zichtbaar kan zijn. Wanneer het geluid dan niet zo ver draagt, door bijvoorbeeld tegenwind, zal men geen donder horen.
Onweer is een bui of cumulonimbus die gepaard gaat met elektrische ontladingen. Deze ontladingen zijn waarneembaar als een lichtflits – de bliksem – gevolgd door een scherp of dof rommelend geluid – de donder. Onweersbuien zijn wolken waarin een potentiaalverschil is opgebouwd door ladingscheiding.
Een bliksemflits plant zich zeer snel voort met de snelheid van het licht. Deze bedraagt zo'n 300 000 kilometer per seconde. Geluid plant zich voort met een snelheid van slechts 330 meter per seconde. Dat is veel trager dus, waardoor je eerst de bliksemflits ziet en dan pas de donder hoorbaar is.
Een bliksemstraal verplaatst zich met een snelheid van ongeveer 60.000 km per seconde en bereikt daarbij een warmte die op kan lopen tot maximaal 30.000 graden Celsius. De bliksemstralen kunnen lengten bereiken tot ruim 6 km en een doorsnede van ongeveer 2,5 cm.
Het Europees grondgebied krijgt gemiddeld 350 dagen per jaar te maken met bliksem. Dat wil zeggen dat er elke dag wel ergens in Europa een blikseminslag is. Augustus blijft in West-Europa de maand met de meeste blikseminslagen.
Onweer is een weerkundig fenomeen wat veel mensen schrik aan jaagt. Bliksemflitsen kunnen namelijk flinke schade veroorzaken en in het uiterste geval zelfs slachtoffers eisen. Maar niet alle soorten bliksem zijn even gevaarlijk. Bliksem kan van wolk-naar-wolk (CC) of van wolk-naar-grond (CG) gaan.
Als een boom naast je huis wordt geraakt kan de spanning via de leidingen in de grond, zich naar je huis verplaatsen en slaat door op je elektrische apparaten. Als bliksem thuis inslaat kan er brand ontstaan, muren kunnen scheuren of inzakken.
HULST- Bliksem komt niet alleen uit de lucht,maar soms ook vanuit de grond. Dat is uit meerdere studie;s bewezen uit vertraagde videobeelden. Gezien dat onweer altijd eerst door geladen Cumulonimbuswolken veroorzaakt,kan de ontlading soms ook vanuit de grond de lucht inzwiepen.
Houd ramen en deuren gesloten, bliksem wordt aangetrokken door tocht. Blijf uit de buurt van koperen leidingen en elektrische kabels.
14. Blijf bij ramen weg. Hoewel de bliksem dus niet door ramen heen kan gaan is het wel aan te raden om niet te dicht bij ramen in de buurt te gaan staan. Dat heeft meer te maken met de lichtintensiteit van een bliksemflits die dichtbij inslaat dan met het directe gevaar.
Een mobiele telefoon is dus veel te klein om de bliksem naar zich toe te leiden, niet door middel van het metaal en ook niet door de uitgezonden elektromagnetische golven. Toch kunnen mensen die mobiel telefoneren aanzienlijk ergere verwondingen oplopen dan mensen die 'gewoon' door de bliksem worden geraakt.