Zelf de kortsluiting opsporen kan door alle stekkers op één groep los te halen, de groepsschakelaar weer aan te zetten en één voor één de stekkers weer in het contact te steken. Wanneer de stop doorslaat weet u door welk apparaat de kortsluiting veroorzaakt wordt.
Om te bepalen welk apparaat de boosdoener is, plugt u de stekkers weer één voor één in. Valt de stroom uit zodra u een stekker in het stopcontact steekt? Dan is dit apparaat de oorzaak van de kortsluiting.
Algemeen. In de meterkast van uw huis bevindt zich de groepenkast waarin de aardlekschakelaar(s) en alle afgaande groepen (automaten)zitten. Hier hoort ook een groepenkaart bij aanwezig te zijn waar u op kunt zien welke groep welk gedeelte van het huis van energie voorziet en achter welke aardlekschakelaar deze zit.
Schakel alle elektrische apparaten/lichtpunten binnen de betreffende groep uit door de stekkers uit de stopcontacten te halen. Vervang de doorgeslagen stop of schakel de installatie- of aardlekautomaat weer in. Schakel tot slot alle apparaten/lichtpunten één voor één weer in.
In de meeste gevallen is kortsluiting het gevolg van een storing van elektrische apparatuur óf het gebruik van een kapotte stekker. Als de voeding niet meer in orde is, dan ontstaat er storing in de toevoer. De bron van stopcontact kortsluiting is vaak te achterhalen in de meterkast.
Dit kun je alleen maar ontdekken door van alle apparaten die aangesloten zijn de stekker uit het stopcontact te halen (van wasmachine tot waterkoker) en alle verlichting uit te doen (een kapotte lamp kan namelijk ook kortsluiting veroorzaken!).
Kortsluiting is niet op te sporen door stroom te meten met een multimeter of stroomtang. De kortsluitstroom kan enkele tientallen ampère zijn en is kortstondig aanwezig, want de juiste zekering brandt snel door. Een kortsluiting kan men opsporen met behulp van een proeflamp van 12V/21W.
Ook schade door kortsluiting of een te hoge spanning in het elektriciteitsnetwerk is verzekerd. Bijvoorbeeld wanneer brandschade aan je keuken ontstaat door kortsluiting in je waterkoker. Of als er scheuren in de muur komen als gevolg van een blikseminslag.
Stroomdraden hebben een isolatielaag die kan beschadigen door bijvoorbeeld water, warmte en stof. Als één of meer kabels elkaar raken (bijvoorbeeld omdat de isolatielaag stuk is) ontstaat er kortsluiting. Dan wordt de stroomsterkte te hoog, de draden te warm, en zo kan er brand ontstaan.
Wanneer mensen blootgesteld worden aan water met een elektrische lading, kan dit dodelijke gevolgen hebben. Vocht is daarnaast één van de grootste oorzaken van een kortsluiting. Geregeld komt het voor dat de stroom in een woning uitgeschakeld wordt wanneer de elektra in aanraking komt met vocht.
U kunt de karakteristieke lekstroom bij 50 Hz alleen meten met een stroomtang die voorzien is van een doorlaatfilter met een kleine bandbreedte, die stromen bij andere frequenties verwijdert. Wanneer de belasting aangesloten (ingeschakeld) is, bevat de gemeten lekstroom de lekstroom in belastingsapparatuur.
Merk je op jouw elektriciteitsfactuur een verhoogd stroomverbruik op? Dan zit je misschien met een stroomlek. Elektrische huishoudtoestellen die veel verbruiken, liggen vaak aan de basis van zo'n stroomlek.
Om de lekstroom te meten kan je een ampere meter (multimeter) tussen je aarde draad plaatsen. Je meet dan de stroom die dus via je je apparaten lekt naar de aarde. Je kan heel makkelijk meten welke apparaten er lekken door ze in of uit te schakelen.
In het geval van overbelasting ontstaat er teveel warmte en schakelt de zekering de elektriciteit uit. Dit gebeurt om brand te voorkomen. Kortsluiting ontstaat wanneer twee draden met elkaar in aanraking komen en waarbij de isolatie er niet meer is of er teveel hitte ontstaat.
Dit doet u door alle apparatuur uit te schakelen en de gesprongen stop in de meterkast te vervangen. Vervolgens kunt u de apparaten stuk voor stuk inschakelen om te zien wanneer de stop opnieuw uit de meterkast springt. Nu kunt u het apparaat wat de bron van de kortsluiting is vervangen om het probleem op te lossen.
Kortsluiting wordt vaak veroorzaakt door elektrische apparaten in uw woning. Indien het apparaat niets mankeert, werkt deze gewoon naar behoren. Wanneer er sprake is van een defect, ligt kortsluiting op de loer. De oorzaak zit hem vaak in de kabel(s) van een elektrisch apparaat, zoals het snoer van de stekker.
Eigen gebrek is schade veroorzaakt door het product zelf. Door een natuurlijke eigenschap, slijtage of een slechte kwaliteit. Bijvoorbeeld als er kortsluiting in een cv-installatie of oude waterkoker ontstaat. De schade aan de cv-installatie of oude waterkoker is niet verzekerd, de gevolgschade wel.
Bij brand vergoedt de opstalverzekering de herbouw van je afgebrande koopwoning. Een inboedelverzekering vergoedt de schade aan je interieur en andere spullen.
Elke brandverzekering vergoedt de materiële schade die veroorzaakt wordt door brand, ontploffing, implosie, blikseminslag, aanslagen en arbeidsconflicten, aanbotsen door een dier, aanbotsen door een transportmiddel, vallen van een boom op het gebouw, storm, sneeuw- of ijsdruk op daken en hagel en natuurrampen.
Het is een goed idee om een analoge multimeter altijd op een DC volt stand te zetten als deze niet gebruikt wordt. Het is namelijk minder waarschijnlijk dat de meter wordt beschadigd bij deze meetstand. En waarschijnlijk is het ook de stand die je het meeste gebruikt. Het meten van voltage en stroom met een multimeter.
Plaats de positieve en negatieve sondes van de Megger op de twee geleiders of terminals tussen welke u de isolatieweerstand test. Als u isolatieweerstand tegen de grond probeert, plaatst u de positieve sonde op de gronddraad of de geaarde metalen verbindingsdoos en de negatieve sonde op de geleider of de aansluiting.