Meidenvenijn is het middel voor meisjes-meisjes om de rangorde te bepalen én te bewaken. Het is een machtsmiddel.
Het pesten onder meisjes gaat gepaard met roddelen, negeren, buitensluiten, kliek-vorming en elkaar zwart maken/ schelden (live maar vooral ook via sms, msn, hyves etcetera). We noemen dit relationele agressie En deze gedragingen lopen een stuk minder in het oog dan schelden of schoppen.
In het algemeen uit pesten zich op drie manieren: verbaal, relationeel en fysiek. Jongens pesten vaker op een fysieke, directe manier en meisjes door anderen sociaal buiten te sluiten of verbaal te kleineren. Daarbij pesten jongens het meest frequent.
Zaken als spijbelen, roken en drinken kunnen dan gaan bijdragen aan populariteit. Maar enkel wat stoer gedrag is natuurlijk niet voldoende, niet iedere rebelse puber wordt populair. Het uiterlijk speelt vaak toch een rol, populaire kinderen worden vaak ook fysiek aantrekkelijk bevonden.
Praat met iemand uit de omgeving waar er gepest wordt. Als dit op school is, bespreek het dan met de leerkracht of met de anti-pestcoördinator (vaak is dit de vertrouwenspersoon). De school, maar bijvoorbeeld ook de sportvereniging, is verantwoordelijk voor een veilige omgeving en kan helpen het pesten te stoppen.
Voor de meeste kinderen is pesten vooral een manier om meer (sociale) status en aanzien in een groep te verkrijgen. Ook kan pesten kan een manier zijn voor kinderen om te experimenteren met sociale vaardigheden en te testen welke gedrag wel en niet acceptabel is.
De aanpak bestaat uit de volgende activiteiten: mobiliseren van de zwijgende middengroep, hulp aan de pester, professionalisering van leerkrachten, professionalisering van ouders, en hulp aan het gepeste kind.
Sociale vaardigheden: Kinderen die minder prosociaal gedrag laten zien, hebben meer kans om gepest te worden. Kinderen die bijvoorbeeld goed kunnen onderhandelen, anderen helpen en steunen, zijn minder vaak het doelwit van pesters.
Doordat ervaringsdeskundigen voorlopers van pesten opmerkten bij kleuters jonger dan 6 jaar, mag er dus niet blindgestaard worden op de ontwikkelingspsychologie die aangeeft dat pesten maar voor zou komen vanaf de leeftijd van 6 jaar.
Wie als kind is gepest, kan de gevolgen pesten op latere leeftijd vaak nog voelen. Als een van de gevolgen pesten een trauma is, kan het je leven nog lange tijd kleuren. Een van de gevolgen pesten is een laag zelfbeeld. Je kunt je soms zo waardeloos voelen dat je niet meer wilt leven.
Ga eerst in gesprek met zowel de gepeste als met de pester(s). Spreek de pester aan op zijn gedrag en tref sancties. Mocht het niet duidelijk zijn wie de gepeste en/of pester(s) zijn ga dan in gesprek met teams en afdelingen. Als de pester een collega-leidinggevende is, spreek deze dan aan op zijn gedrag.
Nee, je kunt het niet helemaal voorkomen. Wat je wel kunt doen is zorgen dat je kind leert voor zichzelf op te komen, zodat het zelf het pesten de kop in kan drukken. Kinderen die stevig in hun schoenen staan worden niet snel het slachtoffer van pesten.
Misschien heeft je kind wel een heel goede vriend, maar mag die niet bij jullie thuis komen. Het kan ook zijn dat je kind niet wil dat die vriend bij jullie komt. Je zoon kan bijvoorbeeld denken dat je zijn vriend afkeurt, of je dochter kan zich schamen over hoe jullie huis eruitziet of hoe haar ouders zijn.
Ga samen met je kind naar het andere kind toe, maak zelf een beginnetje en vraag aan je kind of hij/zij iets wilt vragen. Maak speelafspraakjes: wat ook kan helpen is om speelafspraakjes te maken, natuurlijk wel met kinderen die je zoon of dochter leuk vindt.
Ongeveer driekwart van de kinderen heeft daarin minstens één vriendje. Meestal is dat iemand van hetzelfde geslacht. Slechts vier (bij basisschoolkinderen) of vijf (bij pubers) van de honderd vriendenparen bestaan uit een jongen en een meisje. Grofweg kun je die vriendschappen in drie typen verdelen.
"Ze voelen zich vaak depressief of apathisch. Op school kunnen ze zich moeilijker concentreren en in sommige gevallen gaan ze spijbelen. Je ziet ook vaak gedragsproblemen, soms zelfs agressiviteit.
Pesten heeft grote gevolgen. Leerlingen die gepest worden voelen zich vaak eenzaam, verdrietig, onzeker en bang. Soms durven ze niet meer naar school te gaan. Het leren wordt dan bemoeilijkt en de schoolresultaten kunnen kelderen.
Negeren heeft een grotere impact op werknemers dan pesten. Werknemers die worden genegeerd, zeggen vaker hun baan op dan gepeste werknemers. Bovendien hebben zij meer problemen met hun gezondheid. Toch denken werknemers dat buitensluiting psychisch minder schadelijk is dan pesten.
Openheid: pesten moet bespreekbaar zijn. Door er met elkaar over te praten, ontstaat erkenning en een gevoel dat pesten bespreekbaar is. De leerlingen moeten het gevoel krijgen dat ze ergens terecht kunnen als het hen gebeurt, of als ze zien dat het een ander gebeurt. Ze moeten weten dat praten geen klikken is.