Maastrichtenaren noemen we Sjengen en wij, niet-Limburgers, heten Hollenders. Een van de belangrijkste woordjes in het Mestreechs is “enne”. “Enne?” gebruik je als openingszin. Het kan van alles betekenen: hoe is het?
Maastricht (Mestreech in het Limburgs, Maestricht in het Frans) is de hoofdstad van de Nederlandse provincie Limburg en telt circa 121.000 inwoners. (01-02-2012 Bron:CBS) die Maastrichtenaren worden genoemd.
Het Maastrichts (Limburgs: Mestreechs) is het stadsdialect dat gesproken wordt in Maastricht. In overeenstemming met de geografische ligging van de stad vertoont dit dialect eigenschappen van het Centraal Limburgs dat westelijk van de Maas in Belgisch Limburg wordt gesproken.
De naam Mosa Trajectum komt pas voor het eerst voor bij Gregorius van Tours in de 6e eeuw. Op de middeleeuwse kopie van de Peutingerkaart komt Maastricht niet voor. Rond 270 na Chr. werd de nederzetting Maastricht verwoest door invallende Germaanse stammen.
Mannelijke Maastrichtenaren worden ook wel Sjengen genoemd, zowel door zichzelf als door Limburgers buiten Maastricht. Het Maastrichts dialect wordt soms Sjengs genoemd. De tegenhangende aanduiding door Maastrichtenaren van mensen buiten de stad is "Boeren".
Iech haw vaan diech.
Ik hou van je.
U wist misschien al dat “sjevraoje” (rillingen) waarschijnlijk van het Franse “chaud + froid” is afgeleid. Maar nu kunt u ook vinden dat het Maastrichtse “strabender” (kwajongen) ook uit het Frans is afgeleid van “destorbance”.
2. del (ordinaire vrouw), slet.
Sies is een behoorlijk verwarrend woord in Limburg, want waar het op de ene plek iets als 'schat(je)' betekent, is het in andere regio's alleen of ook een scheldwoord. Wel weer een zachtaardige. De betekenis komt het dichtst in de buurt bij 'sul' of 'gek'.
In Limburg wordt er eigenlijk op dezelfde manier gegroet als in de rest van Nederland, alleen uiteraard met gebruikmaking van die typisch Limburgse woorden. Goedendag wordt dan goojendaag. Hallo blijft hetzelfde. Hoi wordt vooral gebruikt tussen mensen die elkaar al kennen en natuurlijk tussen en door jongeren.
Dit keer: 7 typisch Limburgse uitdrukkingen. Aomzeike (mieren), sjwelmensje (aardappel), pompestein (aanrecht) en kammezeualke (gilet) zijn woorden die steeds minder worden gebruikt in het dialect. Om ons geheugen op te frissen neemt Chapeau het Limburgs dialect nog een keer door.
En om deze lijst mooi af te sluiten: hajje! Met deze uitdrukking neem je gepast afscheid in het Limburgs.
Iemand moet de laatste zijn.
7. Haije! Waneer je weggaat zeg je: 'Haije! ' Beter bekend als: Doei en Hoije hé!
Van alle inwoners van de provincie Limburg van 18 jaar en ouder spreekt ruim driekwart (78%) één van de dialecten van de Limburgse taal. 67% daarbinnen spreekt het Limburgs naar eigen zeggen vloeiend en de andere 11% spreekt het wel, maar gebrekkig.
'Ze vinden zichzelf gemoedelijk, bourgondisch, vriendelijk, gastvrij, bescheiden - en ga zo maar door. Maar als je nieuwkomers in Limburg daarnaar vraagt, dan zijn ze het er niet mee eens. Zij vinden Limburgers minder tolerant, minder behulpzaam en minder gastvrij.
Het woord Limburger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Jaarlijks wordt door Jocus bepaald welke instantie of vereniging de Boerenbruiloft Venlo mag organiseren. De lijfspreuk van de vereniging is Jocus Vitae, Quod Sal Coenae, wat Wat de Joeks is voor het leven, is het zout in de pap of in het Venloos: Joeks is veur 't laeve, waat 't zalt is in de pap betekent.
Goedemorgen Go\jemo~rge Goedemiddag Go\jemi\ddaa~g Goedenavond Go\jenao~vend Goede reis Goo\j rei\s Goededag Go\je(n)daa~g Het is jammer! Det is jao\mer! Het hindert niet! Det guf nieks!
De Leuf is een restaurant in de Nederlandse plaats Ubachsberg. Het restaurant stond vanaf 1988 tot aan zijn overlijden op 10 april 2014 onder leiding van chef-kok en eigenaar Paul van de Bunt. Van de Bunt presenteerde een traditionele Franse cuisine met een moderne artistiek vormgegeven gerechtopmaak.
Het Nedersaksisch (in 1996) en het Limburgs (in 1997) zijn erkend als regionale talen onder het Europees Handvest. Door deze erkenning kunnen betrokken provincies en gemeenten een eigen beleid voor deze regionale talen voeren.
Het Limburgs valt uiteen in meerdere varianten met eigen kenmerken, zonder dat sprake is van een aanvaarde overkoepelende standaardvorm. De dialecten worden gesproken in het overgrote deel van zowel Belgisch als Nederlands Limburg.