Oma, bompa, meme, vake …
In het Vlaams bestaan onder andere: bomma, meme, metje, metjen of metj'n, mit, moemoe en moeke. In het Fries wordt beppe gebruikt en in het Gronings opoe.
Maar bij de woorden 'oma' en 'opa' (in het Vlaams 'bomma' en 'bompa') is dat een heel ander verhaal.
Grootmoeders: De top-5 aanspreektitels is: Grammy, Granny/Gran, Nana, Mimi en Bubbe. Voor de glamoureuze oma's is er 'glam ma', naar het voorbeeld van Goldie Hawn die zich nog te jong voelde voor iets anders.
overgrootouders van uw partner; achterkleinkinderen van uw partner; neven en nichten van uw partner (kinderen van broers of zussen); ooms en tantes van uw partner (broers of zussen van de ouders).
[familie] de moeder van de grootvader of de grootmoeder.
oma (zn): تِيتَة (en) grandmother (informal)., جِدَّة
oma (zn): お婆さん
Bompa, in Vlaanderen een veelgebruikt synoniem voor het woord opa, oude man.
Is het 'de bomma' of 'het bomma'?
Het is 'de bomma', want bomma is vrouwelijk.
De peter en meter zijn degenen die het kind voor God voorstellen, zij vergezellen hem of haar om gedoopt te worden. Dit begrip van begeleiding, van getuigenis, is niet louter religieus; het kan ook in een seculiere context worden toegepast. Vroeger was de peetvader de verantwoordelijke voor de opvoeding van het kind.
opoe znw. v. is een kinderterm die uit omoe, verkorting van grootmoeder onder invloed van opa ontstaan is. In de verbinding van opa en omoe ontstond opoe evenals het zuidholl. poe voor moeder een kruising is van pa en moe (G.
de mammie zelfst. naamw. (v.) Verbuigingen: mammies , moeder Voorbeeld: `Ga maar naar je mammie` Bron: WikiWoordenboek.
Hoe gebruik je de apostrof in 'twee oma's', 'oma's hoed' en 'omaatje'? Zoals aangegeven in de titel: oma's en omaatje. De apostrof wordt gebruikt om verkeerde uitspraak te voorkomen. Normaal gesproken komt de -s van het meervoud of de bezitsvorm aan het woord vast: tafels, Jans jas.
NL: oma. ES: ¡Abuela!
NL: oma. FR: Grand-mère !
oma (zn): бабуся
opa 'grootvader' in Als gy Opa noemt, of Oma [1777; WNT papa I]. Een woord uit de kindertaal, wrsch. een vervorming van grootpapa [1821; WNT winter I], grootpa [1854; WNT grootpapa], zie → groot- en → papa.
De juiste benamingen zijn: grootmoeder, overgrootmoeder, betovergrootmoeder. Oma is de aanspreeknaam, net als ma[m]/ma in plaats van moeder.
Grootmoeder, oma een vrouw met kleinzoon of kleindochter. Er bestaan veel dialectwoorden voor oma zoals bomma, memme, metje, moemoe, moeke, beppe, opoe.
Vroeger had je oma en opa, bomma en bompa. Tegenwoordig worden er heel wat namen gebruikt voor de grootouders van je kindje. Wij legden ons oor te luister in de Libelle Grootouders-groep en vonden alvast enkele toffe namen voor grootouders: oma, opa, meter, peter, meme, pepe, bomma of bompa …
Stiefoma of stiefopa | Liefhebbende niet-biologische opa en/of oma.