Tandem: twee paarden voor elkaar; Klavertje drie: drie paarden voor een showwagen (de eerste twee staan naast elkaar direct voor de wagen, met daarvoor het derde paard). Randem: drie paarden achter elkaar.
Antwoord en uitleg: Een groep wilde paarden staat bekend als een kudde . De verzamelnaam voor een groep gedomesticeerde paarden is een team, stal of troep.
Kudde is de verzamelnaam voor een groep bij elkaar horende zoogdieren die op het land leven, zoals schapen, geiten, paarden, koeien, kamelen, zebra's, bizons en olifanten.
Paarden leven eigenlijk in twee soort groepen: een harem (familiegroep) en een bachelorgroep. Binnen deze groepen is er een bepaalde sociale orde en hiërarchie. Een harem bestaat uit een volwassen hengst, merries en jonge nakomelingen zoals veulens en jaarlingen.
De bescheiden bouwvakker Centaur (een centaur is in de Griekse mythologie half mens, half paard) neemt het letterlijk.
Een wezen dat half mens, half paard is, wordt meestal een centaur genoemd. Centauren vinden hun oorsprong in de Griekse mythologie.
Een faun moet niet worden verward met een sater (satyr) of een centaur. Een faun is vriendelijker, behulpzamer, menselijker; een sater is dierlijker en wellustiger.
Het voedsel bestaat uit plantaardig materiaal. Ganzen trekken in familieverband of grote troepen. Ze vliegen in V-vormige formaties of golvende linies. Ook in het overwinteringsgebied leven ze in groepen, ook wel toom genoemd.
Zo'n groep mussen bij elkaar heet een kolonie. Ze houden ervan om samen te zijn, het zijn echte gezel- ligheidsdieren.
Mustangpaarden leven in groepen die kuddes worden genoemd. Een kudde bestaat uit één hengst en ongeveer acht vrouwtjes en hun jongen, hoewel aparte kuddes zich kunnen vermengen als ze in gevaar zijn, aldus de Humane Society.
Een paard kan laten zien dat hij je mag door naar je toe te komen, zachtjes te knabbelen of te likken, ontspannen oren te hebben, en door je te volgen of te gehoorzamen tijdens het werken met hem.
Wolven zijn sociale dieren en leven in groepsverband (roedels). Een roedel bestaat veelal uit meerdere generaties (ouderdieren en hun nakomelingen) en bestaat uit 2 tot 10 dieren.
Pony's leven meestal wat langer dan paarden. Een mannetjespaard noem je een hengst en een vrouwtjespaard een merrie.
De verzamelnamen die voor hooi worden gebruikt zijn baal, stapel, bundel , etc.
Paardrijden is een sport waarbij een ruiter\amazone op een paard rijdt. De ruiter zit op een zadel en houdt het paard bij de teugels vast.
Paarden hebben vaak meerdere eigenaren om praktische en financiële redenen of beide. Niet alleen bij de 'gewonere' paarden is dit het geval, maar vaak juist ook bij de heel kostbare sportpaarden. Soms delen twee ruiters een paard omdat dat tijd en geld scheelt.
Een groep mussen wordt " FLOCK " genoemd.
Kippen leven van nature in de natuur in kleine groepen die bestaan uit één haan, een paar hennen en kuikens. In de groep geldt een rangorde, dit noem je de 'pikorde'.
Ratten leven in kolonies.
Een groep ganzen op het land wordt een 'gaggle' genoemd; tijdens de vlucht verandert de groep in een kluwen, team of wig van ganzen .
De mierenkolonie
Mieren worden sociale insecten genoemd, omdat ze altijd in een groep, een 'kolonie' leven. Ze kunnen niet alleen leven. In een kolonie zijn drie soorten mieren: vrouwtjes, mannetjes en werksters. Een werkster is een vrouwtje dat geen eieren kan leggen.
Roedel is het begrip dat een groep wolven, herten of ook gemzen aanduidt waar een sterke hiërarchie heerst. Ieder lid van de roedel weet zijn plaats in de hiërarchie.
En in het laatste boek van het Nieuwe Testament wordt een draak op aarde gegooid. 'Hij is de slang uit de oude tijd, die de mensen ook wel duivel of Satan noemen' (Openbaring 12, 9). Ook de Israëlieten kregen te maken met de reptielen.
Nimfen van hun kant waren mythische jonge vrouwen die in het water, in bossen en op het platteland leefden. Ze hielden goden en godinnen gezelschap, beleefden in de mythen al dan niet gewilde liefdesavonturen met goden, soms ook met mensenjongens en met wezens als Pan, Priapus, satyrs en faunen.
Een satyr (Oudgrieks: σάτυρος, satyros) of sater is een figuur uit de Griekse mythologie. Het is een vrolijk en ondeugend boswezen, behorend tot het gevolg van de god Dionysos en heeft de taak van een vruchtbaarheidsgeest.