Presbyacusis is dus te begrijpen als een ouderdomsslechthorendheid die mensen treft wanneer ze nog niet zo oud zijn als hun gehoor suggereert. Hoe ouder mensen worden, hoe meer ze last krijgen van verminderd gehoor. Uiteindelijk kan dit leiden tot doofheid.
Als het gehoor van iemand op oudere leeftijd achteruitgaat, wordt dat ouderdoms-doofheid genoemd. De belangrijkste oorzaak is slijtage van de haarcellen in het binnenoor. Maar het kan ook te maken hebben met lawaai, medicijngebruik, vaatproblemen of slechte eetgewoonten.
Naarmate we ouder worden, kunnen we steeds moeilijker hoge tonen onderscheiden. Vanaf 30 jaar zouden tonen hoger dan 17 000 Hz niet meer te horen zijn.
Bij ouderdomsslechthorendheid (presbyacusis) wordt het gehoor als gevolg van de leeftijd steeds slechter. Vaak is dit een proces wat geleidelijk verloopt en al begint vanaf het 20e levensjaar. De eerste klachten van slechthorendheid treden vaak pas op oudere leeftijd op.
Presbyacusis, of ouderdomsslechthorendheid, is de achteruitgang van de gehoorfunctie als gevolg van het ouder worden.
Bij de ziekte van Ménière heeft u heftige aanvallen van draaiduizeligheid: U bent zo duizelig en misselijk dat u niets meer kunt doen. Vaak moet u ook overgeven. U kunt minder goed horen (vooral de lage tonen hoort u slecht).
Cholesteatoom is een ophoping van huidcellen in het oor. Ons lichaam is “verpakt” in huid. Dat betekent dat de buitenkant van het lichaam bekleed is met huidweefsel. Ook het trommelvlies en de gehoorgang zijn bekleed met een heel dun laagje huid.
Ook hebben we een paar geluiden achter elkaar gezet, zodat je kan horen tot hoeveel kilohertz jij nog kunt horen. 8 KHZ: deze zou iedereen moeten kunnen horen. 12 KHZ: als je jonger bent dan 50, dan hoor je deze. 15 KHZ: gemiddeld hoort iedereen onder de 30 deze toon.
In Nederland komt éénzijdige plotsdoofheid jaarlijks bij ongeveer 8 op de 100.000 mensen voor. Soms wordt het gehoorverlies bij het opstaan bemerkt omdat het ook tijdens de slaap kan ontstaan. Het geluid klinkt ineens doffer, blikkeriger, vervormd of er is een echogeluid. Soms hoort het oor helemaal niets meer.
Mensen kunnen tonen horen van 20 tot 20.000 Hz. Dat is een enorm bereik, maar daarbinnen is het gehoor niet overal even gevoelig. Het beste horen we tussen 100 en 5.000 Hz.
Er zijn verschillende manieren om uw gehoor te testen. De audiometrie is de meest betrouwbare hoortest. Deze test kunt u doen bij de huisarts of audicien. Er zijn ook hoortesten op internet of via de telefoon voor een grove inschatting van uw gehoor.
Al vanaf het dertigste levensjaar gaat het gehoor heel langzaam achteruit. De kans is groot dat u daar niets van merkt en dat de mensen in uw omgeving degene zijn die uw gehoorverlies als eerste opmerken. De hersenen passen zich namelijk steeds aan uw 'nieuwe' situatie aan.
Slechthorende mensen hebben soms last van onbegrip, moeizame sociale contacten en gebrek aan energie. Ze kunnen klachten hebben als somber zijn, nergens zin in hebben, niet kunnen slapen, onrustig zijn, moeilijk kunnen concentreren of zich terugtrekken. Het kan zijn dat zij dan last hebben van een depressie.
Veel klanken in onze taal, vooral medeklinkers ofwel sisklanken “s”, “f” en “sch”, worden door ons oor in het hoge tonen gebied waargenomen. De klinkers a, i, e, u en o bevindt zich daarentegen in het lage tonen bereik en zijn minder belangrijk voor het spraakbegrip.
In het kort: Gehoorproblemen zijn problemen waarbij het gehoor afneemt of er schade is aan het gehoor. Gehoorproblemen kunnen sinds de geboorte aanwezig zijn of op latere leeftijd acuut of geleidelijk ontstaan. Bekende oorzaken zijn lawaai, harde muziek, ouderdom en erfelijkheid.
Er zijn chronische ziektes die niet direct een relatie hebben met de oren, maar toch gehoorschade tot gevolg kunnen hebben. Bijvoorbeeld hartproblemen, een beroerte, hoge bloeddruk en diabetes. Deze aandoeningen blokkeren soms de bloedtoevoer naar het binnenoor of de hersenen.
Doordat doofheid uitwerking heeft op alle facetten van uw leven, is het essentieel om een audicien te raadplegen. Afhankelijk van uw specifieke situatie kan uw arts een gehoorapparaat aanbevelen om weer beter te kunnen horen. Uw arts kan samen met u werken aan het herstel van uw gehoor en de nodige therapie aanbevelen.
Door een hard geluid kunt u last krijgen van ruis of een piep in de oren. Vaak herstelt het gehoor zich vanzelf, maar de schade kan ook blijvend zijn. De kans op gehoorschade hangt af van de tijdsduur en geluidssterkte. De haarcellen bij de mens zijn helaas niet in staat te herstellen.
Matig gehoorverlies (41-60 dB HL): Moeite met het horen en/of verstaan van spraak op een normaal niveau van luidheid, zelfs in een rustige omgeving. Ook een telefoongesprek kan slecht of helemaal niet te horen zijn.
Slechthorenden hebben last van gehoorverlies. Als je spraak minder goed verstaat dan vroeger, ben je slechthorend. Audiologen en KNO-artsen definiëren slechthorend als een gehoorverlies van 35 dB op het beste oor. Dit is ook het criterium om in aanmerking te komen voor een vergoeding van een gehoorapparaat.
Mensen kunnen ultrageluid niet horen, maar veel dieren wel. Dat geldt bijvoorbeeld voor honden en dolfijnen. Sommige dieren brengen geluiden met dezelfde hoge frequenties voort om te communiceren en zich te oriënteren. Vleermuizen, walvissen en muizen gebruiken bijvoorbeeld dagelijks ultrageluid.
Bij een loopoor is het trommelvlies kapotgegaan en komt er pus uit het oor. De pus is lichtgeel, dun en het stinkt – niet te verwarren met oorsmeer dat er donkergeel uitziet, vaster is en niet ruikt. De pijn neemt af en de koorts zakt.
Het is dus ook geen kanker. Het is een soort zakje met ophopende, dode huidcellen achter het trommelvlies, in het middendoor. Dat zakje groeit en het is destructief, maar het kan bijvoorbeeld niet uitzaaien, zoals kanker.
Acute mastoïditis wordt veroorzaakt door een zich uitbreidende bacteriële infectie vanuit het middenoor, een otitis media.