Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar iemand, zoals ik, jij, hij, jullie etc. Maar het kan ook naar iets verwijzen, zoals het.
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar levende wezens of zaken, zonder die verder bij de naam te noemen: ik, jou, zij, hen, hem, etc. De vorm hangt af van: de 'persoon': Als we over onszelf praten, gebruiken we de eerste persoon.
Een ander woord voor non-binair is genderqueer of genderneutraal. Omdat iedere persoon zich anders voelt en anders gedraagt, uit ook iedereen dit anders. Bij het Radboudumc kunnen non-binaire of gender neutrale personen terecht. In overleg krijgen zij de begeleiding ontvangen die zij willen.
Het rijtje ik, jij, hij, zij
Dat zijn de persoonlijke voornaamwoorden die het onderwerp van de zin zijn. Daarom worden ze ook wel de onderwerpsvorm genoemd. De bekendste van dit rijtje zijn 'ik', 'jij', 'hij' en 'zij'.
Voor mensen die zich niet als man of vrouw identificeren is er in de Nederlandse taal een genderneutraal persoonlijk voornaamwoord. 'Hij/hem/zijn' en 'zij/haar/haar' worden dan 'die/hen/hun'.
In 2016 heeft de transgemeenschap genderneutrale voornaamwoorden gekozen voor trans personen die zich man noch vrouw voelen. Gebruik in dit geval in plaats van hij/hem/zijn of zij/haar/haar: hen of die/hen/hun. Enkele voorbeeldzinnen om je op weg te helpen: Sacha stapt op hun fiets.
Meer mensen in de non-binaire Facebookgroep gaven aan dat hun broers en zussen hen 'sibbe' of 'sibbel' noemden. Een andere creatieve oplossing voor broers en zussen van non-binaire mensen is om het om te draaien, en te zeggen: 'Ik ben de broer/zus van X.
eerste persoon meervoud voorwerp: ons.
De onbepaalde voornaamwoorden (of equivalenten daarvan) iemand, niemand, de een of ander, deze of gene worden zelfstandig gebruikt en verwijzen naar personen. Hopelijk ontmoet je nog iemand met meer begrip. Zou er nog iemand komen? Ik moet om drie uur op dat kantoor zijn: ik heb een afspraak met iemand gemaakt.
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar iemand, zoals ik, jij, hij, jullie etc. Maar het kan ook naar iets verwijzen, zoals het. Welk persoonlijk voornaamwoord je kiest, hangt af van de persoon (eerste, tweede of derde persoon) en het getal (enkelvoud of meervoud).
Hoewel je in het Engels wel zegt “They identify as non-binary” (het werkwoord dus in de meervoudsvorm), zeg je in het Nederlands: “Hen identificeert zich als non-binair” (in enkelvoud). Of: “Die identificeert zich als non-binair.” Je kunt de voornaamwoorden dus één op één vervangen met 'hij' of 'zij'.
Een non-binair persoon is iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. Dit uit zich soms in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of net te verwerpen.
Je gebruikt de persoonlijke voornaamwoorden waar de non-binaire persoon de voorkeur aan geeft. Dat kan 'die / diens / hen / hun' zijn, maar ook 'hij / hem / zijn' of 'zij / haar / haar'. Ken je de persoonlijke voorkeur van de non-binaire persoon niet, dan gebruik je 'die / diens'.
Nieuwe voornaamwoorden voor non-binaire personen
'Als je verwijst naar een man, gebruik je meestal hij/hem. Naar een vrouw meestal zij/haar. Maar er zijn ook genderneutrale voornaamwoorden, ook wel pronouns genoemd, zoals die/diens of hen/hun, waarmee sommige genderneutrale personen graag worden aangesproken.
Spreek je over iemand die je niet kent? Dan kan je die/hen/hun gebruiken. Een non-binair persoon is geen man of vrouw. Daarom voelt die/hen/hun vaak beter voor hen.
Hij is de onderwerpsvorm van de derde persoon enkelvoud. Die wordt gebruikt als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult. Hem is de voorwerpsvorm. Die vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt als het voornaamwoord de functie van lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervult of na een voorzetsel staat.
Iemands persoonlijkheid is een unieke combinatie van aangeboren en aangeleerde eigenschappen en onze waarneming en interpretatie daarvan. Identiteit wordt grotendeels bepaald door onze relatie met anderen. Heel simpel gezegd is persoonlijkheid wie we van binnen zijn en identiteit wie we van buiten zijn.
Toch stellen we die vraag niet bij 'hij' en 'zij'. Stel je voor dat de Nederlandse persoonlijke voornaamwoorden 'wijs' en 'zijs' in plaats van 'hij' en 'zij' waren. Je gebruikt 'wijs' wanneer de persoon aan wie je refereert een witte huidskleur heeft en 'zijs' als de persoon een zwarte huidskleur heeft.
Mijn wordt afgekort tot m'n en dat wordt weer veranderd in me. Voorbeelden: Ik ga dat even aan me moeder vragen. (In plaats van: Ik ga dat even aan mijn moeder vragen).
Opnieuw. Lieve lezer. ' Regenboogtaal luidt te titel van die column en hij (column is vooralsnog een mannelijk woord) gaat natuurlijk over het voornemen van Amsterdam om voortaan 'inclusieve taal' te gebruiken, taal waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen.
Genderfluid of gender fluid
Het betekent iets als "vloeibaar geslacht". Het gaat er in feite om dat we mensen niet zomaar op kunnen delen in slechts mannen en vrouwen. Tussen man en vrouw zitten namelijk nog allerlei variaties. Genderfluid is een term voor mensen die zich niet geheel man of vrouw voelen.
Cisgender en binaire hokjes
Als je cisgender bent, komt je genderidentiteit (hoe je je voelt van binnen) overeen met je geboortegeslacht. Bijvoorbeeld: je bent geboren met een penis en je voelt je man. Of je voelt je vrouw en bent geboren met een vulva. Dit valt binnen het 'binaire geslachtsmodel'.