Selectief mutisme is een ontwikkelingsstoornis waarbij een kind/jongere in sommige situaties niet 'kan' praten, terwijl hij of zij dat in andere situaties heel goed kan. Kinderen/jongeren met selectief mutisme praten thuis en tegen sommige mensen.
Afasie is een taalstoornis, iemand met een afasie kan de taal minder goed gebruiken dan voorheen. Verschillende of alle onderdelen van het taalsysteem kunnen verstoord zijn. Denk hierbij aan het spreken, het begrijpen van een gesprek, het begrijpen van wat u leest, en/of het schrijven. Afasie is géén spraakstoornis.
Mutisme of stomheid is een stoornis in de gesproken taal, die wordt gekenmerkt door het (bijna) niet uiten van gesproken taal. Dit kan liggen aan onvermogen om te spreken. Dit treedt op bij cognitieve stoornissen en als catatonie bij schizofrenie. Ook kan het voorkomen bij depressie of als conversiestoornis.
In Nederland gaat het om een meer dan een half miljoen mensen. Het kan gaan om belemmeringen die het gevolg zijn van aangeboren stoornissen en beperkingen, of op latere leeftijd zijn ontstaan, na bijvoorbeeld een ongeval of ziekte.
Een spelsysteem of letterkaart kan een hulpmiddel zijn voor communicatie met patiënten die volledig verlamd zijn en niet meer kunnen spreken. Door elke letter van een woord af te gaan kan met alleen 'ja' en 'nee' toch gecommuniceerd worden. Bekijk ook de communicatiewijzer (ezelsbruggetje) voor invasieve beademing.
Er zijn 2 soorten taalstoornissen. Stoornissen die ontstaan bij het leren van taal door kinderen (taalontwikkelingsstoornissen). Deze komen het meest voor. En er zijn stoornissen die later ontstaan, bijvoorbeeld door hersenletsel.
Door afasie krijg je problemen met taal. Zoals moeite met lezen, schrijven, spreken, en begrijpen wat iemand zegt. Dit maakt het lastig om bijvoorbeeld te begrijpen wat ze op tv zeggen, of wat er in de krant staat. Zo kun je regelmatig moeite hebben met het vinden van het juiste woord.
Maar dat je mond ook dingen doet als je niet praat, is minder geweten. En dat hierbij ook dingen fout kunnen gaan, is al helemaal onbekend. Zo kun je bijvoorbeeld dag en nacht door je mond ademen in plaats van door je neus. Hierdoor kunnen je tanden verkeerd groeien en kan je gezicht uitdrukkingsloos worden.
Oorzaak spraakproblemen
Bij een spraakprobleem zijn er problemen in de mond- en tongbewegingen, waarmee klanken en woorden worden gevormd. Dit kan komen door: Problemen met de spraakontwikkeling door gehoorproblemen of door veel duim- of speen zuigen.
Vaak is dit het gevolg van een neurologische aandoening, bijvoorbeeld een beroerte, Multiple Sclerose of de ziekte van Parkinson. Ook overmatige spanning, zoals in een drukke periode met veel zorgen of stress, kan voor problemen zorgen.
Je kindje wordt zich tussen de 1 en 4 jaar steeds meer bewust van de wereld om zich heen en van zichzelf. Verlegenheid is hier een natuurlijk gevolg van. Je peuter beseft zich namelijk steeds meer hoe hij zich verhoudt tot anderen, waardoor hij zich opeens klein of beoordeeld door volwassenen kan voelen.
Frida Koopmans: 'Er kunnen verschillende oorzaken zijn waarom een kind van 2 jaar nog niet praat. Soms heeft het een medische oorzaak, soms ligt het aan het aanbod (veel taalaanbod is belangrijk om taal te leren) of het kind heeft een bredere ontwikkelingsachterstand waardoor het praten niet op gang komt.
Als u vindt dat uw kind erg angstig is, kunt u een afspraak maken met de huisarts, de praktijkondersteuner GGZ of met een psycholoog. Hij/zij doet uitgebreid onderzoek en heeft een aantal gesprekken: met uw kind, met u als ouders, met u en uw kind samen en soms ook met de andere gezinsleden en met school.
Afasie is géén spraakstoornis, maar een stoornis in de hersenen. Bij mensen die lijden aan afasie is er een probleem met het begrijpen en produceren van taal. Deze mensen begrijpen de taal minder goed of kunnen niet meer op woorden komen of gebruiken ze verkeerd. Afasie ontwikkelt zich bij iedere persoon anders.
Algemeen over afasie Afasie ('a' = niet, 'fasie' = spreken) betekent dat iemand niet meer kan zeggen wat hij wil (taalstoornis). Praten, het vinden van de juiste woorden, begrijpen wat een ander zegt, lezen, schrijven en gebaren maken zijn onderdelen van onze taal.
Bijna altijd is er na het ontstaan van dysartrie enig spontaan herstel van het spraakvermogen, maar zelden of nooit is dat herstel volledig. Behandeling van dysartrie wordt uitgevoerd door een logopedist. Met veel oefenen is vaak nog verbetering mogelijk.
Brain fog is het gevoel dat het denken, begrijpen en onthouden niet goed lukt. Je voelt je niet helder, suffig, vergeetachtig, verstrooid of wat verward en kan moeite hebben met je te concentreren of met het oplossen van problemen. Het lukt misschien niet (of moeizaam) om op woorden te komen en wat je wil zeggen.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
Dysfasie is een neurologische stoornis in de spraak-taalontwikkeling: het kind begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen dan het zelf kan zeggen. Dysfasie komt best vaak voor, ook de ernstige vormen.
Bij een conversiestoornis zet je lichaam je psychische klachten om in lichamelijke klachten. Je kunt bijvoorbeeld plotseling niet meer praten, het lukt je niet meer om een arm te bewegen, je lichaam maakt onverwacht schokkende bewegingen of je spieren verslappen juist.
Dementie en moeite met praten en begrijpen van taal
Dementerende mensen maken kortere zinnen en vreemde zinsconstructies. Het is steeds moeilijker dingen onder woorden te brengen of te begrijpen wat anderen zeggen. Dan is er sprake van een taalstoornis, ook wel afasie genoemd.
Afasie kan blijvend zijn, maar ook tijdelijk. De hersenen zijn gedeeltelijk in staat zich aan te passen aan veranderingen na een beroerte, maar de mate waarin een taalfunctie herstelt is verschillend. Als er geen verder herstel meer mogelijk is richt de therapie zich op het leren omgaan met de veranderingen.
Hoe vaak komt afasie voor? Ongeveer 30% van de mensen die een beroerte krijgt, de meest voorkomende oorzaak van niet-aangeboren hersenletsel, krijgt ook afasie. Jaarlijks zijn dat ongeveer 14.000 mensen in Nederland en België samen oftewel 38 per dag. In België en Nederland leven zeker 54.000 mensen met afasie.