Ratten leven in kolonies.
toom: ganzen, kippen, eenden. troep: vogels. vlucht: duiven, patrijzen, meeuwen, ganzen. zwerm: insecten (sprinkhanen, muggen, bijen), vogels of vleermuizen.
Bijvoorbeeld een kudde (hoefdieren), een school (vissen), een zwerm (vleermuizen, kleine, danwel kleinere vogels of insecten), een vlucht (vogels).
Van een toom spreekt men vooral bij ganzen, kippen en eenden, zowel gedomesticeerd als wild. Bij varkens gaat het enkel om de complete worp biggen van een gedomesticeerd varken dus zonder de zeug.
Een troep is een groep dieren van dezelfde soort, die zich als groep bij elkaar verzamelen bij wijze van sociaal gedrag. De meeste soorten apen zijn sociale dieren die in troepen leven. Zo'n troep kan zich splitsen in verschillende troepen, en daarna weer samenvoegen (om samen te overnachten).
Wilde zwijnen leven in groepen, ook wel rotte genoemd, tot wel dertig dieren. Een rotte bestaat uit een aantal vrouwtjes en hun jongen van het eerste en het tweede jaar. Mannetjes leven vanaf hun derde levensjaar alleen.
Alle olifanten leven in hechte kuddes, bestaande uit verwante vrouwtjes en hun nakomelingen. De leider van de kudde wordt de matriarch genoemd; zij is gewoonlijk de oudste en meest ervaren vrouw in de groep.
Paarden leven eigenlijk in twee soort groepen: een harem (familiegroep) en een bachelorgroep. Binnen deze groepen is er een bepaalde sociale orde en hiërarchie. Een harem bestaat uit een volwassen hengst, merries en jonge nakomelingen zoals veulens en jaarlingen.
Dolfijnen leven in dynamische groepen van zo'n vijf tot twintig dieren, ook wel een 'pod' genoemd. Ze leven in pods voor het jagen en voortplanten en om zich beter te kunnen verdedigen tegen roofdieren. Eens in de zoveel tijd komen meerdere groepen dolfijnen samen en vormen ze een superpod van wel duizenden dolfijnen!
Een groep leeuwen heet een 'troep'. Vaak bestaat een troep uit één mannetje en een aantal leeuwinnen, maar het komt ook vaak voor dat er meerdere mannetjes in een groep aanwezig zijn. Dit zijn dan vaak broers of familie van elkaar. De leeuwinnen blijven hun hele leven in dezelfde troep.
Een harem bestaat uit één hengst, merries, veulens en de jeugd. Binnen de harem zal de hengst de merries en daarmee zijn voortplantingsmogelijkheid beschermen. In een groep dieren wijst het leidende paard de weg naar voorraden als water, zout, rol-, rust- en graasplaatsen.
Als hard substraat kunnen ook andere, reeds gevestigde oesters dienstdoen. Hierdoor kunnen uiteindelijk grote hoeveelheden oesters dicht bij elkaar leven, ook als er weinig ander vast substraat is. Dergelijke concentraties hebben rifbouwende eigenschappen en worden oesterbanken genoemd.
Geleedpotigen: tweezijdig symmetrisch, uitwendig skelet (pantser), voorbeeld krab. Stekelhuidigen: veelzijdig symmetrisch, inwendig skelet, voorbeeld zeester. Gewervelden: tweezijdig symmetrisch, inwendig skelet (wervelkolom), voorbeeld mens.
Veel kraaien zijn op zichzelf, maar ze eten wel vaak in groepen. Een groep kraaien wordt een 'moord' genoemd. Als een kraai sterft, omringt de groep de overledene.
Dolfijnen zijn uiterst slim, speels en sociaal, maar soms ook erg sluw. Ze kunnen namelijk bendes vormen, die anderen nietsontziend treiteren en zelfs martelen. Ze herkennen zichzelf in de spiegel en begrijpen het aanwijzen van een voorwerp door een mens.
Ze herkenden dus welke plas van familie was. Dolfijnen plassen en poepen zelf natuurlijk ook gewoon in het water waar ze zwemmen. Het is dus niet zielig voor de dieren. En ze vinden het ook helemaal niet vies.
De blauwe vinvis is niet alleen het grootste dier dat op aarde voorkomt, maar ook het grootste wezen dat ooit op onze planeet heeft geleefd.
Kudde: Koeien, olifanten, kamelen, paarden
Voor veel zoogdieren die in groepen leven wordt de naam 'kudde' gebruikt. Je kent ook wel de term kuddedier. Een kudde zorgt voor bescherming tegen onder andere roofdieren. Wanneer een deel graast kunnen de andere op de wacht staan.
Het is gebruikelijk om te spreken van het hoofd van een paard. Het paard geldt als een 'edel dier'. Het edele paard heeft geen kop, poten en bek, maar een hoofd, benen en mond. Dat is geen 'taalregel', maar een gewoonte onder paardenliefhebbers die veel anderen hebben overgenomen.
Het edelhert bevat het woord edel. Echter wordt enkel een paard een edel dier genoemd. Deze naam heeft het gekregen vanwege zijn "hulp" van vroeger uit. Door deze term heeft een paard ook een "hoofd, benen en een mond" i.p.v. een kop, poten en een bek.
De mannetjes en de vrouwtjes leven in aparte groepen. Zo'n groep noem je een roedel.
Biologie
Een mannetje wordt stier of bul genoemd, een vrouwtje heet koe en een jong heet kalf. Olifanten leven in matriarchale groepen, bestaande uit enkele volwassen koeien met hun kalveren. Volwassen bullen leven voornamelijk solitair en voegen zich alleen bij de groep om met geslachtsrijpe koeien te paren.
Een vrouwelijke olifant heet - raar maar waar- koe (of vaars) , een mannetje stier (of bul). Een pasgeboren olifant is een kalf. Binnen een groep olifanten lopen de vrouwtjes aan de buitenkant om de kleintjes in het midden te beschermen tegen vijanden (bijvoorbeeld tijgers) en tegen de hitte en de felle zon.
Juvenielen (jonge dieren) groeien sneller en vervellen vaker dan oudere dieren. Jongere exemplaren gaan vaak pas eten na de eerste vervelling. Ook de vervelling van volwassen slangen valt vaak samen met veranderingen in het gedrag, zoals het aanbreken van de voortplantingstijd of het afzetten van de eitjes.