Opi. Papi/pappy/pappie.
Vroeger had je oma en opa, bomma en bompa. Tegenwoordig worden er heel wat namen gebruikt voor de grootouders van je kindje. Wij legden ons oor te luister in de Libelle Grootouders-groep en vonden alvast enkele toffe namen voor grootouders: oma, opa, meter, peter, meme, pepe, bomma of bompa …
Moetie, nanou, bompi of paps – elke familie heeft zo zijn eigen namen voor grootouders. Maar 'oma' en 'opa' blijven toch veruit de populairste roepnamen.
Petekind is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis 'jongen of meisje van wie iemand meter of peter is'.
Maar bij de woorden 'oma' en 'opa' (in het Vlaams 'bomma' en 'bompa') is dat een heel ander verhaal.
Waar vroeger traditioneel meters en peters werden gekozen binnen de familie, dingen vrienden en vriendinnen van ouders steeds meer mee naar deze functie.
Net zoals vroeger verkrijgen meters en peters vandaag wettelijk gezien geen extra rechten of plichten.
In de katholieke traditie is een meter of peter een getuige van het geloof dat je kind begeleidt in alle stadia van zijn leven, maar ook in religieuze sacramenten. Traditioneel gezien zijn dit ook de mensen aan wie je je kind zou toevertrouwen als jij en je partner zouden overlijden.
De gemeenschappelijke voorouder zelf kan als eerste generatie beschouwd worden, zijn kinderen zijn generatie twee, zijn kleinkinderen generatie drie, zijn achterkleinkinderen generatie vier, enzovoorts. Bij de meeste mensen is tijdens de geboorte wel een of meerdere grootouders in leven.
De broer/zus van je vader/moeder is een oom. Dus de broer/zus van je opa/oma is een oudoom/oudtante.
Achterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overgrootouders, maar niet dezelfde grootouders. Achterachterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overovergrootouders. Achteroom/-tante: hij of zij is een neef/nicht van je vader of moeder. Oudoom/-tante: hij of zij is een broer of zus van je grootouders.
Grootoma krijgt als definitie overgrootmoeder.
Het woord overgrootmoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
betovergrootouders van uw partner; achterneven en achternichten (kleinkinderen van broers of zussen) van uw partner; neven en nichten (kinderen van broers of zussen van ouders) van uw partner; oudooms en oudtantes (oom of tante van ouders) van uw partner.
De meeste kersverse peters of meters geven ongeveer 250 euro uit aan hun eerste cadeautje. Dat lijkt veel, maar weet dat je als kersverse ouder al heel wat kosten hebt. Natuurlijk kan het ook iets bescheidener.
Hoeveel peetouders mag je hebben? Hoeveel mensen je aanwijst als peetouder voor je kind bepaal je zelf. Dit kunnen er meer dan twee zijn, maar dit kan ook maar één persoon zijn. Het ligt er maar net aan wat voor jullie goed voelt.
Ze krijgen ook vaak een Franse naam: dragées. De traditie wil dat het de peetouders zijn die deze lekkernij betalen. Maar zoals wel vaker gebeurt, gaan tradities soms eens verloren. Nu draaien de kersverse ouders meestal op voor de kosten, en maken ze de geschenkjes zo sober of zo luxueus als ze zelf willen.
Kan men een nieuwe peter of meter voor een kind aanduiden? Wanneer de peter of meter van een kind overleden is of wanneer het contact met de peter of meter verbroken is, dan kan aan het kind een nieuwe peter of meter toegewezen worden, wanneer de ouders dat nodig achten voor hun kind.
Zo moet een meter of een peter minimaal zestien jaar zijn en katholiek gedoopt en gevormd zijn. Meter en peter mogen niet de moeder of vader van de dopeling zijn. De meter en peter van de dopeling moeten ook de geschiktheid en intentie hebben om hun taak uit te oefenen.
Schatje, lievie, liefje, poepie, toetie, beertje, lekkertje, knapperd, lieverd, lekker ding, honey, bloempje, duifje...