In de meeste meterkasten vindt u een grote zwarte knop, die u niet direct kan omdraaien. Rechts van de hoofdschakelaar zit bijvoorbeeld een klein plastic kapje, die iets omhoog moet worden gewipt om de hoofdschakelaar om te kunnen zetten.
Als u op een zekering of verliesstroomschakelaar een groene aanduiding ziet staat deze af. Groen beduidt: "veilig", dus "stroomloos". U moet een rode aanduiding zien staan. Als alle zekeringen aan staan en er is geen stroom, ligt de fout wellicht bij het stroomnet.
Op de meeste aardlekschakelaars zit een testknopje. Als je dit indrukt moet de stroom uitvallen; je ziet dan tegelijkertijd een palletje omklappen. Om de stroom weer in te schakelen kun je het palletje van de aardlekschakelaar terug zetten.
De eenvoudigste optie om de stroom uit te schakelen, is om de stop simpelweg uit te zetten. Zoek op welke stop hoort bij de ruimte waarin je aan de slag gaat, en zet die stop uit. Wanneer je een automatische stoppen hebt, kun je de stop gewoon met de schakelaar uitschakelen.
In principe hoeft u alleen de stroomkring waaraan u werkt uit te schakelen, maar het veiligst is om de aardlekschakelaars of hoofdschakelaar af te zetten (door de hendeltjes naar beneden te doen).
De hoofdschakelaar, ook wel lastschakelaar genoemd, is onderdeel van de groepenkast en is een schakelaar die ervoor zorgt dat alle stroomtoevoer tegelijkertijd in- of uitgeschakeld kan worden. De hoofdschakelaar is de eerste schakelaar met betrekking tot de beveiliging van de stroomkring.
ANTWOORD: Volgens de NEN1010 mogen er MAXIMAAL 4 groepen achter één aardlekschakelaar 30mA. TOELICHTING: Bij een te hoge lekstroom wordt de aardlekschakelaar aangesproken. Wanneer je 5 of meer eindgroepen hebt is de som van de maximale acceptabele lekstroom zo hoog, dat deze waarde de schakelaar kan doen afslaan.
Zelf de kortsluiting opsporen kan door alle stekkers op één groep los te halen, de groepsschakelaar weer aan te zetten en één voor één de stekkers weer in het contact te steken. Wanneer de stop doorslaat weet u door welk apparaat de kortsluiting veroorzaakt wordt.
Schakel alle groepen achter de aardlekschakelaar uit en verwijder vervolgens de stekkers van alle elektrische apparaten die op deze groepen zijn aangesloten. Schakel de groepen en de aardlekschakelaar weer in en plug daarna alle stekkers één voor één weer in het stopcontact.
Hou er wel rekening mee dat je het verdeelbord niet in een vochtige ruimte mag plaatsen. Dus zeker niet in de badkamer en ook een berging met douche vermijd je beter. De kelder kan eventueel wel zolang hij droog staat en er geen kans bestaat op onderlopen.
Een zonnedouche werkt heel simpel zonder elektriciteit, zo bespaar je dus elektrakosten voor warm water en heb je ook warm water mocht de stroom uitvallen. En last but not least, de aanschaf en installatie van een zonneboiler kost veel geld. Terwijl een zonnedouche slechts eenmalig €10 kost.
Een hoofdschakelaar is sinds 1 september 2005 verplicht in elke groepenkast voor woningen waarvan de bouwvergunning na deze datum is afgegeven. Ook indien er ingrijpende aanpassingen worden aan oudere installaties is een hoofdschakelaar verplicht.
Een aardlekschakelaar is niet verplicht wanneer een contactdoos bedoeld is voor een specifiek apparaat en daardoor minder goed bereikbaar is. Denk dan aan een apparaat dat min of meer vast is opgesteld of niet eenvoudig verplaatst kan worden door een flink gewicht of het ontbreken van een draagbeugel.
Stroomdraden hebben een isolatielaag die kan beschadigen door bijvoorbeeld water, warmte en stof. Als één of meer kabels elkaar raken (bijvoorbeeld omdat de isolatielaag stuk is) ontstaat er kortsluiting. Dan wordt de stroomsterkte te hoog, de draden te warm, en zo kan er brand ontstaan.
Elektrische draden, die tegen elkaar aankomen, apparaten of kabels die beschadigd zijn, te dunne bedrading en verkeerd montagemateriaal zijn allemaal redenen voor een kortsluiting in de meterkast. En kortsluiting is weer een veel voorkomende oorzaak van brand in huis.
Hoeveel groepen mogen maximaal in een groepenkast? Het aantal groepen in een 1 fase groepenkast is maximaal 12 groepen. Jouw type aansluiting kun je bijvoorbeeld nazien op de kilowattuurmeter. Vaak staat op de meter of het een 1 fase of een 3-fase meter betreft.
Als een groepenkast is voorzien van een aardlekschakelaar dan zal deze bij kortsluiting, overbelasting of hoge lekstroom het complete elektriciteitsnet in huis uitschakelen. Dat is natuurlijk heel veilig. Er kan daardoor geen verdere schade aan het netwerk en aan elektrische apparatuur ontstaan.
Minimaal twee aardlekschakelaars
Daardoor kunnen onveilige situaties zoals brand voorkomen worden. Het is dan ook niet voor niets dat een aardlekschakelaar sinds 1975 in nieuwe of gewijzigde installaties verplicht is. Sterker nog: sinds 2005 moeten alle groepen achter minimaal twee aardlekschakelaars verdeeld worden.
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan bedrading versleten zijn, een stopcontact kortsluiting geven, de hoofdzekering kapot zijn of een algehele stroomstoring bij de aanbieder zijn.
Als hoofdschakelaar werd vaak een of meer aardlekschakelaars gebruikt. Sinds 2005 mag dit dus niet meer en moet je altijd een hoofdschakelaar in je groepenkast plaatsen. Een groepenkast moet namelijk in één handeling uitgeschakeld kunnen worden met een daarvoor geschikt component, dus met een hoofdschakelaar.
De inhoud van een 3 fase groepenkast
3 fase groepenkasten hebben, net als 1 fase groepenkasten, 2-polige aardlekschakelaars. Plaats per 4 installatieautomaten 1 aardlekschakelaar. De hoofdschakelaar is echter anders, in een 3 fase groepenkast zit namelijk een 4-polige hoofdschakelaar.