Bij je kleurkeuze om water te schilderen met acrylverf is het dus belangrijk om rekening te houden met de achtergrond van de vaas. Water is tenslotte transparant. Houd je ook niet in om kleuren te mengen. Met acrylverf is dit goed mogelijk.
De kleur van water
Als je water schildert, krijgt het water dus vooral de kleur van de voorwerpen of omgeving die in het water reflecteren. Als de lucht in het water reflecteert, gebruik je dus dezelfde kleur als de lucht, maar dan wel iets donkerder, omdat een deel van het licht ook wordt geabsorbeerd door het water.
Bij aquarel maak je namelijk gebruik van speciale aquarel verf die je zelf verdunt met water. Door het te verdunnen met water wordt de verf daadwerkelijk lichter van kleur en substantie en dit zorgt voor prachtige heldere en frisse kleuren.
Je kan diepte bereiken op de volgende manieren: Door bepaalde kleurcontrasten te gebruiken, met name het warm-koud contrast en het licht - donker contrast. Warme kleuren komen, net als lichte kleuren, naar voren ten opzichte van koele respectievelijk donkere kleuren.
De kwaliteit van een schilderij wordt beter als je verschillende lagen verf over elkaar heen schildert. Het is belangrijk om transparante of half transparante lagen verf te gebruiken bij het gelaagd schilderen. Je kunt dan door de lagen heen kijken. Dit veroorzaakt diepte in je schilderij.
Het belangrijkste verschil tussen olieverf en acrylverf is het bindmiddel. Verf bestaat altijd uit pigment met een bindmiddel. Bij olieverf is dit bindmiddel olie (meestal lijnolie) en bij acrylverf is dat acrylaatharsdispersie (oneerbiedig gezegd: plastic).
Reacties. Je kan werk in potlood, houtskool, pastel of waskrijt, aquarel, pen en tempera fixeren met glasheldere, zuivere en niet vergelende acrylharsfixatief. Het is niet goedkoop.
Acrylverf is een jonge schildertechniek. Het is populair bij zowel beginners als meer ervaren hobbyschilders en professionele kunstenaars, vooral vanwege de veelzijdigheid: als je met veel water en glacis werkt, zijn de kleuren transparant en stralend als in een aquarel.
Zit er verschil tussen aquarel- en waterverf? Eigenlijk kan ik hier heel kort in zijn: er zit helemaal geen verschil tussen aquarel- en waterverf. Water- en aquarelverf is precies hetzelfde. In Nederland wordt vaak de term waterverf gebruikt als aanduiding voor goedkope verf en aquarelverf voor de kwalitatieve versie.
In principe een ondergrond (papier, karton of een schildersdoek), acrylverf en zand. Daarnaast is de uitvoering heel eenvoudig. Je mengt namelijk het gekozen zand, vrijwel altijd fijn zand, met een bepaalde kleur verf. Voor de rest verf je gewoon wat je leuk vindt en laat deze vervolgens opdrogen.
Voor de lucht kun je iets meer water toevoegen aan de olieverf in Zinkwit om de verf wat transparenter te maken en daardoor het blauw zichtbaarder te maken. Dit maakt de verf minder 'vet' dan wat je gebruikt hebt voor de wolken, omdat de blauwe lucht achter de wolken moet liggen.
Bouw je schilderij op van magere of schrale verf naar vette verf. Iedere laag moet iets vetter zijn en dus meer olie bevatten. Dit doe je met behulp van je oplosmiddelen. De eerste laag verdun je met een oplosmiddel die de olieverf mager maakt: terpentine, terpentijn of Gamsol.
Je kunt een watergedragen verf over een verflaag op terpentine basis aanbrengen. Allereerst goed ontvetten en schuren, en vervolgens een hechtprimer op waterbasis aanbrengen voor een goede hechting. Daarna kan je 1-2 lagen aflakken met een watergedragen verf.
Verf op water basis is over het algemeen de beste keuze voor houtwerk binnenshuis. Voordelen hiervan zijn: geur arm, snel drogend, niet vergelend, goed elastisch, en beter voor het milieu als traditionele verf. Ook hebben (vooral grond) verven op water basis vaak een zeer goede hechting op verschillende ondergronden.
Een schuimroller wordt ook wel een lakroller genoemd. Het is de beste lakroller voor watergedragen verf. Een lakroller op terpentinebasis kan ook een schuimroller zijn. Dit is de meest voordelige optie om af te lakken.
Leren schilderen is het zelfde
Het is gewoon een vaardigheid en niets meer. Leren schilderen doe je door een aantal technieken onder de knie te krijgen. Met een beetje tijd en moeite krijg je deze schilder technieken onder de knie en zijn ze net als autorijden een gewoonte geworden.
Het is een goede gewoonte om je schilderij te beginnen met de grootste kwast die je vinden kunt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een kwast van 5 á 6 cm breed (groter mag ook). Begin met grote streken en forse bewegingen, zonder hier al te veel over na te denken.
Schilderen met een kwast of gebruik maken van je paletmes om verf aan te brengen. Dikke klodders of dunne laagjes. Verf direct op het doek aanbrengen of eerst op je palet. Er is niets goed of fout, maar het is wel handig om te zien wat er allemaal mogelijk is.
Een aquarel kan gevernist worden. Je brengt dan, naast bescherming, ook een lichte glans aan. Met vernis bescherm je het werk tegen vocht en vuil. Dit kun je ook doen door je werk niet te vernissen maar in te lijsten achter glas.
Deze bindmiddelen zorgen voor verschillende eigenschappen. Zo is de droogtijd van olieverf veel langer door de olie, terwijl acrylverf juist snel droogt waardoor je snel kan werken. En omdat acrylverf watervast opdroogt kan je goed laag over laag werken. Aquarel lost weer op met een nieuwe laag waterverf.
Nat in nat schilderen is een schildertechniek waarbij je met natte verf op nat papier schildert. De verf vloeit in en uit over het papier, mengt zich met de papiervezels en de andere kleuren, waardoor er dromerige en kleurrijke beelden ontstaan.
Acrylverven zijn in principe watervast, maar ze zijn niet geschikt voor gebruik buitenshuis. Voor gebruik buitenshuis wordt het gebruik van acryllakken aanbevolen, omdat deze minder gevoelig zijn voor regen.
Acrylverf zijn sneldrogende kleuren die je direct uit de tube of pot kunt gebruiken, net als olieverf. Ze kunnen met water verdund worden zoals aquarelverf. Ze zijn uiterst veelzijdig en levendig en bieden de kunstenaar een brede keuze van texturen en kleuren.