Zorg dat je van tevoren al een potje hebt gevuld met een mengsel van 5 delen potgrond en 1 deel grof zand en/of vermiculiet, dat je al goed nat hebt gemaakt. Prik er met een stokje of je vinger een gaatje in tot ruim de helft van het potjes diep.Want je wilt de stek graag vrij diep in de grond steken.
Tomaten stekken
Als je een kasje hebt en wat plek over, dan kan je eenvoudig een extra tomatenplant 'maken' door een dief te stekken. Tomaten wortelen heel gemakkelijk. Vaak wortelen zelfs de scheuten die je op vochtige grond laat liggen vanzelf. Let op: buiten is dit vrijwel nooit succesvol.
Geef ook liever 1x in de week heel veel water in plaats van elke dag een klein beetje. Zo ontwikkelt je tomatenplant langere, diepere wortels en daarmee een sterker wortelsysteem. Tomaten geef je dus veel water, maar alleen totdat deze beginnen te verkleuren. Geef dan matig water, anders barsten de vruchten!
Bij het verspenen haal je de plantjes zo voorzichtig mogelijk uit hun zaaibakje met een verspeenvorkje. Daarna kun je ze verplanten naar een groter potje waar de planten verder kunnen groeien tot het moment dat ze uitgeplant worden in de grond. Bij het verpotten kies je voor een kwalitatieve potgrond.
Tomaten kun je perfect in een pot houden, op voorwaarde dat je ze, net als tomaten in de serre, regelmatig water en voeding geeft. Neem meteen een pot die groot genoeg is: reken op 20 liter per plant. Zorg dat er een gat in de bodem zit, voor overtollig (regen)water.
Tomaat - aardappel, erwt, venkel, diverse koolsoorten.
We adviseren je om speciale, organische tomatenmest te gebruiken. Die is speciaal afgestemd op de behoefte van de tomaten. Zo voorkom je dat de planten tekorten krijgen. Dit type mest geeft de voedingsstoffen langzaam af.
Regelmatig water geven is belangrijk
Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water. Geef je de tomatenplant onregelmatig water, dan gaan de tomatenvruchten barsten.
Een tomatenplant heeft in de serre een levensduur van 5 maanden. Mei, juni, juli, augustus en september. Alle energie van moeder natuur wordt best zo goed mogelijk verdeeld in die 5 maanden.
Toppen doe je door de stam te verwijderen boven de 2 eerste bladeren na de laatste tros. Tomatenplanten kunnen echt groeien als onkruid. Het verwijderen van bladeren heeft als voordeel dat de plant beter opdroogt na regen (buitenteelt), maar ook dat er meer licht en lucht aan de plant en zijn vruchten kan.
Vergeelde blaadjes onderaan de plant kunnen wel weggesneden worden. Als, bij de sterker groeiende tomatenplanten, een paar bladeren op de grond hangen, kan je die wel verwijderen. II. Bloei tros 2 : De onderste 3-4 bladeren kunnen nu definitief weggesneden worden.
Tomaten hebben kalk nodig. Drie of vier verpulverde eierschalen per plantgat doet de plantjes goed. Verzamel dus een paar dagen je eierschalen. Was ze in warm water, leg ze te drogen op een stukje keukenpapier en vermaal ze in een keukenmachine of vijzel.
Tomaten kunnen hard groeien en gedijen goed in een vruchtbare bodem. Meng daarom een of meerdere handen potgrond, compost, of verteerde stalmest door het plantgat en geef goed water bij het uitplanten.
Als je hem uitgraaft, kan je hem op een lichte warme plaats wel overwinteren. Hij zal dan echter lang en dun uitgroeien (Etoilleren). Mocht je hem tot het voorjaar in leven weten te houden dan kan hij de tuin in geplant worden. Makkelijker is het om volgend voorjaar een nieuw plantje op te kweken.
Aan een plant met grote tomaten, kan je meestal minstens een tros of vier, dus rond de 20 tomaten verwachten. Vaak wordt het echter nog meer, zodat je uitkomt tussen de 5 en 15 kilogram tomaten per plant.
Struiktomaten kun je in de volle grond langs een eenvoudig hekwerk zetten. Help ze hier en daar wel een beetje door ze aan het hek vast te binden. Plant kleine struiktomaten 25 centimeter van elkaar vandaan, voor grotere tomatensoorten geldt een afstand van vijftig centimeter.
De tomaat is eigenlijk een meerjarige plant, maar kwekers gebruiken hem vaak eenjarig. Ook in Nederland kun je prima tomaten kweken: in de zomer buiten en het hele jaar door in een kweektent. De plantenvoeding en substraten van CANNA bieden je tomatenplant precies de basis die ze nodig heeft.
De reden waarom stamtomaten worden aangebonden is dat stamtomaten (zeker in de kas) grote planten worden tot meer dan 2 meter hoog. Door de hoofdstam elke 15 tot 30 centimeter vast te binden aan een stok zorg je dat de planten niet omvallen.
Tomatenplanten kunnen helaas niet tegen vorst. Men dient hierdoor maatregelen te nemen om te voorkomen dat de plantjes doodvriezen. Dit kan door de plant in een warmere ruimte te plaatsen. Je kunt bijvoorbeeld een tomatenplant binnen plaatsen en in het voorjaar opnieuw planten.
Als hij niet regelmatig water krijgt, gaat hij dood. Alleen als de tomaten gaan verkleuren van geel naar rood, geef je zoveel water dat het blad groen en goed blijft – dit is zeker minder in het begin. Dan geef je om de twee dagen een flinke scheut. Dat doe je een beetje op gevoel.
Tomaten houden van zon en warmte. Plant pas midden april in je serre, en wacht tot midden mei als je in de openlucht kweekt. Geef ze een plekje met veel zon. Geef je tomaten ruimte om te groeien: plant gemiddeld 2,5 planten per vierkante meter (of 5 planten op 2 vierkante meter).
Pluk ook niet in één keer te veel bladeren van een plant af, daar schrikt een tomatenplant van en dat vindt hij niet fijn. Beter is het om regelmatig ( bijv. 1x per week) 2 tot 3 bladeren te verwijderen.
- Plant ze diep! Dus nooit op zelfde hoogte als in de pot, maar minstens 5 cm dieper. Dat is tot net onder de eerste blaadjes, of zelfs tot onder het tweede paar. De haartjes op de stengel zijn eigenlijk worteltjes.
Tomaten houden niet van regen. Knip eventueel wat blad weg wanneer een plant te lang nat blijft na een regenbui. Knip ook bladeren weg die het zonlicht weghouden van de vruchten.
Bij een tomatenplant, waar de onderste bladeren geel worden, kunnen meerdere problemen de oorzaak zijn, maar meestal is stikstofgebrek de boosdoener. Stikstof is een voedingselement, dat een plant veel gebruikt. Dit voedingselement wordt onder andere gebruikt in het bladgroen van de bladeren van een plant.