Snoeien kan op vrijwel elk moment. Maar na de winter is het wel een must, omdat de rozemarijn snel verhout en ouder wordt. Snoei alle takken wat terug, maar nooit tot in het kale hout; zorg dat er altijd nog groen aan de takken zit. Door vormsnoei dwing je de plant om binnenin jonge takjes te maken.
Een rozemarijn kun je snoeien na de bloei en na de winter in maart. In de zomer kun je de lange bloemtakken halveren, maar dit is niet noodzakelijk. Als je regelmatig takjes afknipt voor gebruik in de keuken snoei je de rozemarijn uiteraard ook al.
Rozemarijn heeft weinig verzorging nodig, wel is het aan te raden om de plant na de bloei een opknapbeurt te geven door hem terug te snoeien. Geef kuipplanten alleen van maart tot september wat extra mest. Let wel op insecten, bijvoorbeeld de bladsprinkhaan. Deze insecten laten witte vlekjes achter op het blad.
Voor overwintering zoekt u een lichte, koele plaats. De serre, het lichte trappenhuis of het raam van de garage of slaapkamer zijn ideaal. Tussen 5 en 10 graden Celsius is het voldoende om rozemarijn te laten overwinteren. Het mag ook niet warmer zijn, want hoe hoger de temperatuur, hoe groter de scheutgroei.
Rozemarijn (Rosmarinus officinalis) is een houtachtig en aromatisch kruid dat 15-20 jaar oud kan worden. Het is een groenblijvende struik met een gemiddelde hoogte van 1,2 m. Rozemarijn heeft witte, paarse of blauwe bloemen en geurige, leerachtige bladeren, die op dennennaalden lijken.
Stekken in de grond steken
Steek enkele stekjes van je rozemarijn langs de randen van de pot in de grond, of plant ze afzonderlijk van elkaar in zaaimodules. Geef de stekken water van boven om de grond rond de stekjes goed in te laten klinken.
In plaats daarvan is het voor rozemarijn planten belangrijk dat de bemesting de gezondheid van de bodem stimuleert. Hiervoor kun je de rozemarijn planten het beste bemesten met een combinatie van compost en wormenmest. Zowel compost als wormenmest bevatten kleine hoeveelheden stikstof, fosfor en kalium.
Rozemarijn is een groenblijvende plant die het hele jaar door zijn blad behoudt. Bijzonder is de vroege bloei, die in maart begint in een beschermde teelt (vorstvrije overwintering). Rozemarijn bloeit vanaf mei als hij buiten groeit. Na de bloei is het het perfecte moment om rozemarijnstruiken te snoeien.
Gezondheidsvoordelen: Goed voor geheugen
In traditionele Chinese geneeskunde, rozemarijn thee voor maagstoornissen en voor het kalmeren van de zenuwen. Met zijn anti-inflammatoire eigenschappen, wordt dit helende kruid ook gebruikt tegen verteringsproblemen, menstruatie stoornissen en verlies aan eetlust.
Aanplanten kun je zowel in de volle grond doen als in een pot. Let er wel op dat rozemarijn een beschutte plaats, met het liefst veel zon, nodig heeft om goed te kunnen groeien en bloeien. Als grondsoort is droge en goed doorlatende grond het beste. De bloeiperiode van de plant is van maart tot en met mei.
Gele naalden duiden meestal op te veel water
Als de rozemarijnnaalden geel worden, is dit meestal een duidelijke indicatie van fouten bij het bewateren - in dit geval is de rozemarijn te nat.
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur.
Rozemarijn bevordert de spijsvertering en helpt bij chronische galaandoeningen, slechte leverfunctie, hoofdpijn en migraine door lever- en galstoornissen, winderigheid, zwakke maag, maagdarmkrampen en gebrek aan eetlust. Niet in grote doses gebruiken bij zwangerschap (wel als keukenkruid).
Veel water heeft deze rozemarijn niet nodig. De plant heeft liefst staat liefst op een droogje. Lekker verwaarlozen dus. Als je tuiniert in potten moet je je rozemarijn wat beter in de gaten houden.
De meest voorkomende rozemarijn groeit de hoogte in tot maximaal 1 meter, daarnaast is er een kruipende soort die ongeveer 30 cm hoog wordt en ideaal is voor borders, hangmanden en op muurtjes. Kruiden als rozemarijn tussen decoratieve planten zetten is niet alleen een trend, het verrijkt ook de biotoop van je tuin.
De smaak van van het kruid rozemarijn is mild, maar snel overheersend. Het is een oud keukenkruid, dat vooral in Italiaanse gerechten goed past. Het smaakt lekker in vleesgerechten (zoals varkens- en lamsvlees), groenten, soepen en salades. Het kruid is ook zeer geschikt bij schelp- en schaaldieren.
Rozemarijn is wat langer houdbaar dan andere kruiden, want de stelen en bladeren zijn wat stugger. Zit het blad nog aan de steel, dan kun je dit kruid 4 dagen in de koelkast bewaren. Zonder steel kunnen de blaadjes maximaal 3 dagen bewaard worden. In de vriezer kan rozemarijn 8 tot 10 maanden bewaard worden.
Rozemarijnolie voor het haar heeft indrukwekkende haargroei stimulerende capaciteiten. De anti-inflammatoire werkstoffen werken tegen roos, schilfers en een gevoelige hoofdhuid. Daarnaast wordt de doorbloeding gestimuleerd, waardoor de haarwortel beter gevoed kan worden en het haar sterker en steviger wordt.
Zowel de bladeren als de bloemen van de plant zijn eetbaar. De smalle naaldachtige bladeren zijn aan de bovenkant donkergroen en aan de onderkant wit. Het wordt als kruid toegevoegd aan zoete gerechten, maar is ook lekker bij vis en vlees.
Als je rozemarijn in je tuin wilt, kun je deze naast oregano en marjolein planten. Deze kruiden kunnen goed samen groeien en vullen elkaar prachtig aan.
Rozemarijn vraagt wat kalk in de grond. Regelmatig water geven. Gebruik de stengels en blaadjes om mee te kruiden.
In de volle grond heeft Rozemarijn nauwelijks tot geen extra voeding nodig. Gooi hooguit na het bloeien een klein handje compost of gewone tuinmest. Staat de plant in potten dan kan wat extra voeding geen kwaad. Gebruik bijvoorbeeld vloeibare voeding of een tablet met een langzaam werkende meststof in pot of bak.
Je kunt rozemarijn binnen houden op een zeer zonnige vensterbank. Het is wel nodig om de plant elk voorjaar te verpotten en dan ook licht terug te snoeien.
Maar na de winter is het wel een must, omdat de rozemarijn snel verhout en ouder wordt. Snoei alle takken wat terug, maar nooit tot in het kale hout; zorg dat er altijd nog groen aan de takken zit. Door vormsnoei dwing je de plant om binnenin jonge takjes te maken. Kort hem daarom aan de toppen zo'n 5 á 8 cm in.