Geluiden zoals een geklapper of een ongewoon luid krassend geluid dat uit de motor komt, kunnen op problemen met de kleppen duiden. Een te grote of te kleine klepspeling is tevens akoestisch waarneembaar en kan door het achteraf bijstellen van de tuimelaars van de nokkenas worden gecorrigeerd.
De volgende problemen kunnen optreden bij een niet goed afgestelde klepspeling: Te grote klepspeling zorgt ervoor dat de klep te laat en niet ver genoeg opengaat, waardoor er niet voldoende tijd is om de cilinder te vullen en te legen. Dit kan merkbaar zijn aan een tikkend geluid in het motorblok en vermogensverlies.
Als de klepspeling te groot is, resulteert dit in het niet volledig benutten van de tijd en afstand welke dat de klep open hoort te gaan. Hierdoor kan de cilinder zich niet maximaal vullen en legen. Dit resulteert doorgaans in vermogensverlies en mogelijk in een tikkend geluid van de motor.
De klepspeling wordt gemeten met een zogenaamd “voelermaatje“. Op het voelermaatje zitten diverse maten met metalen strips, met elk een waarde van 0,05mm dikker dan de ander. Door een aantal strips tussen de nokkenas en de klep te schuiven, kan gecontroleerd worden hoeveel speling er aanwezig is.
De kleppen van een dieselmotor moet doorgaan vaker worden gecontroleerd en gesteld worden dan kleppen van een benzinemotor. Wanneer moeten de kleppen gesteld worden. Het is het beste om bij een dieselmotor zeker eens per jaar de klepspeling te controleren en indien nodig deze af te stellen.
Hiervoor is slijppasta in de handel. Deze pasta wordt op de klep of zitting aangebracht. De klep wordt met een speciaal hulpgereedschap geroteerd waarbij steeds een beetje slijppasta tussen klep en zitting gebracht moet worden. Het is aan te bevelen de klepsteen een beetje te oliën zodat deze makkelijk ronddraait.
Draai de motor een hele omwenteling verder (360º) op de krukas en stel dan de kleppen van die cylinder, en gebruik dezelfde techniek voor de overige. Het kan sneller maar deze methode geeft je de zekerheid dat bijde kleppen van die cylinder niet open kunnen staan.
De oorzaak van verbrande kleppen moet gezocht worden in een hoge temperatuur door bijvoorbeeld te weinig klepspeling. Als er dus 1 klep verbrand is dan is de kans klein dat er een verband is met het vervangen van de distributieriem.
Als je de klep zelf schoonmaakt, zal je dat weinig geld kosten. Maar komt het zover dat je de klep moet laten vervangen dan kan dat tussen de 1200 en 1500 euro kosten afhankelijk van het model en type auto.
De in- en uitlaatkleppen worden aangedreven door de distributie en de nokkenas om ervoor te zorgen dat er verse lucht (en brandstof) de cilinder in komt en uitlaatgas de cilinder uit gaat. De inlaatklep is doorgaans groter dan de uitlaatklep om zoveel mogelijk mengsel de verbrandingskamer in te laten gaan.
Kleppen in een verbrandingsmotor zorgen voor het inlaten van het brandstof/luchtmengsel, of de lucht (bij dieselmotoren) en het afvoeren van verbrandingsgassen uit de cilinders.
Het voordeel van klepoverlap is dat de snelheid van de binnenstromende lucht verhoogd wordt bij het openen van de inlaatklep, wat resulteert in een hogere vullingsgraad.
Een klepveer is een veer die wordt gebruikt om een klep van een verbrandingsmotor te sluiten.
Een klepschotel die oververhit raakt, verbrandt op den duur.
Er wordt een klep gemonteerd in de uitlaat die elektronisch verbonden is met een afstandsbediening. Wanneer u op de knop drukt roteert de klep en verandert de richting van de luchtstroom en het geluid naar een cut out of een bypass. Hierdoor wordt de uitlaat aanzienlijk luider met een druk op de knop.
Als de scooter een tikkend geluid maakt, of wanneer de scooter sist, ploft of knalt moet u mogelijk de scooter kleppen laten nakijken. Ook het moeilijk starten van de scooter, of vermogensverlies kan een gevolg zijn van problemen met de kleppen.
Hydraulische klepstoters drukken door de aanwezige oliedruk de klepstoters zonder tussenkomst van andere onderdelen direct op de kleppen. Door de doorlaat van de kleppen wisselt deze druk waardoor de afstand bij het openen van de in en uitlaatkleppen aangepast word.
De ontstekingsvolgorde is volgens de gebruikelijke cilindernummering bij een lijnmotor met vier cilinders (1-2-3-4 van voren naar achteren) meestal 1-3-4-2. Dat wil zeggen dat binnen het raam van een arbeidsproces eerst de bougie van de 1e cilinder vonkt, vervolgens die van de 3e, de 4e en tenslotte de 2e cilinder.
Ontstekingsvolgorde (arbeidsdiagram):
Bij elke arbeidsslag wordt de verbrandingskracht via de zuiger aan de krukas doorgegeven. De arbeidskrachten moeten optimaal worden verdeeld bij het draaien van de krukas, want anders kunnen er oneenparige bewegingen ontstaan (dus extra trillingen en onregelmatig draaien).
De uitlaatklep opent 40° voor het ODP en sluit 10° na het BDP en heeft dus een openingsduur van 40 + 180 + 10 = 230°. De klepoverlap bedraagt 35°. De extra openingstijd van de kleppen noemt men "vooropening" en "nasluiting".
De klepoverlap is de periode, waarbij de uitlaatklep nog niet gesloten is terwijl de inlaatklep al open staat. Bij een goed functionerende motor worden de verbrandingsgassen na afloop van de uitlaatslag door de 'verse' stroom brandstofluchtmengsel als het ware uit de verbrandingsruimte weggeduwd.
Beschadigde kleppen:
Maar ook auto's die op lpg gas rijden hebben kans op het verbranden van een uitlaatklep omdat de temperatuur bij het rijden op gas in de cilinder hoger is. Daarom moeten bij niet zelfstellende kleppen deze vaker bijgesteld worden en houd men vaak de ruimte voor het openen van de kleppen ruimer aan.