Ga lichtjes door je knieën, houd je ellebogen licht gebogen en houd je handen op hoofdhoogte. Op het moment van spelen sta je stil en strek je benen. De bal speel je door van je handen een kommetje te maken en je wijsvingers en duimen vormen een driehoekje. Je strekt je armen volledig naar boven en je wijst de bal na.
Bij het bovenhands spelen wordt de bal met de vingertoppen boven het voorhoofd gespeeld, let op: dus niet voor de neus! De uitgangspositie van de voeten is altijd een schouderbrede ongelijke stand.
Eerst gooi je de bal op of laat je hem los uit je hand(en).Daarna sla je de bal op met één hand of een deel van je arm. Je slaat de bal binnen 8 seconden na het fluitsignaal van de 1e scheidsrechter op.
Blokken mag niet, want hierbij wordt de bal gespeeld, als die zich (nog) boven de netrand bevindt. Gelijktijdig aanraken van de bal Twee of drie spelers van hetzelfde team mogen gelijktijdig de bal aanraken. Dit telt dan wel als twee resp. drie keer aanraken van de bal.
Dat constateert ook Joëlle Staps, algemeen directeur van de Nevobo: “Volleybal is een relatief moeilijke sport, voor zowel leerlingen als docenten. In de traditionele zes-tegen-zes vorm komt het zeker niet voor alle leeftijden goed uit de verf.” Het volleybal wil een vaste waarde blijven in de gymzaal.
De diagonaalspeler is over het algemeen de “puinruimer” en puntenmachine van een ploeg. Veel aanvallen worden over deze speler uitgespeeld. Vaak is dit de sterke aanvaller van het team, die minder goed kan passen en verdedigen. De term 'Diagonaal' is gebaseerd op zijn of haar positie in het veld.
Ja, volleybal is goed voor je. Het is een sport die helpt om je hart- en longfunctie te verbeteren, je spieren te versterken en je coördinatie en behendigheid te verbeteren.
Het op één na hoogste niveau is Nationale 1, daarna komt Nationale 2 (vroeger 1ste divisie).Het laagste landelijke niveau is Nationale 3 (vroeger 2de divisie). Nationale 2 en 3 zijn zowel bij de mannen als de vrouwen nog opgedeeld in verschillende groepen A, B tot maximaal C.
Morgan combineerde regels uit andere sporten zoals tennis, basketbal en honkbal. Volleybal werd oorspronkelijk mintonette genoemd, maar is vlug daarna omgedoopt.
Twee teams (of twee mensen) tegenover elkaar die een spel spelen dat lijkt op volleybal, maar het niet is. Er wordt namelijk geen bal over gespeeld, maar een grote shuttle met een veren pluim. Het spel heet Indiaca, is overgewaaid uit Brazilië en wint in Europa snel aan populariteit.
Om überhaupt blessures te voorkomen zijn er een aantal dingen die je zelf kunt doen. Zorg voor een goede warming-up, doe dan gelijk je oefeningen voor je romp, enkels en schouders, dan heb je die in ieder geval gehad. Blijf scherp op je techniek en zorg dat je jezelf niet 'scheef traint'.
Volleybal is een intensieve sport die veel vraagt van je lichaam, vooral je knieën, schouders en enkels. Door regelmatig te trainen kun je je lichaam sterker maken en de spieren rondom deze kwetsbare gewrichten versterken, waardoor je minder snel geblesseerd raakt.
Elk team mag tot drie balcontacten gebruiken om de bal terug over het net te spelen.
Je kunt hiervoor verschillende oefeningen doen zoals de box jump. Je gaat voor een bank of een box staan en gaat door je knieën, je springt op de bank en komt weer neer door je knieën. Hierdoor worden je kuiten en benen sterker en kun je een stuk hoger springen.
Volleybal is een sport met veel verschillende handelingen, waarbij je bij iedere handeling een andere spiergroep gebruikt. De drie belangrijkste spiergroepen om als volleyballer te trainen zijn de benen, het bovenlichaam en de core ofwel romp.
Uit tekeningen blijkt dat al in de 16e eeuw aan het Engelse hof van koningin Elizabeth een spel werd gespeeld dat veel op volleybal leek. Maar officieel geldt de Amerikaan William G. Morgan als de bedenker van het volleybal.
De libero is de speler in het 'andere shirt' in een volleybalteam. De functie van een libero is uitsluitend passen en verdedigen. De liberospeler mag ook alleen in de achterste 3 posities van het volleybalveld staan. Je zult een libero dus nooit zien aanvallen of serveren.
Als je begint met volleybal wordt er eerst gekeken naar je leeftijd. Het kan zo zijn, dat je als 10-jarige bij een vereniging komt, maar nog niet op het niveau zit voor iemand van 10 jaar. In dat geval kun je eerst op een lager niveau beginnen en zo snel mogelijk doorstromen naar een hoger niveau.
Naast het gooien en vangen van de bal wordt onderarms spelen beloond en is onderhands opslaan verplicht. voor zichzelf de bal opgooit en een volleybaltechniek laat zien en hiermee scoort. niveau 4: 9-10 jaar; 3 keer samenspelen (tweede bal mag nog gevangen worden) en opslaan vanaf de achterlijn verplicht.
De rallypas of juist de servicepass.
Netfout. Bij volleybal is het heel belangrijk dat je goed oplet vooraan het net. Het kan namelijk zo zijn dat de bal te scherp op de netrand valt waardoor je per ongeluk in het net terecht komt. Helaas mag je het net niet aanraken tijdens volleybal.
Het vele springen dat bij volleybal noodzakelijk is, verhoogt de kans op enkel-, kuit- en knieblessures. Volleybal is een balsport met veel 'bovenhandse' technieken. De smash, de service en de set-up. Bovenhandse technieken vergroten de kans op een overbelastingsblessure rond het schoudergewricht.
Als je een wedstrijd of training van volleybal volgt, verbrand je ongeveer 630 tot 730 calorieën. Dit is afhankelijk van je intensiteit en gewicht. Een rustig potje beachvolleybal verbrandt iets minder, namelijk ongeveer 400 calorieën.
De basisvoeding van een volleyballer is belangrijk, maar er zijn daarnaast nog aantal punten in voeding die ook extra aandacht verdienen. Koolhydraten zijn voor volleyballers erg belangrijk, koolhydraten zijn namelijk de snelste, gemakkelijkste en belangrijkste energiebron voor het lichaam.