Plaats een gasfles waar mogelijk buiten of in een goed geventileerde, daarvoor ingerichte opslagplaats. Controleer of alle kranen van de gasflessen (zowel volle als lege) goed dicht zijn en voorzie alle gasflessen van goed aangedraaide beschermkappen.
Bewaar een gasfles altijd rechtop en op een goed geventileerde, koele plaats in de open lucht, zoals de tuin of op het balkon. Nooit op een plek waar de zon er direct op schijnt. Een goed geventileerde schuur is ook een optie, maar niet direct naast een warmtebron zoals een kachel.
De opslag moet bij voorkeur in de buitenlucht gebeuren en geldt voor zowel volle als lege gasflessen met de volgende gevaareigenschappen: verstikkend, oxiderend en/of brandbaar. En verder de volgende specifieke gassen: samengeperste lucht, ammoniak (giftig/bijtend), koelgassen en ethyleenoxide (giftig/brandbaar).
Voor een gasflessenkast in een gebouw (brandveiligheidsopslagkast volgens EN 14470-2) geldt tevens : - Maximaal totale hoeveelheid van aanwezige flessen mag 500 liter zijn.
Ja, gasflessen mogen zeker opgeslagen worden in de open lucht of onder een eenvoudig afdak. Lees de instructies op het etiket. Zorg voor een vlakke, niet–brandbare ondergrond en let op dat je ze buiten bereik van kinderen bewaard.
Een gasfles hoeft niet vorstvrij bewaard te worden, dit komt doordat propaan past bevriest bij rond de -40 graden Celsius. Een gasfles kan dus best in de vrieskou staan, tenzij het -40 graden Celsius gaat worden.
Een gasfles kan niet zomaar ontploffen. Dat gebeurt alleen wanneer ze blootgesteld wordt aan hoge temperaturen, denk maar aan een brand. Meer voorkomend is een lek waardoor gas uit de fles ontsnapt. Bijvoorbeeld omdat de gaskraan niet goed is dichtgedraaid of omdat er een scheurtje zit in de gasslang.
Gasflessen moeten beschermd zijn tegen omvallen (bijvoorbeeld door vastzetten). Gasflessen met gassen met gelijksoortige gevaren en risico's moeten bij elkaar worden opgeslagen. Lege gasflessen mogen apart worden opgeslagen.
Zolang de fles en de kraan er goed uitzien, geen roest op de fles of corrosie van het koper, kan je een fles van 15 jaar oud ook gerust leegstoken. Van binnen roesten ze niet.
In plaats van damp kan er ook vloeibaar gas uit de kraan stromen. Omdat LPG de vettige substantie glycerine bevat, kan dit schade toebrengen aan uw apparraten. Naast dat het gevaarlijke situaties kan opleveren, is het zelf vullen van een gasfles een milieudelict. Je kan hier dus een boete voor ontvangen.
Het propaangas in de fles bevindt zich in vloeibare toestand: pas bij afname wordt het omgezet naar zijn gasvormige toestand. Eén kilogram propaangas is ongeveer 2 liter vloeibaar gas. In een fles van 5 kilogram zit dus ongeveer 10 liter vloeibaar gas. In een propaangasfles van 46,5 kg zit 91,2 liter vloeibaar gas.
Welk gas gebruik je in je camper? Gas in een camper heb je meestal bij je in de vorm van gasflessen of tanks. Meestal zal hier propaan in zitten of een mengsel van propaan en butaan, ook wel bekend als LPG. Propaanflessen laat je vullen bij een gasvulstation of je ruilt lege flessen om voor een volle fles.
De Nederlandse ondergrondse gasopslag heeft een maximale capaciteit van 16,7 miljard m3. Vullen tot minimaal 80 procent betekent een gasvoorraad van 13,4 miljard m3, Dat komt overeen met het jaarlijkse gasverbruik van de 8,1 miljoen Nederlandse huishoudens.
Nooit in de kofferbak
Het grootste risico bij het vervoeren van gasflessen in de auto is dat ze omvallen wanneer je bijvoorbeeld een keer hard moet remmen. De gasfles kan dan niet alleen je auto beschadigen, maar ook de fles zelf kan beschadigd raken. Bijvoorbeeld de gaskraan.
Let op: Sla cilinders met brandbare gassen nooit samen met andere gascilinders op. Sla nooit andere producten – vooral brandbare materialen, zoals brandstof, olie, verf of corrosieve vloeistoffen – bij de cilinders op. Dit kan gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
Meestal ruil je een lege gasfles om voor een volle. Maar er zijn uitzonderingen. Een gasfles heeft namelijk een 'houdbaarheidsdatum', ofwel goedkeuringstermijn. Van een butaan of propaan gasfles is de goedkeuringstermijn meestal 10 jaar.
Een gasfles verbruikt ongeveer 30 tot 70 gram gas per uur koken, 340 gram gas per dag voor een koelkast van 60 liter én ongeveer 50 gram per uur voor een lamp. What is this? Er zijn speciale gasfles weegschalen op de markt zoals de Truma Level Control.
De fles is goed voor 150 uur kookplezier. Ga je alleen maar barbecueën? Dan doe je mogelijk tot vier jaar met je fles.
Extreme hitte
De Gasfles mag echter niet worden opgeslagen of worden gebruikt waar deze in contact kan komen met oppervlakken of onderdelen die warmer zijn dan 50 graden Celsius. Bij 50 ⁰C of meer kan het kunststof namelijk blijvende schade oplopen.
Sowieso is de hoeveelheid cilinders die je in één transport mag meenemen niet onbeperkt. Als het om een inert gas gaat – gas dat niet brandbaar, explosief, oxiderend of toxisch is –, mag je maximaal twintig B50 cilinders in een voertuig meenemen. Niet-inerte gassen dien je in kleinere hoeveelheden te vervoeren.
Bij extreem lage buitentemperaturen of een zeer groot gasgebruik kan een gasfles bevriezen. Dat is een volkomen normaal fenomeen. Het is niet het gas in de gasfles wat bevriest, maar condens op de buitenkant van de fles tot waar de vloeistof in de fles zit. Vloeibaar gas heeft warmte nodig om gasvormig te worden.
Er zijn geen specifieke regels voor het vervoeren van een gasfles in een personenauto. Formeel mag u niet iets doen waarbij u zelf en ander in gevaar brengt. De fles rechtop en indien mogelijk fixeren of vastzetten met een sjorband lijkt me echter safe genoeg en bij voorkeur zo ver mogelijk naar voren in de laadruimte.
En onder welke omstandigheden kan die ontploffen? “In principe kan er niets gebeuren zolang er geen probleem is met een gasfles”, zegt luitenant Luk Vancauwenberghe van de hulpverleningszone Fluvia in Kortrijk. Een gasfles houden is dan ook voor iedereen toegestaan.
Een gasfles explodeert niet vanzelf. Zelfs als de kraan openstaat en het gas uit de fles stroomt, explodeert de fles niet als u er onverhoopt een vuurtje bij houdt. Het uitstromende gas vliegt natuurlijk in brand, maar de overdruk in de gasfles of gastank verhindert dat de vlam in de fles zal slaan.
Gas vermengt zich met lucht, waar zuurstof in zit. Het mengsel dat dan ontstaat, ontploft niet zomaar. Daar is warmte voor nodig, een vonk of een gloeiend voorwerp. Een klein vonkje van bijvoorbeeld de lichtschakelaar of een ander elektrisch apparaat is al genoeg om een explosie te veroorzaken.