Als je bemerkt dat de deur/klink warm is, ga je eerst alarmeren en hulp halen. Laat de deur dicht, waarschuw de omgeving, alarmeer meldkamer of hoofd BHV en pak een blustoestel. Ga terug naar de deur met een collega en ga verder met de deurprocedure en wees bedacht op steekvlammen (flashover).
Kniel achter de deur met je voet 5 tot 10 cm achter de deur. Open de deur een klein stukje (jouw voet blokkeert de deur) en wacht 10 seconden. Als je geen scharnieren ziet, dan draait de deur van je af. Kniel dan naast de deur aan de zijde van de klink.
De eerste stap bij brand is altijd jezelf in veiligheid brengen. Laat vallen waar je mee bezig bent en alarmeer iedereen in je huis. Ga absoluut niet in de rook staan, want deze is giftig. Hiernaast is het de noodzaak dat je de situatie beoordeeld.
Voor het werk van de brandweer is de samenwerking met BHV'ers heel belangrijk. Een BHV'er vangt de brandweer op en geeft informatie over wat er precies aan de hand is. Op deze manier heeft de brandweer informatie om goed, snel en veilig te kunnen werken. Bedrijfshulpverleners moeten zich regelmatig bijscholen.
Gesloten deuren zorgen ervoor dat de giftige rook – de grootste bedreiging bij brand – nog enige tijd buiten de leefruimte blijft.
Rookvorming leidt ertoe dat je minder kunt zien, wat een recept is voor méér paniek en minder vluchtmogelijkheden. Daarom is het zo belangrijk om rook te vermijden. Lukt dat niet, probeer dan laag te blijven, zodat je zo min mogelijk rook binnenkrijgt. Ook hitte is levensgevaarlijk.
Tijdens een evacuatie is het van groot belang dat zo snel mogelijk alle aanwezige naar buiten kunnen. Houd daarom altijd alle uitgangen en toegangswegen vrij zodat iedereen makkelijk naar buiten kan. Ook zorgt dit ervoor dat de hulpdiensten eenvoudig naar binnen/buiten kunnen om hun werkzaamheden uit te voeren.
BHV'ers kunnen worden gealarmeerd via een codeboodschap, via de omroepinstallatie of via een (stil) alarm op oproepontvangers, semafoons of piepers. Sommige bedrijven alarmeren via DECT- of GSM-telefoons of portofoons. DECT- en GSM-telefoons en porto- foons kunnen worden ingezet als alarmerings- én communicatiemiddel.
Je leert dus wat brand is en hoe een brand verloopt. In het praktijkdeel komt aan bod hoe je op een veilige manier een brandje kan blussen met de juiste blusmiddelen. Zo zorg je als bhv'er voor brandveiligheid op de werkvloer.
Voordat u gaat blussen, moet u weten wat er brandt zodat u het juiste blusmiddel kunt kiezen. Niet alle branden kunnen met dezelfde blusstof worden uitgemaakt. Bovendien kan gebruik van het verkeerde blusmiddel leiden tot gevaarlijke situaties.
Richt de blusslang van de brandblusser op de basis (onderkant) van de vlammen. Zo kan je een vuur het meest efficiënt en snelst doven. Druk de knijpkraan in om te beginnen blussen; de blusstof zal uit de blusslang spuiten.
Is er rookvorming door een brand in de omgeving? Dan is het wel verstandig om het ventilatiesysteem tijdelijk buiten werking te stellen en ramen en deuren gesloten te houden. Je wil namelijk niet dat deze schadelijke rook van buiten naar binnen gezogen wordt.
In grote gebouwen met veel gangen zitten daarom zelfsluitende klap- of tochtdeuren met een brand- en/of rookwerende functie. Ze zijn er niet in de eerste plaats om tocht tegen te gaan, maar om gesloten te blijven. Zo wordt bij brand voorkomen dat rook zich makkelijk kan verspreiden.
Voor je een brand kunt proberen te blussen, moet je eerst vaststellen om welke brandklasse het gaat. Zodat je het juiste blusmiddel kunt gebruiken. Als je het juiste blusmiddel hebt kun je beginnen met het blussen van de brand. Het is namelijk niet mogelijk om met elke blusser alle soorten branden te blussen.
Brandklasse F vet en olie branden zijn die in de meeste gevallen frituur of bakolie branden deze moeten dan ook geblust worden met een vet brandblusser. Houd hierbij altijd voldoende afstand. In deze brandklasse mag u nooit met water blussen. Een brandklasse f brand met water blussen is zeer gevaarlijk.
De 5 fasen van BHV zijn: Alarmeren, Verkennen, Inzet, Nabespreken en Nazorg.
Een brand kent drie ontwikkelingsfasen: de groei-, brand- en dooffase.