Neem altijd rustig de telefoon aan en zorg ervoor dat je klant goed kan horen met wie hij spreekt. Begroet de klant (zeg liever 'goedendag' dan 'hallo') en noem je naam en bedrijfsnaam. Vraag vervolgens waar je de beller mee van dienst kunt zijn. Je zult merken dat klanten dit gebaar enorm waarderen!
Een goed gesprek kun je in 5 simpele, goed te onthouden stappen bereiken. De stappen zijn een gespreksstructuur en dit helpt je om een beter gesprek te voeren én je kunt misschien een betere NPS halen! ...
Wanneer je de telefoon opneemt, dan begin je met een begroeting. Tot twaalf uur gebruik je “Goedemorgen”. Tussen twaalf en zes uur 's middags neem je op met “Goedemiddag”. ... De begroeting
Soms valt het eerste gedeelte van wat je zegt weg als je de telefoon opneemt. ...
Hoe sluit ik het telefoongesprek op de juiste manier af?
Bij de afsluiting van je gesprek geef je een korte samenvatting van gemaakte afspraken en zeg je elkaar gedag. Bijvoorbeeld door de ander een fijne (werk)dag, prettige avond, veel succes of iets anders vriendelijks toe te wensen. De naam noem je hier nogmaals.
Kies wie je wilt bellen: Tik op Toetsenblok. om een nummer in te voeren. Tik op Contacten. ...
Tik op Bellen .
Tik op Gesprek beëindigen. als je klaar bent met het gesprek. Als je het gesprek wilt minimaliseren, sleep je de gespreksballon naar de rechterbenedenhoek van het scherm.
Met deze tips en tricks kruip jij niet langer onder je bureaustoel wanneer de telefoon rinkelt, maar kan jij je telefoonangst snel overwinnen. ... Voor het bellen
De belangrijkste kenmerken van een goed gesprek zijn: De tijd nemen, contact maken en actief luisteren. Respecteren en verplaatsen in het standpunt van de ander. Gelijkwaardigheid en tweerichtingsverkeer.
Stel jezelf regelmatig bloot aan sociale situaties. Oefen zo vaak als je kunt. Begin klein, bouw je skills en zelfvertrouwen langzaam op, en merk hoe je steeds beter wordt in het aanknopen van gesprekjes. Weet dat de meeste mensen het heerlijk vinden om meer contact te hebben met de mensen om hen heen.
Een formeel telefoongesprek heeft regels en een vaste volgorde. Daarnaast maak je bij een formeel telefoongesprek notities. Wanneer jij de gebelde bent, noteer je: de naam van de beller.
Neem de telefoon niet té snel op, hier kunnen klanten namelijk van schrikken. Maar laat de telefoon niet langer dan 3 tot 5 seconden overgaan. Klanten kunnen vanaf dat moment geïrriteerd raken en hangen op. Zorg dus voor voldoende bezetting.
Veeg het groene pictogram naar rechts om op te nemen. Of tik op het groene pictogram. Dit kan verschillen per telefoon. Veeg het rode pictogram naar links als u het gesprek wilt weigeren of laat de telefoon overgaan totdat de beller stopt met bellen.
Wanneer je iemand tijdens het telefoongesprek in de wacht wilt zetten, vraag dan aan de beller of hij dit wil. Het kan natuurlijk gebeuren dat iemand vervolgens 'nee' zegt. Meestal zal daar wel een goede reden voor zijn. Geef de afhandeling van zo'n telefoontje dan voorrang.
Telefoneren lijkt zo eenvoudig, maar er komt meer bij kijken dan je in eerste instantie vermoedt. Zo heb je te maken met het gedrag van de klant aan de telefoon. Denk daarbij aan iemand die een klacht heeft of dat je vervelend nieuws moet brengen. Klantgericht telefoneren begint bij de telefoonetiquette.
Je hand zal namelijk altijd wat bewegen tijdens het fotograferen of opnemen. Het is dus aan te raden om je smartphone met beide handen vast te houden voor een beter resultaat.
Het feitelijke adviesgesprek bestaat uit vier fasen: de voorbereiding, de inleiding, de kern en de afronding. Een eventuele vijfde fase kan na het werkelijke gesprek plaatshebben. We spreken in die fase wel van een informeel nagesprek.
Iedereen wil zich belangrijk en gehoord voelen, dus als je wilt dat mensen met je praten, schenk ze dan je volle aandacht. Zorg ervoor dat je altijd luistert als iemand met je praat. Probeer de regel te hanteren: 'Eerst luisteren, dan praten,' na het starten van een gesprek.
Stel open vragen. Deel geen gevoelige informatie over jezelf, tenzij je bekend bent met de persoon waar je mee praat. Sta natuurlijke stiltes toe, en forceer een gesprek niet als het onnatuurlijk aanvoelt. Verander van onderwerp bij langere gesprekken.