Plant de aardappelen in rijen. In lichte grond (zandgrond) mogen ze zelfs iets dieper zijn (tot 10 cm). Respecteer een afstand van 30 tot 50 cm tussen de plantgaten.Leg vervolgens in elk plantgat een knolletje. Let erop dat de knolletjes met de mooiste scheut naar boven liggen.
Plant de aardappelen in rijtjes op 7,5 cm van elkaar en op een diepte van 15 cm, met de ogen (de toekomstige scheuten) naar boven. Primeuraardappelen kun je dichter bij elkaar planten. Bedek de knollen met aarde of moestuinpotgrond en geef water. Geef ze niet te veel water tot de eerste scheuten verschijnen.
De meeste aardappels poot je in april en mei en oogst je vanaf eind juli.
De juiste aardappel kopen en voorbereidend werk
Vanaf het planten tot het oogsten moet je bij de vroege rassen rekenen op ca.90 dagen, bij de halfvroege komt dit op tot 110 dagen en bij de late variëteiten loopt dit verder op tot 150 dagen.
Elke pootaardappel kan (afhankelijk van ras en omstandigheden) zo'n 500 tot 1000 gram aardappelen opleveren. We weten dus nu al dat we ongeveer begin tot half juli de aardappelen kunnen rooien.
De opbrengst per plant varieert tussen de 1 en 2 kg, afhankelijk van het ras en de oogsttijd. Vroege aardappelen leveren gemiddeld 900 gram per plant, terwijl late rassen tot 2,5 kg per plant kunnen produceren.
Je zou ook een aardappel uit de supermarkt kunnen gebruiken maar deze zijn meestal behandeld met een product waardoor ze niet snel kiemen en dus ook geen grote plant zullen geven. Om een aardappel voor te kiemen zet je ze in kiembakjes of eierdozen met het stompe eind, waar de ogen zitten, omhoog.
Aardappel water geven
Geef om de dag ongeveer 2 tot 3 liter water. Pas als dat nodig is de hoeveelheid een klein beetje aan. Als de bodem nog erg vochtig is dan kun je het water geven een keer overslaan. Kijk dan morgen nog eens naar de grond van je aardappelplant.
aardappelen houden van een losse grond. In een losse grond kunnen aardappelen ook goed groeien zonder misvormingen. Wanneer je grond goed luchtig gemaakt is kun je greppels maken. Je afstand tussen de greppels is uiteraard ook de afstand van je rijen.
Wil je grotere aardappels, dan oogst je pas als de plant geel wordt en afsterft: bij vroege aardappels is dat rond eind juni, bij latere in juli of augustus. Aardappels oogsten: altijd leuk! Pas op dat je bij het oogsten de aardappels niet beschadigt want dan kun je ze niet meer bewaren.
Algemeen voorschrift is dat in Nederland slechts 1 keer in 3 jaar (1:3) op hetzelfde perceel aardappelen geteeld mogen worden (geen teelt van aardappelen in de 2 voorafgaande jaren).
Poot een paar piepers in een laagje grond van ongeveer 30 cm.Zodra het loof gaat groeien voeg je telkens wat aarde toe, tot de bak bijna vol is.Geef bij droog weer regelmatig water aan de voet. De planten worden erg groot, maar zien er in bloei prachtig uit.
Maak de rijen 50 cm uit elkaar voor de vroege soorten en 60-70 cm voor de middel- en late soorten. Onderling poot je aardappels op ongeveer 40 cm. Een kilo pootaardappelen is genoeg voor 10 m² grond.
Zelf aardappelen kweken is makkelijk, smakelijk en je hebt zeer veel opbrengst. Het planten van aardappelen wordt ook wel poten genoemd, vandaar de term pootaardappelen.
Je zult ook moeten kiezen of je ze wil voorkiemen of niet, of je ze in volle grond zet of in een emmer of pot. En je kan natuurlijk ook al eens nadenken hoe je ze wil bereiden. Om een mooie aardappelplant te bekomen, zet je een aardappel met uitlopers in de grond.Die uitlopers worden het begin van je nieuwe plant.
Plant de aardappelen in rijen.
Zorg voor voldoende afstand tussen de rijen (± 70 cm), zo kan je je aardappelplanten achteraf gemakkelijker aanaarden. Maak plantgaten van zo'n 5 cm diep. In lichte grond (zandgrond) mogen ze zelfs iets dieper zijn (tot 10 cm). Respecteer een afstand van 30 tot 50 cm tussen de plantgaten.
Basisregels voor een heerlijke oogst piepers
Kies om te beginnen een zonnige, beschutte plek. Aardappelen houden van een lichtzure bodem, dus vermijd plekken die onlangs gevoed zijn met kalk.
Je kan aardappelen gewoon planten door een putje te maken van zo'n 10 cm en daarin een plantaardappel te leggen. Je doet het putje toe en klaar is kees. Meer moet je daar niet aan doen. Of je legt de aardappelen bovenop de grond, niet in een putje dus, maar dan moet je wel goed bedekken met een dikke laag mulch.
Pootaardappelen worden ook wel poters, pootgoed of jonge boompjes genoemd. Speciale pootaardappelen verschillen in veel opzichten van conventionele eetbare aardappelen. Pootaardappelen zijn kleiner in het veld, wat betekent dat ze meer knollen maken, maar kleiner.
Als je vroeger wilt oogsten dan normaal, dan kan je de pootaardappelen voorkiemen, dit gebeurt meestal met de vroege rassen. Dit doe je door de aardappels 3 tot 4 weken voor het planten op een lichte plek met een temperatuur van ongeveer 9 tot 12 graden te leggen.
Er zijn echter ook jaren dat de aardappels pas laat geoogst kunnen worden, bijvoorbeeld bij veel regenval. Het is dan te nat om met de trekker en de aardappelrooier op het land te komen. Het risico is dat je met de machines vast komt te zitten. Toch is er wel een richtlijn wanneer aardappels te oogsten zijn.
Ja hoor eet ze gerust, maar snij de uitlopers wel ruim uit. Dan voorkom je dat je solanine binnenkrijgt.
Pootaardappels. Aardappels teel je uit speciaal gekweekte aardappelknollen: de zogenaamde pootaardappels. De pootaardappels worden in het voorjaar geplant en na twee tot drie weken komen de stengels boven de grond. De plant ontwikkelt ook ondergrondse stengels, zogenaamde stolonen, waaraan zich de nieuwe knollen vormen ...
Aardappelen zijn erg gevoelig voor vorst.