U kunt met de algemene selectiecommando's een of meer foto's selecteren: Shift + klikken om foto's bijvoorbeeld op volgorde te selecteren in rasterweergave en Ctrl + klikken (Windows) of Command + klikken (Mac OS) om foto's niet op volgorde te selecteren. Als u een foto selecteert, wordt dit de actieve foto.
Met de sneltoets CNTRL+A selecteer je alle foto's. Hou vervolgens de SHIFT toets ingedrukt en selecteer met de muis de foto's die je niet wilt selecteren. Je kan het ook omgekeerd door: hou de SHIFT toets ingedrukt en selecteer de foto's die je wilt toevoegen aan een map of fotoalbum.
Kies in Lightroom Classic Bewerken > Catalogusinstellingen (Windows) of Lightroom Classic > Catalogusinstellingen (Mac OS). In het gebied Informatie van het deelvenster Algemeen klikt u op Tonen om naar de catalogus te gaan in de Verkenner (Windows) of Finder (Mac OS).
Het grote verschil is dat Lightroom alle foto's opslaat in de cloud (ergens een gigantische webserver). Alle foto's op je nieuwe Lightroom zijn altijd perfect gesynchroniseerd. Overigens kan je bij Lightroom Classic ook kiezen om alle foto's in de cloud op te slaan.
Een catalogus is een database die de locatie van uw foto's en informatie hierover over bijhoudt. Wanneer u foto's bewerkt, beoordeelt, trefwoorden toevoegt of andere activiteiten uitvoert met foto's in Lightroom Classic worden al deze wijzigingen opgeslagen in de catalogus. De bestanden zelf worden niet aangeraakt.
Klik in Lightroom Classic op de knop Importeren in de module Bibliotheek of kies Bestand > Foto's en video's importeren om het importvenster te openen.
Selecteer foto's in de rasterweergave om te exporteren. Zie Foto's selecteren in de rasterweergave en de filmstrip. Kies Bestand > Exporteren of klik op de knop Exporteren in de module Bibliotheek. Kies vervolgens Exporteren naar > Vaste schijf in het pop-upmenu boven in het dialoogvenster Exporteren.
Druk de Ctrl-toets in, houd deze ingedrukt en sleep met de muis een ander tekstdeel aan. Je kunt zo verschillende passages selecteren, bijvoorbeeld om ze allemaal tegelijk van een nieuwe opmaak te voorzien of om ze te verwijderen.
Alle tekst selecteren
Druk op Ctrl+A op het toetsenbord om alle tekst in het document te selecteren.
(Druk de toetscombinatie Ctrl+A als je alle bestanden wilt kopiëren. Druk de toetscombinatie Ctrl+C.
Kies Foto > Bewerken in > Openen als slim object in Photoshop. Bewerk de foto in Photoshop en kies Bestand > Opslaan. De zojuist opgeslagen foto wordt automatisch als TIFF-bestand toegevoegd aan de Lightroom Classic-catalogus.
We passen wel de resolutie aan naar 300 pixels per inch.
Foto's en video's importeren vanuit een digitale camera. Sluit de camera op uw computer aan met behulp van de USB-kabel van de camera. Schakel de camera in. Klik in het dialoogvenster Automatisch afspelen dat wordt weergegeven op Foto's en video's importeren met behulp van Windows.
Meerdere foto's selecteren en verwijderen op iPhone of iPad
Plaats je vinger op een foto startend in een reeks die je wil selecteren, vervolgens veeg je jouw vinger over alle foto's die je wil selecteren. Meerdere rijen is mogelijk, verplaats je vinger dan gewoon omhoog of omlaag.
Photoshop of Lightroom herkent de RAW-bestanden niet. Wat moet ik doen? Zorg dat u de meest recente update installeert. Als u na het installeren van de meest recente update uw camerabestanden niet kunt openen, controleert u of uw camera wordt vermeld op de lijst met ondersteunde camera's.
Een reeks mappen of bestanden selecteren
Om mappen of bestanden te selecteren die aaneengesloten naast elkaar staan klik je op het eerste map/bestand dat je wilt kopiëren. Druk nu de Shift-toets in en houdt hem ingedrukt, klik vervolgens op het laatste map/bestand in de reeks die je wilt kopiëren.
Foto's selecteren
Selecteer de foto's die je op de computer wilt zetten. Alle foto's selecteer je met CTRL + A. Enkele foto's selecteer je door de CTRL toets op je toetsenbord ingedrukt te houden, en vervolgens de losse foto's die je wilt kopiëren aan te klikken.
Selecteer het nummer van de rij om de hele rij te selecteren. Of klik op een cel in de rij en druk op Shift+spatiebalk. Als u niet-aangrenzende rijen of kolommen wilt selecteren, houdt u Ctrl ingedrukt en selecteert u de rij- of kolomnummers.