5Spelen stimuleert de intelligentie bij zowel kind als volwassene. Zo kan het spelen met blokken of 'kubusjedraaien' het ruimtelijk inzicht vergroten, trainen spelletjes zoals Mindpower en Memory het geheugen en kan het maken van kruiswoordpuzzels zorgen voor een grotere woordenschat.
Leer een nieuwe taal.
Het leren van nieuwe talen is een geweldige manier om slimmer te worden. Kinderen die thuis of op school twee of meer talen leren, hebben aantoonbaar meer grijze stof dan degenen die dat niet doen. Hun hersenen maken meer neurale verbindingen.
Je intelligentie verhogen is altijd mogelijk.
Hoewel het waar is dat we worden geboren met een zekere genetische aanleg, die ervoor zorgt dat we de neiging hebben om meer of minder intelligent te zijn, staat het ook vast dat de hersenen een orgaan zijn van grote flexibiliteit.
Lager IQ door stress en nog veel meer
Stress heeft enorme gevolgen voor ons gedrag. Onderzoek laat zien dat de sterke focus van ons brein op de stressor er zelfs voor kan zorgen dat we 13 punten lager scoren op een IQ-test.
Je IQ of intelligentieniveau is niet aangeboren en ligt dus niet vast bij je geboorte. Overigens is het meten van IQ niet hetzelfde als het meten van intelligentie of slimheid. IQ testen meten vooral abstracte logica.
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Slimme mensen praten hardop tegen zichzelf
Uit studies blijkt dat als je tegen jezelf praat je problemen verduidelijkt en daardoor sneller met een oplossing komt. Dus mensen die maar wat lopen te brabbelen zijn wellicht minder stom dan je denkt. Ze zijn door hardop te denken bezig om problemen of ideeën vorm te geven.
Je genen spelen een belangrijke rol bij de vraag of jij de eigenaar van zo'n slim brein bent of niet. Hoe groot die rol is, daar zijn wetenschappers nog niet uit. De schattingen lopen uiteen van veertig tot zelfs negentig procent. Ook welke genen precies zorgen voor intelligentie, is nog grotendeels onbekend.
Deze studies hebben uitgewezen dat ongeveer 70% van het IQ erfelijk is en dat ongeveer 30% door omgevingsfactoren wordt bepaald."
Omgevingsfactoren zijn van invloed op het IQ.
Zaken die helpen om je hersenen en je intelligentie te ontwikkelen zijn gezond en genoeg voedsel, en goed onderwijs. Ook het leren spelen van een muziekinstrument lijkt te helpen.
Snel kleuren en cijfers herkennen. Een grote woordenschat hebben en lange, samengestelde zinnen maken. Juist heel laat gaan praten, maar wel meteen in volzinnen. Beter kunnen opschieten met oudere kinderen en volwassenen dan met leeftijdsgenoten.
Het onderzoek wijst erop dat de conclusie dat een kind heel slim is eigenlijk pas na de tienerjaren getrokken kan worden. Want het IQ kan nog alle kanten op. En dat is ergens ook goed nieuws: IQ is blijkbaar niet iets wat vastligt en is onder tieners nog te veranderen.
Doorgaans wordt een IQ dat tussen de 85 en de 115 ligt gezien als een normaal of gemiddeld IQ. Een IQ dat hoger is dan 115 wordt gezien als een bovengemiddeld IQ. Bij een IQ van 130 of hoger is er sprake van hoogbegaafdheid. Wanneer het IQ lager is dan 85, dan is er sprake van zwakbegaafdheid.
Het zijnsluik hoogbegaafdheid geeft aan dat de volgende (karakter)eigenschappen bij veel hoogbegaafden aanwezig zijn: een hoog rechtvaardigheidsgevoel, perfectionisme, een kritische instelling en een vorm van hooggevoeligheid. Hoogbegaafden hebben vaak een hoog rechtvaardigheidsgevoel.
90 – 110: normaal.
Wil je als man een slim kind? Dan is het zaak om een intelligente moeder te vinden. Intelligentie hebben kinderen namelijk vooral te danken aan de genen die zij van hun moeder hebben geërfd. Dit blijkt uit een recent onderzoek gepubliceerd in Psychology Spot, waarover Ouders van Nu schrijft.
IQ: 250+: William James Sidis (1898-1944)
Je bent nieuwsgierig naar de wereld
Slim zijn gaat over nieuwsgierigheid naar van alles en nog wat. Volgens experts stellen intelligente mensen vaak vragen als wie, wat, wanneer, hoe, waarom en wat als. Ze vinden het leuk om te leren over andere mensen, culturen, dieren, geschiedenis en de wereld als geheel.