#1 Doe intensieve intervaltrainingen
Bij intensieve intervaltrainingen trek je explosieve sprintjes. Je pusht jezelf vanuit je lage hartslagzone zo snel mogelijk naar een zo hoog mogelijke hartslag (D4), tot boven je omslagpunt, waarna je herstelt en de oefening herhaalt.
Door zo licht mogelijk van gewicht en zo gestroomlijnd mogelijk te zijn kunnen wielrenners gemiddeld zo'n 25-30 kilometer per uur fietsen. Je snelheid tijdens het fietsen op een stadsfiets is gemiddeld 17 kilometer per uur.
De gemiddelde fietssnelheid ligt rond 12 km per uur. Mannen tussen 25 jaar en 55 jaar fietsen sneller dan hun vrouwelijke leeftijdgenoten. Zij halen een gemiddelde snelheid van 14 km per uur, vrouwen zijn ongeveer 2 km per uur langzamer.
De Brit Neil Campbell heeft het snelheidsrecord voor mannen op de fiets gebroken. Op zijn fiets haalde hij een snelheid van 280 kilometer per uur. Daarmee brak hij het record van de Nederlander Fred Rompelberg, die in 1995 270 km per uur fietste.
Om 20 km af te leggen op je fiets heb je onder normale omstandigheden 1 uur en 11 minuten nodig. Met wind tegen doe je over 20 km ongeveer 1 uur en 20 minuten, en met wind mee ongeveer 1 uur en 4 minuten. Op een elektrische fiets doe je 48 minuten over 20 km.
Om 30 km/uur te fietsen (uitgaande van geen tegenwind) moet een renner van 70 kg met een fiets van 9 kg ongeveer 172 watt fietsen. Weegt deze renner 80 kg dan komt dit neer op 176 watt en voor iemand van 95 kg 183 watt.
Van een uur 200 watt trappen wordt een goed getrainde fietser lekker moe. En 250 watt trappen is voor een goed getrainde fietser voluit fietsen en net een uur vol te houden.
Wat is de gemiddelde snelheid op een racefiets? De gemiddelde snelheid op een racefiets is 24 kilometer per uur. Met wind tegen ligt de gemiddelde snelheid rond de 21 kilometer per uur, en met wind tegen rond de 26 kilometer per uur. Op een racefiets ga je dus een stuk sneller dan op een stadsfiets.
Racefiets en mountainbike: twee erg verschillende fietsen
Het frame van een mountainbike is meestal ook dikker. Stevigheid is namelijk erg belangrijk. Een racefiets is daarentegen ontworpen om hoge snelheden te kunnen halen. Daarom zijn er geen veringen, want die verlagen de snelheid, en het frame is ook opvallend dun.
Als u nieuw bent met wegfietsen, vraagt u zich af hoeveel kilometer u moet fietsen op een uitstapje. In theorie zou deze afstand tussen de 15 en 30 kilometer moeten zijn. Maar dit zal van verschillende parameters afhangen, o.a. van uw sportachtergrond en het hoogteverschil.
De extra lange rustige duurtraining bouw je geleidelijk op: elke derde week fiets je ongeveer tweederde van de afstand van de week daarvoor. Duurtraining tempo 3 (93%) is gelijk aan het tempo wat je tijdens de 100 km wilt gaan fietsen.
Matig fietsen (ongeveer 19 tot 22 km/u) is een activiteit van 8 MET, wat zoveel betekent dat je acht keer zoveel energie verbruikt als dat je alleen maar zit. Om de wekelijkse waarde van 5000 MET te halen, moet je dus 625 minuten - ofwel 10,4 uur - per week, of ongeveer anderhalf uur per dag op de fiets zitten.
Ik woonde vroeger precies 10 km van school. Afhankelijk van hoe de wind stond of hoeveel zin ik had om door te trappen deed ik er 25 tot 35 minuten over. Gemiddeld een half uur dus.
Denk aan volkorenpasta, quinoa, volkorenrijst, bananen, sinaasappels, ontbijtkoek, zoet beleg en volkorenbrood. Zorg ook voor voldoende eiwitten na het wielrennen. Deze spelen een rol bij opbouw en herstel van je spieren.
Elke extra geïnvesteerde euro zou een verhoging van de gemiddelde snelheid kunnen opleveren van tussen de 0,0004 en 0,0007 kilometer per uur. Ergens zal dat verband afvlakken: op een fiets van een ton ga je niet 70 kilometer harder rijden.
Wie via Strava nog meer data analyseert en dit deelt op de gewichten van de renners, zal steeds uitkomen op 4.05 tot 4.2 watt per kilogram lichaamsgewicht, een beetje afhankelijk van de lengte van de klim.
Je kan wel een gemiddelde nemen. Een prof is rond de 70 kilo en fietst 30.000 kilometer per jaar. Een gemiddelde amateur is een man van 85 kilo. Hij fietst niet het hele jaar door en als hij rijdt, doet hij dat gemiddeld twee keer per week.
Dit kun je doen door blokken van een paar minuten met een trapfrequentie van 70-80 rpm te doen. Tijdens deze blokken blijft je hartslag of vermogen onder je omslagpunt. Deze intensiteit van deze blokken kun je langzaam opbouwen.
Tot slot levert de tweevoudig winnaar van De Ronde in de indrukwekkende eindsprint zijn maximale vermogen – niet geheel verrassend – van de hele wedstrijd: 1406 watt. Gedurende de 14 seconden die zijn sprint duurde, trapte hij gemiddeld 1.136 watt.
Een racefiets uit de Tour de France kost een dikke 10.000 euro. Een profwaardig frame kost al gauw 5000 euro, de groepset en de wielen beide 2500 euro en de rest gaat op aan zaken als banden, zadels en pedalen.