In een vergelijking worden twee termen aan elkaar gelijk gesteld. Een vergelijking kan opgelost worden door de waarde van de onbekende letter uit te rekenen. De functie F=1,8C+32 kan bijvoorbeeld worden gebruikt om uit te rekenen hoeveel graden Celsius (C) overeenkomt met een temperatuur in Fahrenheit (F) van 112∘F.
Een vergelijking (soms ook comparatio) is een vorm van beeldspraak die expliciet de overeenkomst noemt tussen het onderwerp en iets anders met de woorden als, zoals of gelijk, de tweede naamval of een koppelwerkwoord.
Het oplossen van vergelijkingen is een term uit de wiskunde die aangeeft hoe de waarde(n) van onbekenden bepaald worden uit een of meer vergelijkingen. Een vergelijking bestaat daarbij uit twee wiskundige uitdrukkingen die aan elkaar gelijkgesteld zijn.
Een vergelijking en een personificatie
Het benoemt duidelijk de overeenkomst tussen beeld en object met de woorden als, zoals en gelijk. Een vergelijking kan met als en zonder als voorkomen. Een voorbeeld van een vergelijking met als is: Hij ging er als een haas vandoor.
Methode. Elke kwadratische vergelijking kun je schrijven in de vorm van ax2 + bx + c = 0. Om de abc-formule te kunnen toepassen moet je de getallen voor a, b en c vinden. Als de vergelijking bijvoorbeeld 2x2 + 3x + 6 = 0 is, dan heb je a = 2, b = 3 en c = 6.
Een lineaire (oftewel eerstegraads) vergelijking heeft altijd 1 oplossing, een kwadratische (oftewel tweedegraads) vergelijking heeft 0, 1 of 2 oplossingen (afhankelijk van de discriminant).
Een formule is een weergave van iets met andere middelen dan woorden. In een formule kan ook het isgelijkteken voorkomen, maar dan gaat het niet om een vergelijking maar om een gelijkheid. Een vergelijking is bedoeld om iets op te lossen, namelijk de waarde van de variabele(n).
Werkwijze: ❶ We drukken in beide vergelijkingen dezelfde onbekende uit in functie van de andere. ❷ We stellen beide uitdrukkingen gelijk aan elkaar en lossen de bekomen vergelijking op. ❸ We vervangen deze gevonden waarde in één van de originele vergelijkingen en lossen op.
Om een kwadratische vergelijking op te kunnen lossen moet het rechterlid gelijk zijn aan 0. Als het rechterlid nog niet gelijk is aan 0 zul je eerst de vergelijking moeten omschrijven. Vervolgens kun je de kwadratische vergelijking oplossen.
Je vermenigvuldigt de teller van de ene breuk met de noemer van de andere breuk. Wat we eigenlijk doen is de breuk wegwerken door deze te vermenigvuldigen met zijn noemer.
Als in de vraag staat: 'Los algebraïsch op' of 'Bereken algebraïsch', dan betekent dit dat je veel zelf zou moeten doen zonder rekenmachine. Het is de bedoeling dat je alle tussenstappen zonder GR doet, tot je een eindantwoord hebt. Als deze mooi uitkomt, dan ben je klaar.
In een vergelijking worden twee termen aan elkaar gelijk gesteld. Een vergelijking kan opgelost worden door de waarde van de onbekende letter uit te rekenen. De functie F=1,8C+32 kan bijvoorbeeld worden gebruikt om uit te rekenen hoeveel graden Celsius (C) overeenkomt met een temperatuur in Fahrenheit (F) van 112∘F.
More videos on YouTube
Je berekent de richtingscoëfficiënt (rc) door over een lijn twee punten te pakken en daarvan het verschil te berekenen. In een formule wordt dit: rc = Δy ⁄ Δx. De Δ noemen we delta. Dit staat voor het verschil tussen punt 1 en punt 2.
De standaard lineaire formule is altijd y = ax + b. De a is de richtingscoëfficient en de b is de beginwaarde van de lijn. Dit gebruik je om de lijn in het assenstelsel te weergeven. De y waarde teken je op de y-as en de x waarde op de x-as.
Een vergelijking is een vorm van beeldspraak.Bij een vergelijking, vergelijk je een onderwerp met iets anders. Je hebt vergelijking waarbij je het woord als, zoals of gelijk gebruikt. Je kunt ook vergelijkingen maken zonder deze woorden.
De ABC-formule, ook wel de wortelformule genoemd, kan altijd worden gebruikt om kwadratische vergelijkingen op te lossen, maar soms kun je een kwadratische vergelijking makkelijker ontbinden in factoren. Als je ziet hoe je hem kan ontbinden in factoren moet je dat vooral doen, maar staar er niet te lang naar.
Een zaak, een begrip, een eigenschap wordt met iets anders in verband gebracht door middel van een analogiserend woord (bijv. `als`, `zoals`, `gelijk`).
De discriminant van een kwadratische vergelijking bereken je met de formule D = b2 - 4ac. De discriminant kan een negatief getal zijn, een positief getal zijn of gelijk zijn aan nul. De discriminant is bepalend in het aantal oplossing van de kwadratische vergelijking.
Met behulp van de wortelformule (ook bekend als abc-formule of "het kanon") kunnen de oplossingen van een kwadratische of vierkantsvergelijking worden gevonden. De oplossingen worden ook de wortels van de vergelijking genoemd. Het zijn de nulpunten van de betrokken tweedegraadsveelterm.
De discriminant van een kwadratische vergelijking bereken je met de formule D = b2 - 4ac. De discriminant kan een negatief getal zijn, een positief getal zijn of gelijk zijn aan nul. De discriminant is bepalend in het aantal oplossing van de kwadratische vergelijking.