Enkele voorbeelden van lesopeningen zijn: De foto: met een foto in je hand of op het digibord wek je bij binnenkomst direct de interesse van leerlingen. Een mooi begin van een gesprek. De stem: laat een geluidsfragment afspelen terwijl je zelf nog niet in de klas bent.
Leerlingen leren het beste als ze nieuwe informatie kunnen koppelen aan wat ze al over een onderwerp weten. Zo vindt de nieuwe informatie zijn weg naar het langetermijngeheugen. Daarom dien je leerlingen bij de introductie van een nieuw onderwerp voldoende achtergrondinformatie te bieden.
Praat niet te luid of te snel. Geef geen instructies tot iedereen stil is. Betreed het domein van de leerlingen: loop door de klas, spreek babbelaars van dichtbij rustig aan. Breng rustmomenten in je les: lezen, individuele oefeningen, videofragment …
Een goede les(dag) vraagt om dynamiek. Woorden, beelden, geuren, kleuren en smaak toevoegen aan je les kan zorgen voor leuke lessen. Leerlingen hun eigen inbreng geven is hierbij belangrijk! Zorg er daarnaast voor dat duidelijk is wat de opbouw van je les gaat zijn en dat je weet waarom jouw leerstof belangrijk is.
Vraag de leerlingen naar relevante voorkennis. Laat alle leerlingen opschrijven wat ze weten, laat het in duo's overleggen of bespreken en bespreek uiteindelijk klassikaal. Op deze manier zet je alle leerlingen aan het denken en aan het werk.
Je bereidt de lessen die je geeft voor, voert ze uit, evalueert ze en stuurt ze bij, in overeenstemming met de leerplannen en het pedagogisch project van de school. Je belangrijkste taken zijn lessen voorbereiden, lesgeven, taken verbeteren en examens opstellen en verbeteren.
Wanneer jij jouw les goed hebt voorbereid, merk je dat de les een stuk vlotter gaat. Je kunt de leerlingen boeien met jouw leerstof. Dit geeft voor jou minder stress en je kunt de les altijd nog een keer geven omdat je het op papier hebt staan.
Een lesvoorbereiding maken is een zinvolle bezigheid. Het is het moment waarop nagedacht wordt over de komende lesuitvoering. Het vertalen van de eigen kennis naar een didactische context ('Hoe breng ik mijn leerstof zo goed mogelijk over op mijn leerlingen?
Werk regelmatig met klassenbouwers of energizers. Een goede manier om de sfeer positief te beïnvloeden en zelfs op meta-niveau gesprekken te hebben met elkaar (wat zie ik hier nu gebeuren). Stel duidelijke grenzen en communiceer hier duidelijk over. Dit kan streng over komen, maar dat mag als leerkracht!
De school vindt jassen in de klas onveilig. Bij lessen als scheikunde of techniek kan een overdaad aan jassen gevaren opleveren voor de leerlingen. Bovendien moeten de scholieren tegen elkaar beschermd worden. Mevrouw Bloem: ,,In jassen kun je ook voorwerpen verbergen om klasgenoten mee te bedreigen.''
Regels: leidraad en toetssteen
Vanaf dag één leren de kinderen om hun jas aan de kapstok te hangen, niet te hollen in de gangen, elkaar niet te storen in de klas, et cetera. Net als in het verkeer zorgen deze regels ervoor dat kinderen en medewerkers op school samen kunnen leven en werken.
Effectieve leerstrategieën zijn altijd actief: je bent op een actieve manier met de leerstof bezig en je gebruikt daarbij verschillende activiteiten. Deze leerstrategieën lijken veel tijd te kosten, maar in de praktijk valt dat mee.
Een leerstrategie is de manier waarop een leerling het leren aanpakt. Daarbij horen de stappen die hij zet om het leerdoel te bereiken, zoals: Het onderscheiden van hoofd- en bijzaken, Verbanden leggen tussen bestaande en nieuwe kennis.
Elaboratie: verwerk actief leerstof. Jezelf vragen stellen over de leerstof, verbanden zoeken, controleren wat je denk te weten, vergelijken, … Pas dan komt leerstof 'tot leven' en krijgt het betekenis. Gebruik de Taxonomie van Bloom als houvast om diepgaande cognitieve processen te stimuleren bij studenten.