In de inleiding introduceer je het onderwerp en probeer je de aandacht van de lezer te trekken, bijvoorbeeld door middel van een statement of een opvallend feitje. Vervolgens maak je een bruggetje naar de kern. In dit deel formuleer je de stelling en geef je jouw eigen standpunt.
De inleiding van een betoog bestaat meestal uit twee delen. In het eerste deel introduceer je het onderwerp aan de lezer. Je vertelt waarom het relevant is om het hier nu over te hebben in plaats van over een ander onderwerp. Zo is het voor de lezer logisch wanneer je de stelling introduceert.
Het belangrijkste is dat je betoog in ieder geval een duidelijke inleiding, kern en slot bevat.
Een betoog is het sterkst wanneer je veel feitelijke argumenten gebruikt en waarbij je ook duidelijk aangeeft waar je de informatie vandaan hebt gehaald; je noemt de bron. Andere, iets minder sterke argumenten, zijn waarderende argumenten. Over waarderende argumenten kun je van mening verschillen.
De kern bestaat onder andere uit de argumenten die het standpunt onderbouwen. Behandel bij meerdere argumenten ieder hoofdargument in een nieuwe alinea. Horen de argumenten bij elkaar, zet ze dan bij elkaar in één alinea. Geef voorbeelden en gebruik feiten; zo verlevendig je het betoog.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
Als je meerdere argumenten wilt gebruiken, begin dan met het sterkste argument en eindig met het op een na sterkste argument.
Je sluit je betoog af met het standpunt, de lezer moet het na al jouw argumenten wel met je eens zijn. Die argumenten mag je kort samenvatten.
In een betoog wil je, net als tijdens een debat, anderen overtuigen om jouw standpunt in te nemen. Dit doe je door argumenten te brengen die jouw (opgelegde) mening ondersteunen. Je gaat er in een betoog vanuit dat de lezer het oneens is met jouw standpunt óf nog geen mening heeft over het onderwerp.
Vele onderzoeken tonen aan dat de spanningsboog van mensen die luisteren beperkt is. Een gemiddeld betoog zou dan ook niet langer dan 20 minuten mogen duren. Althans, als de spreker graag wil dat de toehoorder er ook nog iets van onthoudt.
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
Bedenk welke argumenten je wilt gebruiken om je standpunt te verdedigen en in welke volgorde je ze gaat presenteren. Schrijf de inleiding. Schrijf een inleiding waarin je het onderwerp introduceert en je stelling presenteert. Geef ook aan waarom het onderwerp belangrijk is en wat het doel van je betoog is.
Je kunt de aandacht trekken met behulp van een voorbeeld/anekdote, de actualiteit, de geschiedenis, of het belang voor de lezer (dus niet opschrijven dat je dit voor school moet schrijven!). Vervolgens moet je het onderwerp introduceren.
De schrijver geeft minimaal twee argumenten voor zijn standpunt, eventueel onderbouwd met feiten. De schrijver geeft minimaal één argument tegen zijn standpunt en weerlegt deze. De schrijver herhaalt zijn standpunt. De schrijver sluit af met een pakkende afsluiting.
Een mooie formule voor een goede slotzin is om terug te grijpen op de aandachtstrekker van het begin van je betoog. We noemen dit een cirkelrede: dit stijlmiddel maakt het betoog tot een afgerond geheel. Een ander stijlmiddel is om een boodschap, wens of laatste zin krachtig uit te spreken als drieslag.
Om een debat te winnen, moet je twee dingen doen: (1) uitleggen waarom jouw argumenten waar en relevant zijn, en (2) uitleggen waarom de argumenten van de andere kant dat niet zijn. In de reactiefase doe je dit door jouw argumenten te versterken en de argumenten van de andere kant te weerleggen.
De hoofdgedachte van een betoog is een standpunt. Een standpunt is een mening waar je het mee eens of oneens kunt zijn. In een betoog lees je in de inleiding het standpunt, het vervolg onderbouwt dit met argumenten die onvermijdelijk leiden tot een herhaling van het standpunt in het slot.
Met een tegenargument of een tegenwerping ontkracht je een standpunt of een argument, je maakt dat standpunt of argument minder aanvaardbaar. Tegenargument en tegenwerping worden tegenwoordig gezien als synoniemen.