De standaard lineaire formule is altijd y = ax + b. De a is de richtingscoëfficient en de b is de beginwaarde van de lijn. Dit gebruik je om de lijn in het assenstelsel te weergeven.
Van grafiek naar formule
De lijn gaat door een gegeven punt van de y-as en een ander punt. Omdat nu het snijpunt op de y-as gegeven is, weet je het getal b in de formule: y = ax + b. Met behulp van het andere gegeven punt van de lijn kun je nu de richting van de lijn bepalen (de richtingscoëfficiënt).
De standaardfunctie behorend bij een lineair verband is y = ax + b, waarbij a het hellingsgetal en b het startgetal (ook wel de beginwaarde genoemd) is. Het hellingsgetal geeft aan hoeveel eenheden de functie omhoog ofwel omlaag gaat als de x waarde 1 eenheid omhoog gaat.
U kunt een eenvoudige formule maken om waarden in een werkblad op te tellen, af te trekken, te vermenigvuldigen of te delen. Eenvoudige formules beginnen altijd met een gelijkteken (=), gevolgd door constanten (getalwaarden) en rekenoperatoren, zoals plus (+), min (-), een asterisk (*) of een deelteken (/).
Probeer het zelf
Selecteer Invoegen > Vergelijking of druk op Alt + =. Als u een ingebouwde formule wilt gebruiken, selecteert u Ontwerpen > Vergelijking.
Een formule begint altijd met een gelijkteken (=), dat kan worden gevolgd door getallen, wiskundige operatoren (zoals een plus- of minteken) en functies waarmee de kracht van een formule echt tot zijn recht komt.
De algemene formule voor een lineair verband is y = a·x + b. Dus de opdracht wordt: Zoek de getallen a en b. a is het hellingsgetal of richtingscoëfficient. Deze kun je vinden door de verandering van y te delen door de verandering van x.
Selecteer Invoegen > Vergelijking of druk op Alt + =. Als u een ingebouwde formule wilt gebruiken, selecteert u Ontwerpen > Vergelijking.
Een verticale lijn heeft geen richtingscoëfficiënt. De grafiek van de vergelijking y = a x + b is een rechte lijn. De factor a (waarmee x wordt vermenigvuldigd) is de richtingscoëfficiënt van de lijn. De richtingscoëfficiënt geeft aan hoeveel de y verandert als de x met één toeneemt.
De formule van een lineaire trendlijn is van de vorm y = a t + b . De variabele t geeft meestal de tijd aan. Met deze trendlijn kan men dan voorspellingen doen voor de toekomst. Als de puntenwolk dicht op de trendlijn ligt, dan is de nauwkeurigheid van de voorspelling beter dan wanneer de puntenwolk erg 'breed' is.
Je spreekt van een lineair verband tussen x en y als de bijbehorende grafiek een rechte lijn is (via "linea recta"). Dit betekent dat vanuit een vaste waarde b bij x=0 elke keer dan x met 1 toeneemt, de waarde van y met een vast getal a toeneemt. De bijbehorende formule kun je dan schrijven in de vorm y=a*x+b.
Een lineaire functie schrijf je als f(x)=ax+b (of y=ax+b). A is de richtingscoëfficiënt (rico). A bepaalt namelijk de richting van de rechte. B is het snijpunt met de y-as.
Selecteer de cel met de formule en de aangrenzende cellen die u wilt opvullen.Klik op > Opvullingen kies Omlaag,Rechts,Omhoogof Links. Sneltoets: U kunt ook op Ctrl+D drukken om de formule in een kolom op te vullen of op Ctrl+R om de formule rechts in een rij te vullen.
Selecteer de cel of het celbereik met de formule.Klik op Start > kopiëren (of druk op Ctrl +C).
Voorbeeld richtingscoëfficiënt:
Stel, we hebben twee punten op een grafiek, dat zijn (2, 4) en (4, 8). Hierbij is het eerste getal de x en het tweede getal de y. We gebruiken dan de formule rc = Δy / Δx. Als we die invullen krijgen we: rc = (8-4) / (4-2) = 4/2 = 2.
De standaard lineaire formule is altijd y = ax + b. De a is de richtingscoëfficient en de b is de beginwaarde van de lijn. Dit gebruik je om de lijn in het assenstelsel te weergeven.
Als u de oorspronkelijke celverwijzing wilt behouden wanneer u de formule kopieert, vergrendelt u deze door een dollarteken ($) te typen vóór de cel- en kolomverwijzingen. Wanneer u bijvoorbeeld de formule =$A$2+$B$2 kopieert van C2 naar D2, blijft de formule precies hetzelfde. Dit is een absolute verwijzing.
De wet van Ohm is een formule die wordt gebruikt om de relatie te berekenen tussen elektrische spanning, elektrische stroom en weerstand in een stroomkring. Voor mensen die leren over elektronica is de wet van Ohm, U = I x R, net zo belangrijk als de relativiteitstheorie van Einstein (E = mc²) is voor natuurkundigen.