Probeer nieuwsgierig te zijn, probeer kinderen te begrijpen en van ze te leren. Het is ook belangrijk om te zorgen dat een kind zich gezien, gehoord en begrepen voelt. Maak (oog)contact en probeer met je communicatie aan te sluiten bij de beleving en de communicatie van het kind.
Zorg voor een boeiende “haak”; iets wat aansluit bij de leerlingen, iets wat ze interessant vinden of waarvan je zeker weet dat ze willen weten wat het is en/of hoe het werkt. Maak het spannend. Zorg ervoor dat je zelf niet langer dan 4 à 5 minuten achtereen praat. Vervolgens moeten de leerlingen iets doen.
Leerlingen moet het gewenste gedrag wel bewust worden aangeleerd. Dat vraagt voortdurende professionalisering, ondersteund door schoolleiders. Een schoolbrede structurele aanpak met positieve gedragsinterventies komt eveneens ten goede aan het voorkomen en verminderen van verstorend gedrag.
Praat niet te luid of te snel. Geef geen instructies tot iedereen stil is. Betreed het domein van de leerlingen: loop door de klas, spreek babbelaars van dichtbij rustig aan. Breng rustmomenten in je les: lezen, individuele oefeningen, videofragment …
Maak af en toe eens een praatje, los van de schoolopdrachten. Hiermee stel je leerlingen wat meer op hun gemak. Wanneer leerlingen toch een keer een negatieve emotionele uitbarsting hebben, benader ze dan rustig en vraag wat er aan de hand is. Tip 2: Laat je niet meeslepen in de emoties.
De studenten lezen samen een inleidende tekst. Vervolgens stellen ze zelf de vragen op die beantwoord moeten worden om tot de kern van de stof te komen. Tijdens de volgende bijeenkomst discussiëren zij samen over hun bevindingen. De tutor speelt daarbij een ondersteunende rol.
Een goed pedagogisch klimaat kenmerkt zich door vaste regels en structuur en geeft daardoor voorspelbaarheid en rust. Vaste afspraken, regels en routines, duidelijke verwachtingen, heldere structuren en kaders zorgen voor voorspelbaar leerkrachtgedrag. Leerlingen weten waar ze op kunnen rekenen.
Enkele voorbeelden van lesopeningen zijn: De foto: met een foto in je hand of op het digibord wek je bij binnenkomst direct de interesse van leerlingen. Een mooi begin van een gesprek. De stem: laat een geluidsfragment afspelen terwijl je zelf nog niet in de klas bent.
Grappig – Enthousiast – Zorgzaam – Creatief – Geduldig – Lief – Positief – Luistervaardig. Dit zijn de 8 kwaliteiten die leerlingen, ouders, collega's en directeurs het vaakst vermelden als 'sterkste eigenschap' van een leraar in de nominatiedossiers voor de Leraar van het Jaar 2016.
Je kunt een paar dingen over jezelf vertellen (naam, leeftijd, waarom je voor het docentschap en jouw vakgebied gekozen hebt, wat je leuk vindt aan lesgeven en misschien wat leuke feitjes). Je kunt jezelf voorstellen aan de hand van een fotocollage, een leuk vakantieverhaal of een bijzondere ervaring…
Leren door te maken: volgens Seymour Papert is dat de beste en meest diepgaande manier van leren. Leerlingen maken iets waar nieuwe kennis voor nodig is, en op die manier leren ze precies wat nodig is, plus vaak nog veel meer.
Een goede les(dag) vraagt om dynamiek. Woorden, beelden, geuren, kleuren en smaak toevoegen aan je les kan zorgen voor leuke lessen. Leerlingen hun eigen inbreng geven is hierbij belangrijk! Zorg er daarnaast voor dat duidelijk is wat de opbouw van je les gaat zijn en dat je weet waarom jouw leerstof belangrijk is.
Het bevorderen van goed gedrag
Jouw aanmoediging, aandacht, kus of knuffel stimuleren positief gedrag bij je kind. Net zoals het belangrijk is goed gedrag te belonen, is van belang dat je nalaat om negatief gedrag te belonen. Hoe kun je dit doen? Bijvoorbeeld door het ongewenste gedrag actief te negeren.