Een verwijzing in de tekst volgens APA-richtlijnen bestaat uit de achternaam van de auteur en het publicatiejaar. Als je naar een specifiek deel van een bron verwijst, moet je ook een plaatsaanduiding toevoegen, zoals een paginanummer of tijdstempel. Een voorbeeld is: (Habibi, 2021, p. 170).
Je begint altijd met de achternaam van de auteur gevolgd door een komma en hierna de voorletters van de voornamen van de auteur. Als een bron meerdere auteurs heeft, gebruik je een komma tussen de auteurs. Voor de laatste auteur gebruik je een ampersand (&). De laatste auteur eindigt met een punt.
APA-richtlijnen zijn regels voor de opmaak en notatie van bronverwijzingen en citaten in het theoretisch kader, de opmaak van figuren en tabellen in het resultatenhoofdstuk en de bronnenlijst aan het einde van je scriptie.
Hoe vermeld je bronnen? Bronvermelding bestaat uit twee stappen: Aan het eind van je verslag neem je een lijst op met de volledige vermelding van alle bronnen die je hebt gebruikt, de bronnenlijst ofwel literatuurlijst. In de tekst maak je elke keer als je een bron aanhaalt een korte verwijzing naar die bron.
Daarmee geef je aan dat de auteur de tekst totaal kan veranderen of zelfs een webpagina kan laten verdwijnen. Dat zegt iets over de betrouwbaarheid (herhaalbaarheid) van zo'n bron. Hij is vaak niet meer vindbaar. Een literatuurlijst met alléén veranderbare bronnen (“geraadpleegd op …”) maakt géén stevige indruk.
Je kunt deze bronnen volgens de APA-stijl op twee manier vermelden: tussen haakjes en narratief. Voorbeeld tussen haakjes: Verschillende studies bevestigen dit (Hardy et al., 2018; Nuños, 2016; Traumer & Sherer, 2019).
Een APA-bronvermelding voor een webpagina bestaat uit vijf onderdelen: de auteursnaam, publicatiedatum, titel, naam van de website en de raadpleegdatum en URL. Helaas ontbreken soms enkele onderdelen. Zo kunnen de auteursnaam, titel en publicatiedatum onbekend zijn.
APA-verwijzingen in de tekst bestaan uit de achternaam van de auteur en het jaar van publicatie. Wanneer je een specifiek deel van een bron aanhaalt, moet je ook het paginanummer of het bereik opnemen in je verwijzing. Voorbeelden zijn: (Benders, 2020, p. 70) of (Ayuk, 2021, pp.
Bijgewerkt op 19 mei 2022. De APA-literatuurlijst bevat alle bronnen die je hebt geciteerd in je tekst. De lijst met bronvermeldingen start op een nieuwe pagina, direct na de hoofdtekst.
Om te verwijzen naar een artikel uit een gedrukt tijdschrift, noem je de naam van de auteur, de publicatiedatum, de titel van het artikel, de titel van het tijdschrift, het volume- en uitgavenummer (indien beschikbaar), en het paginabereik van het artikel in je APA-bronvermelding. Achternaam Auteur, Initialen.
Vanaf drie auteurs alleen de eerste naam gevolgd door et al. 2 In de bronnenlijst worden maximaal 8 auteurs vermeld voordat de bronvermelding wordt ingekort. In de bronnenlijst worden maximaal 20 auteurs vermeld voordat de bronvermelding wordt ingekort. 3 Vermelding van zowel plaatsnaam en de naam uitgever.
Geen auteur
In plaats van de achternaam van de auteur, voeg je de eerste paar woorden van de publicatietitel toe bij de verwijzing in de tekst. Zet de titel tussen dubbele aanhalingstekens als je een artikel, webpagina of hoofdstuk uit een boek citeert.
Wanneer het jaar of de datum van publicatie van een webpagina of krantenartikel wordt vermeld, neem deze dan geheel over in de bronnenlijst in de volgorde (jaar, dag maand). De naam van de maand wordt voluit geschreven. In de tekst wordt alleen het jaartal genoemd. In de tekst is de verwijzing (CBS, 2018).
Als je in de tekst van je werkstuk een bron letterlijk citeert of in je eigen woorden weergeeft, kun je ook op die plaats de bron vermelden. Die bron staat al uitgebreid beschreven in je bronnenlijst, daarom kun je hier volstaan met een verwijzing tussen haakjes, direct achter het citaat of de parafrase.
Als je een webpagina of online artikel citeert in APA-stijl, bestaat de verwijzing in de tekst uit de achternaam van de auteur en het publicatiejaar. Een voorbeeld is: (Merkus & Streefkerk, 2020). Hierbij kan de auteur ook een organisatie zijn, bijvoorbeeld: (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2018).
Gebruik dubbele regelafstand voor alle tekst, inclusief koppen. Laat de eerste regel van iedere alinea met 1 tab inspringen. Gebruik een toegankelijk en leesbaar lettertype (zoals Times New Roman 12, Arial 11 of Georgia 11). Voeg op iedere pagina een paginanummer toe.
Achterin je werkstuk neem je een lijst op van alle bronnen die je hebt geraadpleegd: de bronnenlijst. De verwijzingen in deze bronnenlijst zet je in alfabetische volgorde van (eerstgenoemde) auteur.
Verwijzen naar een scriptie of dissertatie in pdf-vorm
Vermeld de auteur, datum en titel, het type document (bijvoorbeeld “Masterscriptie”) en de naam van de universiteit tussen blokhaken, de naam van de website, en de raadpleegdatum en URL.
Verwijzen naar een boek
Een verwijzing in de tekst voor een boek bevat de achternaam van de auteur, het jaartal en (indien relevant) een paginanummer. In de literatuurlijst begin je met de achternaam van de auteur, gevolgd door een komma en de initialen. Hierna komt het jaartal tussen haakjes te staan.
Plaats een citaat altijd tussen aanhalingstekens. Laat deze volgen door een verwijzing tussen haakjes (achternaam auteur(s), jaartal, paginanummers(s), of door de auteur(s) in de tekst te noemen.
De namen van maximaal 20 auteurs (in plaats van 7) moeten in de bronnenlijst worden vermeld voordat de bronvermelding wordt afgekort.
De meest recente APA-regels
Eind 2019 bracht APA de nieuwe, 7e editie van de regels uit. De Scribbr-handleiding is de eerste uitgebreide Nederlandse handleiding voor de 7e editie van de APA-regels.
Verwijzen naar een boek Een verwijzing in de tekst voor een boek bevat de achternaam van de auteur, het jaartal en (indien relevant) een paginanummer. In de literatuurlijst begin je met de achternaam van de auteur, gevolgd door een komma en de initialen. Hierna komt het jaartal tussen haakjes te staan.