Door middel van een debietmeter kan de luchtdebiet per ruimte gemeten worden waaruit blijkt wat de inblaashoeveelheid verse lucht bedraagt. Deze wordt getoetst aan eerdergenoemde richtlijn. Er wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde Balometer.
Snelheid en debiet, een kwestie van diameter
Het oppervlak (of doorsnede) van een rond kanaal kan je vinden door de formule pi x d²/4. Voor een kanaal van 160mm geeft dit ongeveer 20100mm² of 0,0201m². Als je door dit kanaal een 75m³/uur wilt ventileren zal je een snelheid van 1,04m/s hebben.
Flowmeters of debietmeters zijn meetinstrumenten die worden gebruikt om de doorstroming en/of hoeveelheid gas, damp of vloeistof dat zich door een buis beweegt te meten. Ze zijn er in allerlei soorten en maten en worden ook in diverse branches gebruikt.
Middels de schaalverdeling op het doorzichtige glaasje van de flowmeter kan men het debiet in liters / minuut aflezen. Door de zwarte instelring te verdraaien kan men het benodigde debiet instellen. worden gemonteerd om zo te voorkomen dat onbevoegden de ingestelde debieten verstellen.
Flow meten met elektromagnetische flowmeters, het werkingsprincipe is als volgt; een geleidende vloeistof stroomt door een magnetisch veld. De reactiespanning wordt gemeten, deze is proportioneel aan de snelheid van de vloeistof. De diameter weet men en zo wordt het debiet bepaald.
Algemene regel
Het minimaal geëiste ontwerpdebiet bedraagt 3,6 m³/h per m² vloeroppervlakte van de ruimte. Om te beletten dat er in kleine ruimtes te weinig geventileerd wordt, bevat de norm ook per ruimte een minimum toevoer- en afvoerdebiet dat moet gehaald worden.
Een goede indicatie van de luchtkwaliteit in huis is het CO2-gehalte. In een niet-geventileerde ruimte waar mensen verblijven en CO2 (koolstofdioxide) uitademen loopt het CO2-gehalte langzaam op. Een maximum van 800 ppm (parts per million) is ideaal, 1.000 ppm acceptabel en 1.200 is de bovengrens.
Bij ventilatiedebieten meten we de toevoer en/of afvoer. Van alle lucht toe- en afvoerventielen in de woning is het ventilatiedebiet vastgesteld voor de verschillende standen van het ventilatiesysteem. Ook het debiet van een eventuele afzuigkap wordt gemeten in de hoogste stand.
In kantoorruimten wordt geadviseerd om een minimale luchtverversing van 30 m³/uur per persoon te hanteren bij licht fysiek inspannende werkzaamheden en 50 m³/uur bij fysiek zwaarder inspannende werkzaamheden. Voor scholen adviseert de GG&GD een minimale luchtverversing van 40 m³/uur en liever nog 50 m³/uur.
Voor een gegalvaniseerd kanaal met een diameter van 125 mm kan u dus 176 m3/u luchtdebiet verplaatsen met een snelheid tot 4 m/s. Dit debiet is voldoende om verschillende monden op aan te sluiten.
De hoeveelheid lucht die moet toegevoerd worden (in m³/h) is afhankelijk van de oppervlakte van de ruimte. Per vierkante meter moet er 3.6 m³/h lucht worden toegevoerd. Voor een slaapkamer en een bureau/speelkamer mag dit beperkt worden tot 72 m³/h en voor een living mag dit beperkt worden tot 150 m³/h.
Indien je een ventilatieberekening wilt maken van de slaapverdieping, kijk je eerst naar de oppervlakte van dit verblijfsgebied. Vervolgens kijk je naar de minimale ventilatiecapaciteit per verblijfsgebied. Deze hoort minimaal 0,9 dm3 /s per m2 vloeroppervlakte, met een minimum van 7 dm3/s te zijn.
Voor goede ventilatie moet de lucht in huis vrij kunnen stromen. Elke binnendeur moet minstens 1,5 cm ruimte onder de deur hebben. Een alternatief is een ventilatierooster in de binnendeuren. Vooral in de keuken en badkamer moet je extra ventileren.
Luchten: zet minstens 1 keer per dag in iedere kamer tegelijk 15 minuten een raam of buitendeur wijd open. Je kunt dit het beste 's morgens doen of 's avonds vlak voor het slapengaan. De verwarming kan dan even laag. Ventileren: zet altijd alle ventilatieroosters open.
Hoe weet ik of het te droog is? Doorgaans is de lucht in huis in de winter te droog. De relatieve luchtvochtigheid is ongeveer 30%, terwijl 50 tot 60 procent ideaal is. Wanneer je last krijgt van een droge hoest, droge ogen, hoofdpijn of de andere symptomen is het waarschijnlijk dat de luchtvochtigheid te laag ligt.
Met een luchtkwaliteitsmeter kun je de luchtkwaliteit in huis meten. Een slimme luchtkwaliteitsmeter geeft je via een app tips hoe je je beschermt tegen slechte lucht. De meter meet het fijnstof, de temperatuur en de luchtvochtigheid.
De ideale luchtvochtigheid in huis ligt tussen de 40-60%. Zowel een te vochtige als te droge atmosfeer wordt bij bepaalde temperaturen als onaangenaam ervaren en kan bovendien leiden tot (gezondheids)problemen. Het inademen van droge lucht voelt allereerst hard en vervelend.
Voor een woonkamer moet de ventilatiecapaciteit minimaal 0,9 dm3/s per m2 vloeroppervlakte zijn, met een minimum van 7 dm3/s. Voor een badkamer moet de ventilatiecapaciteit minimaal 14 dm3/s zijn. Voor een keuken moet de ventilatiecapaciteit minimaal 21 dm3/s zijn.
Luchtdebiet is de hoeveelheid lucht dat in een bepaalde tijdseenheid verplaatst wordt. De capaciteit van een luchtreiniger met ventilator wordt met behulp van het luchtdebiet weergegeven, bijvoorbeeld 300 m3/h (staat voor 300 kuub lucht per uur). Het is de hoeveelheid lucht dat door de luchtreiniger wordt gevoerd.
Voor voldoende luchttoevoer is in een normale woonkamer minstens één luchtrooster nodig met een oppervlak van 1 meter bij 10 centimeter. Beter nog is 2 roosters tegenover elkaar.
Een elektromagnetische debietmeter is een debietmeter die de volumehoeveelheid geleidende vloeistof meet die per tijdseenheid door de meter stroomt.
Met een flowmeter op elke groep kan men de groepen op het zelfde niveau inregelen. Hierdoor zullen alle groepen gelijkmatig stromen en even warm aanvoelen. Tevens kunt u bij een eventuele storing controleren of er wel waterstroming over de slangen plaatsvindt.
De meest verkochte diameters zijn 100, 125, 160 en 200 mm. Ook 150 en 180 mm kan je kopen, maar worden minder gebruikt. Wanneer je voor je ventilatie berekening een diameter nodig hebt van bijvoorbeeld 76mm, dan voorzie je best een kanaal van 100mm.