Een stelsel kun je oplossen in 5 stappen:
Herschrijf één van de twee vergelijkingen tot x = ... of y = ... Vul de waarde van de variabele in in de herschreven vergelijking. Nu houd je een vergelijking over met maar één onbekende. Los deze vergelijking op.
In een vergelijking worden twee termen aan elkaar gelijk gesteld. Een vergelijking kan opgelost worden door de waarde van de onbekende letter uit te rekenen. De functie F=1,8C+32 kan bijvoorbeeld worden gebruikt om uit te rekenen hoeveel graden Celsius (C) overeenkomt met een temperatuur in Fahrenheit (F) van 112∘F.
Elke kwadratische vergelijking kun je schrijven in de vorm van ax2 + bx + c = 0. Om de abc-formule te kunnen toepassen moet je de getallen voor a, b en c vinden. Als de vergelijking bijvoorbeeld 2x2 + 3x + 6 = 0 is, dan heb je a = 2, b = 3 en c = 6.
De gelijkstellingsmethode
❶ We drukken in beide vergelijkingen dezelfde onbekende uit in functie van de andere. ❷ We stellen beide uitdrukkingen gelijk aan elkaar en lossen de bekomen vergelijking op. ❸ We vervangen deze gevonden waarde in één van de originele vergelijkingen en lossen op.
Om een kwadratische vergelijking op te lossen, moet het in de standaardvorm x2 + bx + c = 0 staan. Als een kwadratische vergelijking in de vorm ax2 + bx + c = 0 staat, moet je deze eerst vereenvoudigen naar de standaardvorm, voordat je hem kan oplossen met behulp van ontbinden in factoren.
In de wiskunde is een stelsel van lineaire vergelijkingen (ook lineair systeem) een aantal lineaire vergelijkingen in dezelfde onbekenden.
x1=(-b+√(b²-4ac)):2a. x2=(-b-√(b²-4ac)):2a.
Kwadratische vergelijkingen kunnen we gelijkstellen aan constanten. Een voorbeeld van een kwadratische vergelijking is x2 = c. Hierin zit één factor = één term met een x erin. c is hier de constante (een vast getal).
Bij vergelijkingen, vergelijk je een onderwerp met iets anders. Hierbij gaat het om een overeenkomst tussen beide dingen. Hij ging er als een haas vandoor. In het bovenstaande voorbeeld gaat de vergelijking over een jongen die er vandoor ging.
van de vorm x = a en y = b. Stelsels die dezelfde oplossing bepalen, noemen we gelijkwaardige stelsels.
Net zoals we zeggen dat 6 • 6 = 62 en 5 • 5 = 52 kun je ook zeggen dat x • x = x2 .
Als je het kwadraat van een negatief getal berekent is het belangrijk dat je het min teken tussen haakjes zet: Het kwadraat van -4 = (-4)2 = -4 · -4 = 16 (want negatief vermenigvuldigd met negatief maakt positief)
Kwadraatafsplitsen betekent dus eigenlijk dat je een kwadratische formule als een kwadraat schrijft. Je houdt dan één x binnen haakjes over. Kwadraatafsplitsen bij een tweeterm leidt tot een formule die eruit ziet als: (x + p)2 - q.
Een combinatiemethode is een anticonceptiemethode die twee hormonen bevat: 'oestrogeen' en 'progestageen'. De beschikbare combinatiemethoden zijn de combinatiepil, de anticonceptiepleister en de anticonceptiering.
Als de discriminant groter dan 0 is, dan zijn er 2 oplossingen voor de kwadratische vergelijking. Het aantal oplossingen van een kwadratische vergelijking hangt dus af van de discriminant. Let op! Er zijn meerdere manieren om een kwadratische vergelijking op te lossen.
In de algebra is de discriminant (Latijn: discriminare, onderscheiden) van een polynoom een speciale uitdrukking in de coëfficiënten die belangrijke informatie geeft over het aantal nulpunten. De discriminant is alleen dan gelijk aan nul als de polynoom een of meer meervoudige (complexe) nulpunten heeft.
Als D = 0 dan is er één snijpunt met de x-as (hij ligt tegen de x-as aan, ofwel hij raakt de x-as. Als D < 0 dan heeft de parabool helemaal geen snijpunten met de x-as, dus dan ligt hij er in zijn geheel boven of onder.
Een formule is een wiskundige zin met variabelen. Je gebruikt een formule om het verband tussen variabelen te beschrijven of om een rekenregel kort op te schrijven. Een formule wordt vaak zo kort mogelijk geschreven. Woorden in de formule, de variabelen, worden afgekort tot één letter (liefst geen hoofdletters).
ontbinden in factoren. Een veelterm is een som van eentermen. Ontbinden in factoren = deze veelterm schrijven als het product van factoren. Een som van termen schrijven we als het product van ( x - 3 ) en (x + 3).
Wanneer x twee waarden kan hebben is er sprake van een vergelijking van de tweede graad. Een dergelijke vergelijking heet een vierkantsvergelijking (vierkant is een ander woord voor kwadraat). x = ½ + 7/2 = 8/2 = 4 of 7/2 – ½ = 6/2 = 3. ax2 + bx + c = 0 waarin a, b en c gegeven getallen zijn.