Corrigeer je kind op een korte, duidelijke, maar rustige manier. Dus zonder boos te worden. Ga naar je kind toe, maak contact door te knielen, oogcontact te maken of je kind aan te tikken en geef de grens aan:“Slaan doen we niet, dat doet pijn” of “Bijten mag niet, dat doet pijn”.
Sla of schop niet terug en schreeuw ook niet tegen je kind. Stop met waar je mee bezig bent en vertel je kind welk gedrag moet stoppen en waarom. Zeg bijvoorbeeld 'Benjamin, stop nu met slaan. Je doet mij pijn, ik wil dat je hier meteen mee stopt en rustig wordt.
Slaat hij iemand, dan verwijder je je dreumes van die persoon. Leg hem natuurlijk wel kort uit dat dat niet mag en waarom, maar ga geen eindeloze gesprekken aan. 'Je mag iemand niet slaan, dat doet pijn. Daarom ga jij maar even ergens anders staan, zodat dat kindje door kan spelen'.
Het geeft het kind vaak een gevoel van onmacht. Sommige kinderen reageren hierop door zich terug te trekken, stil te worden en maar niet meer te proberen. Andere kinderen worden door hun gevoel van onmacht boos en opstandig en gaan dit uiten in slaan en schoppen.
Agressieve ouders/ opvoeders kunnen makkelijk leiden tot agressief gedrag van het kind. Hechtingsproblemen en affectieve verwaarlozing. Herhaalde echtscheidingen van ouders/verzorgers. Mishandeld zijn of het zien van mishandeling binnen het gezin.
Negatieve reacties zonder aandacht voor wat een kind goed doet, helpen meestal niet om het gedrag te veranderen. Probeer samen één lijn te trekken in het reageren op lastig gedrag, bijvoorbeeld met leerkrachten of mensen uit de buurt. Hoe eerder je kind leert wat wel en niet kan, hoe beter.
Het temperament van je kind speelt een grote rol. Een temperamentvol kind zal sneller boos worden en gefrustreerd zijn dan een kind met een introvert temperament. Daarnaast speelt ook mee hoe jij zelf met boosheid omgaat en hoe je op het boze gedrag reageert. Boosheid roept boosheid op.
Door rustig te blijven geef je je kind de ruimte om boos te zijn. Heb veel geduld. Bedenk elke keer dat een kind zijn boosheid en emoties uit bij jou waar hij zich veilig genoeg voelt om zijn emoties te tonen. Omdat je tijdens een echte woedebui geen contact met je kind krijgt, laat je hem het beste uitrazen.
Meestal komt agressief gedrag voort uit frustratie. Je kindje weet nog niet zo goed hoe hij zijn emoties moet uiten. Daarnaast wil je peuter soms dingen waar hij eigenlijk nog te klein voor is. Als dit niet lukt, groeit zijn frustratie die hij dan uit met bijvoorbeeld schoppen, slaan of bijten.
Agressief gedrag kan verschillende oorzaken hebben. Het kan te maken hebben met het karakter van je kind, maar ook met de vrienden met wie je kind omgaat. De oorzaak kan ook liggen in spanningen en stress. Het is ook mogelijk dat je kind moeite heeft om emoties te beheersen.
Jonge kinderen kunnen hun emoties nog niet controleren, waardoor hun boosheid explosief naar buiten komt. Je kind gaat schreeuwen, slaan, op de grond liggen, schoppen of trappelen met zijn benen en armen. Vaak duurt een woedebui niet zo lang en is het na een paar minuten tot een kwartier weer over.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
Laat je kind boos zijn, maar begrens zijn of haar gedrag. Geef hem een kussen. Laat zien dat het goed is dat hij zijn boosheid ontlaadt zonder zichzelf of een ander te slaan. Misschien zijn er ook andere manieren die beter passen bij je kind om zich te ontladen.
Hou van je partner!
Besteed aandacht aan elkaar, doe leuke dingen samen, praat met elkaar. Laat je kinderen zien dat je van elkaar houdt. Doe grote mensen dingen en praat ook eens niet over de kinderen. Heb elkaar lief en zorg voor elkaar.
Je hebt kinderen die boos zijn, maar ook kinderen die opstandig zijn. De boosheid verdwijnt, maar als het opstandig en agressief gedrag vaker voorkomt en langer duurt, dan kan er sprake zijn van ODD. Dit is de Engelse afkorting voor Oppositional Defiant Disorder.
Het kan verschillende oorzaken hebben dat een kind onhandelbaar wordt. Onbegrip vanuit de ouders, de komst van een jonger broertje of zusje, verkeerde vrienden en ook bepaalde aandoeningen, zoals asperger of ADHD kunnen ervoor zorgen dat ouders het kind minder goed begrijpen en begeleiding in de ontwikkeling.