Slim Stampen is gebaseerd op het principe van spreiding en toetsing. Spreiding houdt in dat het leren van feitjes effectiever is als er een grotere tijdsspanne zit tussen de herhalingen. Toetsing houdt in dat leren effectiever is als de leerling actief het antwoord ophaalt, in plaats van nog een keer overlezen.
Uit onderzoek blijkt dat je maximaal 40 woordjes per dag kan leren en onthouden. Een raar fenomeen: bij een rijtje van 10 woorden heb je 8 herhalingen nodig voor je het kent, bij een rijtje van 20 woorden moet je ieder woord 30 keer herhalen! Teveel woordjes ineens is dus tijdverspilling.
Het langetermijngeheugen kan niet vol raken. Door hersenletsel of andere hersenziektes kan het wel worden aangetast.
Lezen is dus niet automatisch onthouden wat je leest. Als je reflexen nog storen en je ogen niet optimaal samenwerken met je hersenen is het lezen al lastig genoeg! Je hersenen hebben geen energie en capaciteit meer over om nog meer te doen, zoals begrijpen en onthouden!
Het antwoord op de vraag “hoe onthoud je dingen beter” is: “Door het hardop tegen jezelf te zeggen.” Gebruik je alleen je interne stem, dus door wat stilletjes in je hoofd te zeggen wat je leest of wil onthouden, dan komt er weinig van dat onthouden terecht.
De universitaire richtlijn ligt op 40 à 50 uren per week
Op een gewone dag volstaan 8 uur, zoals op een normale werkdag. Althans tijdens het semester. In de examens zelf is het anders. In de examens kan je beter 10 uur per dag studeren.
Spreid leer- en oefenmomenten in de tijd
Dat heeft een beter effect op hun langetermijngeheugen dan 'blokken'. 3 keer een uur studeren aan een onderwerp verspreid over een week is beter dan 1 keer 3 uur studeren op dezelfde dag. Leerlingen moeten leerstof herhalen, maar het liefst niet onmiddellijk na de les.
Je sensorisch geheugen slaat al die indrukken heel even op. Maar dan wel voor maar drie tot vijf seconden. Je begrijpt dat het sensorische geheugen een grote capaciteit heeft. Al deze informatie kun je niet onthouden.
Herman Ebbinghaus ontdekte het volgende: In de eerste twintig minuten nadat je hebt geleerd, vergeet je relatief gezien het meest. In het eerste uur nadat je iets hebt geleerd, vergeet je ongeveer de helft. Na ongeveer een dag neemt hetgeen je vergeet af.
Bij spanningen en heftige gebeurtenissen kan het erger worden. Ook bij een depressie, sommige medicijnen of ziekten werkt het geheugen soms minder goed. U kunt ook andere klachten hebben, zoals problemen met aandacht of dingen begrijpen.
Begeleid hardop lezen is een effectieve remediëringsmethodiek, zo blijkt uit dit onderzoek, zowel als het individueel wordt aangeboden als aan groepjes van drie leerlingen tegelijk. Bij deze methodiek leest een leerling een tekst hardop, terwijl een ervaren lezer, bijvoorbeeld een onderwijsassistent, hem begeleidt.
Door hardop te lezen, slaan leerlingen informatie beter op.
Hierdoor zullen hardop gelezen woorden in je geheugen worden onderscheiden van stil gelezen woorden. Deze onderscheidende geheugensporen worden beter herinnerd dan stil gelezen woordsporen (zie grafiek, MacLeod, 2010).
In 1986 onderzocht wetenschapper Thomas Landauer hoeveel visuele en verbale informatie een mens kan opslaan, en hoe snel een mens deze informatie vergeet. Zijn conclusie: een gemiddelde volwassene slaat in zijn leven ongeveer 125 megabyte informatie op. Dit kunt u vergelijken met honderd dikke leesboeken.
Er zijn sterke aanwijzingen dat het probleem van de tinnitus vaak niet in de oren zit, maar in de hersenen, in de zogenaamde auditieve cortex. Dit is het gebied in de hersenen dat verantwoordelijk is voor het horen van geluiden. Als dit gebied verkeerd wordt aangestuurd, ontstaat er tinnitus.
Mensen begrijpen dit vaak niet, waardoor je je eenzaam kunt voelen. Bijna alles wat je doet heeft een enorme vermoeidheid tot gevolg. Je raakt bijvoorbeeld de draad kwijt in je denken en je krijgt hoofdpijn. Je hebt veel rustmomenten nodig en dat maakt het lastig om te werken, of naar school te gaan.
Iedereen die al een taal spreekt, kan ook een vreemde taal leren. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom de een makkelijker een taal oppikt dan iemand anders.
Tot en met het achtste jaar neemt de woordenschat met ongeveer 600 woorden per jaar toe; vanaf het 9e tot 12e jaar komen daar tussen de 1700 en 3000 woorden per jaar bij, zodat een kind op 12 jarige leeftijd beschikt over 17.000 woorden.