Volgens bijgaande bron was de gemiddelde lichaamslengte rond het jaar 1600 zo'n 163cm.
Uit onderzoek is gebleken dat de West Europese bevolking sinds de Romeinse tijd van 1.76 m gekrompen is naar 1.66 m in de 18e eeuw.
Nu blijkt dus echter dat de gemiddelde lengte van mannen in ieder geval in Noordwest-Europa in de eerste helft van de Middeleeuwen maar liefst 173,4 centimeter was - met een record van 176 centimeter in Zweden. Daarna trad krimp op.
Sommige historici hanteren het moment waarop mensen gereedschap begonnen te gebruiken als beginpunt. Volgens die definitie zou de prehistorie duren van 2,5 miljoen jaar geleden tot 100 voor Christus. Oude Steentijd (Paleolithicum - 2,5 mln tot 10.500 v.C.) Middensteentijd (Mesolithicum - 10.500 tot 5.300 v.C.)
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag. Dat leidt vaak ook tot het idee dat je als je begin dertig was, al erg 'oud' was en het einde van je leven al in zicht kwam. Dit is echter niet helemaal waar.
Elders in Nederland lag de gemiddelde sterfteleeftijd namelijk vier tot acht jaar hoger. De onderzochte mannen uit de zeventiende en achttiende eeuw werden gemiddeld iets ouder, namelijk 43 jaar, al stierf het merendeel van deze mannen ook in deze periode vóór het 29ste levensjaar.
Er moest intens en hard gewerkt worden en ondanks de komst van de industriële revolutie die heel wat nieuwigheden met zich meebracht, leefden heel wat gezinnen armoede. Mannen draaiden lange dagen op het platteland of in de fabriek, vrouwen bleven meestal thuis om voor hun kroostrijke gezin te zorgen.
Rond 1900 gingen steeds meer arbeiders gezinnen in steden wonen. Dat was een gevolg van de voortschrijdende industria lisatie. De woonomstandigheden in de arbeiders wijken waren miserabel. De veranderin gen voor het gezinsleven waren ingrij pend.
De mensen in de Middeleeuwen waren schoner dan je denkt. Ze poetsen hun tanden met linnen, maakten tandpasta van zout, houtskool en munt en gebruikten een kippenbotje als tandenstoker. Ook gaan ze wekelijks naar het badhuis.
Rijke en in de stad levende mensen hadden in de Middeleeuwen een grotere kans op loodvergiftiging. Tegenwoordig heeft rijkdom doorgaans een goede invloed op de gezondheid. Dankzij een goedgevulde portemonnee kun je sporten, gezond voedsel kopen en gaan wonen in een buurt met veel groen en weinig verkeer.
Afgezien van het menstruatiebloed was de middeleeuwse mens misschien wel schoner dan wij. De middeleeuwen staan bekend als een duistere tijd vol ziekte, dood, verderf en viezigheid. Mensen gooiden hun afval gewoon op straat, tandenborstels en zeep waren non-existent, en wie de puberteit haalde was een uitzondering.
In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde. Hoe de mensheid die sprong vooruit maakte, is nog niet helemaal duidelijk.
Maar 200 jaar geleden behoorden we nog tot de kleinsten: in twee eeuwen tijd groeiden we 20 centimeter! En wetenschappers denken die groei nu te kunnen verklaren. Uit gegevens van het leger blijkt dat de gemiddelde Nederlandse man halverwege de achttiende eeuw zo'n 1.65 meter lang was.
Mannen zijn gemiddeld 184 cm lang, vrouwen 170,6 cm. De langste 2,5 procent van de bevolking is langer dan 198 cm (mannen) of 184 cm (vrouwen). Hoe groot u zich voelt hangt ook af van andere factoren: hoe groot zijn uw ouders en vrienden?
1850-1960: haute cuisine en smaakvervlakking
In de westerse landen is dit een periode waarin de hongersnood definitief wordt overwonnen. In deze periode eet de Nederlander twee keer per dag brood en één keer warm, meestal 's avonds. Naast brood is pap populair en de pannenkoek natuurlijk.
Er waren geen winkels, maar er kwamen kooplieden langs om spullen te verkopen. Als we het over de middeleeuwen hebben, dan hebben we het vaak over de periode tussen het jaar 500 en het jaar 1500. In deze tijd waren er veel arme boeren, maar ook ridders, jonkvrouwen en landheren. Het leven zag er heel anders uit dan nu.
Mensen hadden toen nog geen stromend water in hun huizen. Een douche aanleggen kon eigenlijk nog niet. Mensen wasten zich meestal met koud water. Tot zo'n vijftig jaar geleden gingen kinderen één keer per week in bad.
Grotere kans om 80 te worden
Dankzij de lagere sterfterisico's in 2010 bedroeg deze kans voor mannen dat jaar 63 procent. Tien jaar eerder was dat maar 52 procent. Bij vrouwen was de toename minder sterk, maar hun kans om 80 te worden is nog beduidend groter dan die van mannen.
Er zijn 2 618 874 mensen van 65 tot 80 jaar, en 838 661 80-plussers. Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen, in de hoogste leeftijdsgroepen zijn ze dan ook oververtegenwoordigd. Zo zijn er 93 943 vrouwen en 37 786 mannen van 90 jaar of ouder.
levensverwachting in observatiejaren
Mannen werden in de jaren 1827–1828 gemiddeld 36,6 jaar, vrouwen 39,5 jaar; in 1840–1851 respectievelijk 36,1 en 38,5 jaar.
Vrouwen leven langer dan mannen…
De levensverwachting van vrouwen is hoger dan die van mannen: 83,6 jaar tegen 80,5 jaar in 2019. Doordat bij mannen de levensverwachting tussen 2001 en 2019 sterker is gestegen dan die van vrouwen, is het verschil wel kleiner geworden (zie ook m/v-stat).
Sterke stijging levensverwachting in 20e eeuw
In 1900 was de levensverwachting bij geboorte voor mannen slechts 48 jaar. Dit betekent evenwel niet dat de meeste mannen hun 50e verjaardag niet haalden. Het gemiddelde was vooral zo laag door de zuigelingensterfte.