Het wordt aanbevolen om aan het einde van iedere duik een veiligheidsstop van 3 tot 5 minuten op een diepte van 5 meter te maken. Een veiligheids- stop van 3 minuten op 5 meter is verplicht wanneer je in een van de laatste drie drukgroepen voor de nultijd komt en voor iedere duik naar 30 meter of een grotere diepte.
Om decompressieziekte te voorkomen mag je dus min. 18 uur na de laatste duik niet vliegen. Nog beter is het om na een intensieve duikvakantie de eerst 24 uur niet te vliegen. Andersom kom je tijdens een vliegreis niet onder verhoogde druk, dus neem je ook niet meer stikstof op in je lichaam.
Bij meerdere dagen duiken achter elkaar of meerdere duiken op een dag wordt zelfs aangeraden 18 uur te wachten voordat je weer gaat vliegen. Hoe langer het interval tussen de duik en de vlucht, des te kleiner is de kans op decompressieziekte (zie decompressieziekte op de site).
De nultijd is een maximale tijd die je op een diepte mag doorbrengen om een directe opstijging naar de oppervlakte te mogen maken. Of opstijgen naar jouw veiligheidsstop. Wanneer je binnen die maximale tijd duikt, hebt je geen complexe stops nodig om weer naar boven te mogen.
Daarom mag je niet te snel omhoog. Net als het afdalen moet je dit dus goed sturen met je trimvest! Je mag per minuut 10 meter stijgen. Dus als je op 20 meter diepte bent, doe je er twee minuten over om boven te komen.
Het ademen onder water kost meer energie dan op de kant en tijdens de inspanning en stress van het duiken kan aderverkalking losschieten en een hartinfarct veroorzaken. Hart en longen krijgen het voor hun kiezen tijdens het duiken. Bij duikers met een verminderde reserve kan het dan misgaan.
Symptomen van decompressieziekte
In milde gevallen krijg je hoofdpijn, voel je je wat duizelig of krijg je huiduitslag. In ernstigere gevallen krijg je gewrichtspijn, kun je spasmes krijgen en flauwvallen of zelfs overlijden aan de ziekte. De symptomen treden soms al op tijdens de duik of enkele uren later.
Bij recreatief duiken kun je maximaal tot 40 meter diep duiken. Als basisduiker in open water is de limiet voor hoe diep je kunt duiken 18 meter. Als je dieper wilt duiken, adviseren we je om eerst een duikcursus voor gevorderden te volgen.
Stel je duikt met een 10 liter fles gevuld met 200 bar lucht op 10 meter diepte en aan het einde van de duik houd je 40 bar over. Je duikt 50 minuten.
Met de nodige training en ervaring is de dieptelimiet bij recreatief duiken 40 meter/130 voet. Beginnende duikers gaan niet dieper dan 18 meter/60 voet.
Stijg je op vanaf tien meter diepte dan zal het volume verdubbelen. Op een bepaald moment scheuren de longblaasjes en dringt er lucht in de haarvaten. Hierdoor ontstaan er luchtbellen in de bloedvaten. Komen deze terecht in de bloedvaten van het hart, dan kunnen ze een hartstilstand veroorzaken.
Decompressieziekte wordt veroorzaakt door het ontstaan van gasbellen in het bloed en in de weefsels. Hieraan liggen 2 verschillende oorzaken aan ten grondslag: de arteriële gasembolie en de stikstofgasgerelateerde decompressieziekte.
Mogelijk kunnen zij door een grotere milt tot uitzonderlijke dieptes van maar liefst 70 meter duiken zonder zuurstof, bericht het RadboudUMC. Van oudsher leven zij van de visvangst. Een groot deel van het volk brengt meer dan 60 procent van zijn werkdag onder water door.
Als je bent gaan duiken zonder decompressie, is het aangeraden minimaal 12 uur te wachten voordat je aan boord van een vliegtuig stapt.
De duiktijd is de totale tijd in minuten tussen de tijd waarop je de afdaling begint en de tijd waarop je begint aan de opstijging naar de oppervlakte of naar de veiligheidsstop. 2. Iedere duik naar 10 meter of minder moet worden gerekend als een duik naar 10 meter.
Je kunt een duikplan maken met behulp van je duikcomputer of met behulp van de NOB-duiktabellen. Het maakt voor het plan niet uit. Het maakt voor het plan ook niet uit of het als een scharrelduik wordt uitgevoerd of niet.
Gewicht bij benadering van een stalen duikfles van 232 bar: 6,9l = 7,5kg. 10l = 11,4kg. 12l lang = 14 tot 15kg.
Caissonziekte, decompressieziekte of duikersziekte is een ziektebeeld dat zich kan voordoen bij mensen die, na onder verhoogde druk te hebben gewerkt, weer in een omgeving met een lagere druk terugkomen, zoals duikers of mensen in een vliegtuig na een snelle decompressie.
1. Gezondheid en conditie. Ongeacht de leeftijd moet iedereen die wil gaan duiken over een goede gezondheid beschikken en een zekere mate van conditie hebben. In sommige landen is voor elke leeftijd een medische verklaring van een arts vereist om te bevestigen dat je medisch goedgekeurd bent om te gaan duiken.
Hoe diep ga je? Met de benodigde opleiding en ervaring is de limiet voor recreatief duiken 40 meter / 130 voet. Beginnende duikers gaan niet dieper dan 18 meter / 60 voet.
Een duikfles moet elke vijf jaar worden gekeurd. Dan wordt getest of de fles nog tegen de hoge vuldruk van 200 bar kan. Dit testen wordt gedaan door de fles met water te vullen en dan de waterdruk in de fles tot veel meer als 200 bar te brengen. Als de fles niet goed meer is, barst hij open.
Er kunnen echter ook minder duidelijke symptomen optreden die ook door de duiker niet altijd herkend worden. Vermoeidheid of een algeheel gevoel van malaise kan al duiden op een cerebrale vorm van decompressieziekte. Binnenoorsymptomen zijn duizeligheid, gehoorverlies, tinnitus, misselijkheid, braken en ataxie.
Het lichaam moet de opgenomen stikstof zelf uitwassen via de longen en dat kost tijd. Om decompressieziekte te voorkomen mag je dus min. 18 uur na de laatste duik niet vliegen. Nog beter is het om na een intensieve duikvakantie de eerst 24 uur niet te vliegen.
De aanbevolen richtlijnen zijn momenteel 12 uur na een enkele duik binnen de nultijd, 18 uur na herhalingsduiken en/of duiken na gedurende meerdere dagen en > 18 uur na duiken met een vereiste decompressiestop. Lees ook eens dit artikel.