Naarmate de andere zintuigen zich ook beter ontwikkelen, zal je baby steeds minder behoefte hebben om álles in zijn mondje te stoppen. Gelukkig hoef je niet de gehele kindertijd alert of bang te zijn om de objecten die je kindje in zijn mond stopt, want rond de 10 maanden zal dit gedrag weer afnemen.
Je kindje stopt dingen in zijn mond omdat hij zo de wereld leert kennen. Zijn andere zintuigen zijn nog niet zo goed ontwikkeld, maar het gevoel in zijn mond en tong is juist extra scherp. Daar heeft hij namelijk meer zenuwuiteinden per millimeter dan waar ook in zijn lijfje.
Wanneer een baby op zijn handjes sabbelt, smak geluidjes maakt, met zijn hoofdje zoekt, met armpjes maait en beentjes trappelt, zijn dat allemaal signalen waarmee hij te kennen geeft dat hij honger heeft. Wanneer ouders hier op reageren en de baby oppakken en voeden, zal de baby tevreden gaan drinken.
Rond 2 tot 3 maanden gaat hij namelijk bewust kijken naar dingen en dan komt hij al gauw zijn handen en vingers tegen. Heel interessant, die kleine bewegende stokjes. Hij bestudeert ze, draait ze rond, stopt ze in zijn mond en doet misschien zelfs al de eerste pogingen om er iets mee te pakken.
De baby hoeft niet de hele dag bezig gehouden te worden. Je baby kan zichzelf prima een poosje in de box vermaken. Geef je baby de kans om zichzelf te vermaken, wissel samen spelen af met alleen spelen. Vanaf een maand of zes is alles wat rinkelt en rammelt mooi speelgoed.
Ondanks dat kinderen zich bijna als vanzelf ontwikkelen, kan zelfs een pasgeboren baby zich nog wel eens vervelen. Kinderen leren sneller in een omgeving waarin zij worden uitgedaagd en spelletjes spelen samen met papa of mama is natuurlijk extra leuk.
Een baby die in de wakkere tijd teveel indrukken (prikkels) heeft opgedaan, heeft vaak ook wat meer moeite om in slaap te vallen. Een overprikkelde baby wordt, soms al huilend, steeds drukker in zijn bewegingen en draait zijn hoofdje weg van licht, speelgoed en/of mensen.
Van rug naar buik en van buik naar rug. Vaak beginnen ze met het rollen, van de rug naar de zij. Gemiddeld rollen de meeste baby's volledig om tussen 5,5 maand en 9 maanden. Natuurlijk zijn er ook kindjes die veel sneller zijn of juist langzamer.
Oververmoeidheid herkennen
Wrijft je baby veel in de ogen? Net als gapen, huilen en wegkijken is dit een typisch signaal een oververmoeide baby. Ook rood rondom de oogjes is een bekend teken dat een baby moe of oververmoeid is. Veel oververmoeide baby's komen lastig in slaap.
Toch kan het je kindje helpen beter in slaap te krijgen en te houden. Zo kan je 's avonds een paar druppeltjes kamille- of lavendelolie in het bad van je baby doen wat een rustgevend effect kan hebben. Zo kan je baby heerlijk rozig worden en erg ontspannen naar bed, wat kan zorgen voor een goede nachtrust.
Als je kindje oververmoeid is, is het erg onrustig. De eerste stap is dus om je baby te kalmeren. Baker je kindje bijvoorbeeld in, schommel het zachtjes heen en weer of gebruik je zangtalent door een slaapliedje te zingen. Dat biedt de basis om je kindje uiteindelijk weer te kunnen laten slapen.
Vaak begint het als 'hoofdkusjes' of 'wangkusjes': je baby legt zijn hoofd of wang tegen jouw gezicht aan. Na enige tijd krijgt hij door dat de personen waar hij aan gehecht is blij worden van zijn nageaapte kusjes en knuffels. Hij gaat het daarom steeds vaker en ook spontaan doen.
Het gedrag zal dus in de loop van het eerste levensjaar langzaamaan af beginnen te nemen. Wanneer je baby de 2 jaar heeft bereikt, is dit gedrag meestal volledig verdwenen.
De orale fase waarin het kind alles in zijn mond stopt is heel gewoon. Sterker nog: het hoort bij het ontdekken van de wereld om hem heen. Met zijn mond kan hij namelijk al veel meer dan met zijn andere zintuigen.
Wanneer je baby 3 maanden oud is krijgt hij door dat hij veel meer kan met zijn handjes. Je baby gaat dan volop experimenteren. Eerst met zijn handjes, later ook met zijn voetjes. Je zult dan ook regelmatig een vingers of teentjes zien verdwijnen in zijn mond.
De meeste baby's beginnen trouwens pas met kruipen als ze zelfstandig kunnen zitten. Vanaf dat moment zijn de spieren sterk genoeg om voldoende rompbalans op te bouwen en dus om te kruipen. Toch kan niet iedere baby zitten voor hij kan kruipen.
De meeste baby's zijn gemiddeld tussen de 7 en 10 maanden als ze gaan kruipen. Maar er zijn ook baby's die pas later gaan kruipen (of gaan billenschuiven) of de hele kruipfase overslaan en meteen gaan lopen.
Een pasgeboren baby ziet de wereld in zwart-wit. Hij kan vormen, beweging en licht onderscheiden, maar alles op een afstand van meer dan 20-25 cm is wazig. Een pasgeboren baby heeft zogenoemde dwalende ogen en kan de ogen dus nog niet op iets richten.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
De gevolgen van een teveel aan prikkels
Dat is een gevolg van de drukke levensstijl van de ouders. Maar in tegenstelling tot volwassenen, hebben baby's nog geen filter. Je baby vangt alle prikkels op. En om hem gerust te stellen, praat je tegen hem, geef je hem een rammelaar, haal je hem uit zijn bedje…
Baby's en kinderen worden in het algemeen te weinig gestimuleerd. Voor een ontwikkelende baby, peuter of kleuter is het essentieel dat er veel en zinvolle prikkels binnenkomen. Elk kind is in aanleg een nieuwsgierig kind.
Baby 2 maanden: spelen
Duw bijvoorbeeld zachtjes tegen zijn voetzolen en laat hem zelf zijn beentjes weer strekken. Of 'fiets' met zijn benen. Zo sla je twee vliegen in één klap: de oefeningen zijn goed voor je baby van 2 maanden oud en het is leuk om samen bezig te zijn. Je kind leert steeds beter grijpen.
Leg je baby op je schoot en praat tegen hem, trek 'gekke bekken', zing lieve liedjes. Let daarbij eens op hoe je kind reageert. Als je goed kijkt, zul je zien dat je baby minieme geluiden en bewegingen maakt om je aandacht te trekken. En welke geluiden of gezichten vindt hij leuk?