Patiënten blijven meestal een nacht in het ziekenhuis en gaan de dag na de ingreep naar huis. Sommige patiënten gaan zelfs dezelfde dag al naar huis. Hoelang u in het ziekenhuis moet blijven, hangt af van eventuele complicaties tijdens de ingreep en de genezing van de inbrengplaats van de katheter.
Na ongeveer vijf dagen kun je proberen je dagelijkse activiteiten (werk en huishouden) weer voorzichtig op te pakken. Stel zware lichamelijke inspanningen uit tot ongeveer een week nadat je thuis bent gekomen. Overleg met je arts wanneer je bijvoorbeeld weer kan sporten. Niet autorijden en fietsen.
Vermoeidheid, lusteloosheid en onzekerheid zijn normale gevoelens. U heeft een spannende tijd achter de rug. Uw lichamelijke en geestelijke conditie zijn verminderd. Door het langzaam oppakken van uw dagelijkse levensritme verdwijnen deze klachten meestal vanzelf.
Meestal mag je na een hartinfarct na een paar dagen naar huis. In de eerste weken ben je nog niet meteen de oude. Je moet thuis verder herstellen en langzaam weer je leven oppakken.
Meestal verloopt de behandeling zonder problemen. Soms zijn er bijverschijnselen zoals afwijkingen van het hartritme, een overgevoeligheidsreactie op het contrastmiddel, pijn op de borst of een bloeduitstorting op de plaats waar de katheter werd ingebracht.
Dotteren en het plaatsen van een stent zijn minder-ingrijpende (minimaal-invasieve) ingrepen waarvoor u wellicht minder lang in het ziekenhuis hoeft te blijven.
Stentprocedures hebben een voordeel boven alleen dotteren, omdat stents een permanente structurele ondersteuning bieden om te voorkomen dat de kransslagader weer vernauwd raakt (ook wel restenose genoemd), hoewel restenose nog steeds kan optreden.
De arts verdooft uw lies, en prikt uw slagader aan. Soms gebruikt hij een echoapparaat om de slagader op te zoeken. U blijft voelen dat de arts bezig is met de behandeling in uw lies, maar het is niet pijnlijk.
'Tien tot vijftien procent van de patiënten met een hartinfarct krijgt binnen een jaar te maken met een tweede infarct', vertelt hij. 'Soms niet eens in het hart, maar ook in de hersenen.
Bij een hartinfarct, ook wel hartaanval genoemd, is er een verstopping in de kransslagader van het hart. Daardoor stroomt er geen bloed meer naar een deel van de hartspier. Het hart krijgt te weinig zuurstof. Een deel van de hartspier beschadigt en sterft af.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
Bij het dotteren, ook wel Percutane Coronaire Interventie (PCI) genoemd, wordt via de lies of arm een dun hol slangetje naar de plaats van de vernauwing in de kransslagader gebracht. Via dit slangetje wordt een ballonnetje opgevoerd, dat op de plaats van de vernauwing wordt opgeblazen.
U mag in principe vier dagen na de ingreep niet autorijden in verband met plotseling remmen. Als u een dotterbehandeling hebt ondergaan nadat u een hartinfarct hebt doorgemaakt, dan mag u 4 weken niet autorijden.
Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht na een hartinfarct en dotter- en stentbehandelingen. Deze klachten hebben onder andere te maken met het lichamelijke herstel: het hart heeft al dan niet schade opgelopen en moet nu functioneren in deze nieuwe situatie.
Met dotteren wordt de vernauwing in de kransslagader opgerekt met een soort ballonnetje. Daardoor kan er weer genoeg bloed doorheen stromen. Meestal wordt er ook een stent geplaatst. Bij een vernauwing kan er niet genoeg bloed meer door de vaten stromen.
De dotterbehandeling is een dagbehandeling. Dit betekent dat u meestal dezelfde dag weer naar huis gaat. U gaat hiervoor naar de afdeling Cardiologie. In het ziekenhuis heeft u gesprekken met verschillende medewerkers.
De kans op het overleven van een hartstilstand, hartinfarct of beroerte is de afgelopen jaren groter geworden. Mensen overlijden op steeds latere leeftijd aan de gevolgen van hart- en vaataandoeningen.
Door de extra ruimte in de verwijde vaten pompt het hart bij iedere slag minder bloed rond dan normaal. Ook heeft het bloed door het zweten minder volume.
Soms is het bloedvat zo verkalkt dat de dotterbehandeling niet goed lukt. Na de dotterbehandeling wordt de geleidekatheter weer verwijderd en wordt de prikplaats van de slagader ongeveer 10 minuten dichtgedrukt, of er wordt een soort stopje in het bloedvat geplaatst, de zogenaamde 'angioseal'.
Als dotteren onvoldoende helpt, besluit de arts tijdens de behandeling een stent in de slagader te plaatsen. Dit is een kokertje van gevlochten metaal. Het verstevigt de slagader en zorgt ervoor dat deze niet meer kan terugveren.
U wordt voor een dotterbehandeling in principe een dag, tot twee dagen opgenomen. De eigenlijke behandeling duurt ongeveer een uur tot anderhalf uur. Voor de cardioloog met dotteren kan beginnen, maakt hij eerst een aantal beelden van de kransslagader waarin de vernauwing zit.
U moet er rekening mee houden dat u een stent voor de rest van uw leven heeft. Stents zijn zo ontwikkeld dat ze permanent in uw kransslagader blijven zitten om blijvende ondersteuning te bieden.
In Nederland ondergaan jaarlijks ruim 38.000 mensen een dotterbehandeling. Daarbij wordt de vernauwing in de kransslagaders opgeheven door een ballonnetje in de aderen op te blazen en de aderen eventueel te 'stutten' met een stent.
De huidige aanbeveling - twaalf maanden bloedverdunners gebruiken na een stentimplantatie - is voornamelijk gebaseerd op onderzoek met oudere stents.