Maar hij moet er een paar uur per dag uit, zowel om zijn pootjes te strekken als om het sociale contact met jou. Hoe langer de tijd is dat een konijn in de kooi moet doorbrengen, hoe groter de kooi moet zijn. Een konijn van 80 cm.
3. Haal je konijn uit zijn hok. Nadat je je konijn regelmatig hebt geaaid in zijn hok en dit goed gaat, kun je proberen er een stapje bovenop te doen; til het konijn met twee handen op en zet hem in een afgesloten omgeving. Dit kun je bijvoorbeeld doen in een konijnenren van Adori.
Je konijn slaapt of is aan het indommelen. Konijnen slapen met hun ogen open, maar sommige konijnen knipperen met hun oogleden of laten hun hoofdje hangen terwijl ze slapen.
Zet je konijntje in de kooi, en laat hem dan 1 of 2 dagen aan de kooi, en aan het huis wennen, dus niet uit de kooi halen. Houd kleine kinderen een poosje bij de kooi weg. Kleine kinderen willen hun handje of vingertjes door de tralies steken, en daar kan je konijntje angstig van worden.
De meeste konijnen vinden oppakken en knuffelen niet leuk. Ze kunnen dan krabben en bijten en zelfs hun eigen rug breken als ze spartelen bij het optillen. Door veel tijd aan het konijn te besteden en er rustig mee om te gaan, kan het wel tam worden en leren dat aaien prettig kan zijn.
Een blij konijn rolt bijvoorbeeld of het maakt een sprongetje in de lucht. Als twee konijnen elkaar leuk vinden dan gaan ze elkaar wassen. Een vorm van affectie tonen is het als een konijn je likt en als het je aanstoot met de neus dan begroet een konijn je.
Konijnen kunnen je volgen en rondjes om je voeten rennen. Dit kan samengaan met sproeien en keutelen. Je konijn is dan haast verliefd op je, dit gaat samen met een hele hoop hormonen. Dit gedrag zie je vaak bij mannen die nog niet gecastreerd zijn.
- Een eenzaam konijn wordt soms hyperactief of boos. Let op of hij aan tapijten of meubels gaat knagen, of wanneer hij buiten verblijft aan de tralies of het hout van het hok knaagt. - Wanneer een konijn eenzaam is, kan hij ook zijn eigen vacht kaal gaan plukken of zich uit verveling gaan overeten.
Een konijn dat een buigende beweging maakt naar een ander konijn, vraagt om verzorgd te worden. Het dominante konijn zal een ander konijn frontaal benaderen. De neuzen raken elkaar en de oren staan omhoog. Het dominante konijn zal soms tegen de kin van het andere konijn duwen om aan te zetten tot verzorging.
Konijnen kunnen ook verliefd worden, zelfs op mensen. Dit kan gebeuren als je konijn je heel erg leuk gaat vinden. Hij laat dit dan merken door heel snel rondjes om je heen te rennen. Soms knort hij er dan ook een beetje bij, geluid maakt een konijn bijna niet maar het knorren is goed hoorbaar.
De meeste konijnen worden het liefst geaaid op hun kop en rug of in de nek. Op de buik of aan de staart vinden de meeste konijnen minder prettig. Geef het konijn altijd de mogelijkheid om bij je weg te lopen.
Dus, als je overdag's werkt, vindt hij het niet erg om in de kooi te blijven, als dat beslist noodzakelijk is. Maar hij moet er een paar uur per dag uit, zowel om zijn pootjes te strekken als om het sociale contact met jou. Hoe langer de tijd is dat een konijn in de kooi moet doorbrengen, hoe groter de kooi moet zijn.
Zit je konijn luid te tandenknarsen en in elkaar gedoken, dan kan hij pijn hebben. Heeft hij daarnaast grote ogen, dit is een stress signaal en wordt gebruikt wanneer het dier angstig of nerveus is. Hard gillen betekent meestal angst of pijn. Stampt je konijn op de grond, dan is hij angstig, boos of hoort iets vreemds.
Konijnen zien niet alleen zwart-wit. Vergeleken met mensen zien konijnen niet zo veel kleuren, maar rood en groen kunnen ze goed uit elkaar houden. Konijnen zien niet alleen zwart-wit. Vergeleken met mensen zien konijnen niet zo veel kleuren, maar rood en groen kunnen ze goed uit elkaar houden.
Als je konijn goed gewend is aan jouw aanwezigheid kun je proberen hem voorzichtig te aaien. Bij veel konijntjes kan dit zeker wel een aantal weken duren, voor ze voldoende gewend zijn aan jouw aanwezigheid. Begin door het konijn aan jouw vingers te laten snuffelen en uit jouw hand te laten eten.
Je kan een konijn ook alleen houden, maar dan moet je er wel rekening mee houden dat je konijn veel aandacht nodig zal hebben. Het is daarom als je er de ruimte voor hebt beter om twee of meer konijnen samen te houden.
Ze kunnen boos zijn, gespannen, bang, gestresst, vrolijk, verdrietig: net als wij! Een konijn dat wil waarschuwen voor gevaar kan gaan stampen, bijvoorbeeld. Een konijn dat bang is of pijn heeft kan gaan gillen of brommen.
Konijnen mogen absoluut niet langer dan 12 uur zonder hooi of ander eten zitten.
* Ligt hij languit gestrekt op de buik, met de poten naar achteren, dan bedoelt hij dat hij zich relaxed en veilig voelt, dat hij ligt te rusten en nu liever even niet gestoord wil worden. * Ook languit op de zij liggen betekent dat hij zich veilig en prettig voelt.
Meestal begint het met snuffelen, en daarna proberen ze op elkaar te rijden om de rangorde te bepalen. Rijdt het ene konijn op het hoofd van de ander, duw deze er dan wel af omdat het onderste konijn dan kan bijten. De konijnen gaan hierbij vaak ook om elkaar heen cirkelen, wat 'vlinderen' wordt genoemd.
' Een konijn kan ook (zacht) bijten om aandacht te trekken, bijvoorbeeld als je ophoudt met aaien. Door even kort te bijten vraagt hij of je door wilt gaan. Toch kun je dan beter stoppen met aaien en weglopen, want anders zal je konijn steeds blijven bijten om ervoor te zorgen dat jij door gaat met aaien!
Konijnen zijn slimme en intelligente dieren die erg houden van spelen. Met een WC-rol of een eierdoos kun je leuk konijnenspeelgoed maken. Graven maakt konijnen helemaal gelukkig. Dit kan natuurlijk in de tuin, maar ook in een bak zand op je balkon.
Konijnen leren hun naam
Er kunnen maanden overgaan voor het dier zijn naam herkent. Dit lukt bovendien ook niet bij elk konijn. Sommigen leren hun naam na verloop van tijd, anderen niet. Er zijn ook mensen die hun konijn een aantal andere eenvoudige woorden als 'nee' hebben aangeleerd.
Konijnen moeten kunnen rennen, houden van knagen en graven en moeten op hun achterpoten kunnen staan om hun omgeving te scannen. Daarnaast moeten ze zich kunnen terugtrekken in een schuilplaats als ze zich onveilig voelen en moeten ze een veilige plek hebben om te rusten.