De kabels van een zonnepaneel zijn gewoonlijk een meter lang. Het is dus noodzakelijk om de kabels netjes weg te werken achter het paneel en wel op een dusdanige manier dat de kabels en stekkers niet kunnen gaan bewegen door de wind.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Vrijwel alle fabrikanten van zonnepanelen gebruiken 4mm² bekabeling. Dit is ook logisch, aangezien de stroom van de zonnepanelen vrij laag is in verhouding tot deze kabeldikte.
Voor zonnepanelen heeft u twee soorten kabels nodig. Eén kabel met gelijkstroom (DC) loopt van het paneel naar de omvormer. Deze kabel heeft u niet nodig bij micro-omvormers. De andere kabel gaat met wisselstroom (AC) van de omvormer naar de meterkast.
Wanneer er grotere elektrische ingrepen plaats gaan vinden dan is het volgens de regelgeving wel verplicht om deze oude stoppenkast te laten vervangen. In het geval van zonnepanelen aansluiten moet dit volgens de regelgeving dus worden vervangen voor de moderne groepenkasten.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
De bekabeling van een installatie loopt van de zonnepanelen naar de omvormer en vervolgens van de omvormer naar de meterkast. De kabels van de zonnepanelen naar de omvormer liggen buiten. Hierdoor dienen ze goed geïsoleerd te zijn om onder extreme weersomstandigheden te blijven werken.
Zonnepanelen op het dak leveren hun stroom niet rechtstreeks aan het elektriciteitsnet, maar aan een omvormer in de meterkast. De omvormer maakt de stroom geschikt voor het elektriciteitsnet. Zonnepanelen met stekker hebben hun eigen omvormer. Daarom kun je ze direct aansluiten zonder de meterkast aan te passen.
Volgens de nieuwe NEN1010 is het verplicht voor installateurs om een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, zodat u veilig werken aan de omvormer indien noodzakelijk. Voornamelijk belangrijk als met meerdere mensen aan de set wordt gewerkt, of als de omvormer ver van de groepenkast hangt.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
De omvormer kan het beste worden opgehangen op een plek die niet al te stoffig is en waar de omvormer zijn warmte goed kwijt kan. Een krappe slecht geventileerde meterkast of een hooischuur is daarom geen goede plek. Een koele garage, daarentegen, is de perfecte plek.
Let op! Ook als zonnepanelen nog niet zijn aangesloten op het stroomnetwerk en de zon schijnt flink, kun je een schok krijgen. Let dus goed op waar je de zonnepanelen vastpakt!
Op een zonnige dag kan het voorkomen dat de omvormer veel vermogen wil terugleveren en dat er tegelijkertijd weinig stroom wordt verbruikt in het huishouden. De netspanning loopt op, de limietwaarde wordt bereikt en de omvormer wordt uitgeschakeld.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Het vastrecht van elektra voor een 3x35A is ongeveer 750 euro per jaar!!! Dat is 3x zo hoog, of 500 euro per jaar extra! Als je elektrisch kookt (32 Ampere), verwarmt met warmtepomp (16A) en een elektrische auto laadt (48A), dan gebruik je al 96A en is een 3x25A aansluiting onvoldoende.
1-fase of 3-fase aansluiting
Nieuwbouwwoningen hebben meestal al een 3-fasen aansluiting. Dit betekent dat er in de meterkast over 3 kabels stroom binnenkomt. Als je deze aansluiting hebt, is jouw meterkast geschikt voor zonnepanelen.
Voor een goede beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking (dus personenbeveiliging) bij een kabel die beveiligd is door een 16A automaat curve C mèt diff, is de maximale lengte van een 2,5mm² kabel 63m, voor een 4mm² kabel is dit 100m.
Bij twijfel: een te dikke kabel is altijd beter dan een te dunne kabel. Een dunne kabel geeft spanningsverlies waardoor de omvormer/12 volt apparatuur eerder afslaat, vermogensverlies, wordt warm etc.
De aardlekschakelaar voor een PV installatie is niet verplicht, mits er aan de NEN1010 voor bijvoorbeeld de uitschakeltijden van de installatie wordt voldaan.