U kunt in eerste instantie nog maximaal 6 maanden op de woning blijven en neemt voor deze periode het huurcontract over. Als u op de woning wil blijven wonen moet u een verzoek aan de verhuurder doen om het contract op uw naam te krijgen. Als de verhuurder dit weigert, dan kunt u de rechter verzoeken om toestemming.
Als de hoofdhuurder overlijdt, dan wordt de medehuurder automatisch hoofdhuurder. Dit geldt zowel voor een achterblijvende echtgenoot als voor een medehuurder in een andere samenlevingsvorm. De huurovereenkomst blijft geldig en de medehuurder wordt hoofdhuurder.
Als erfgenaam kunt u de huur na het overlijden van de huurder iedere dag van de maand schriftelijk opzeggen. Volgens de wet eindigt de huur aan het eind van de tweede volle maand na het overlijden van de huurder.
Overlijden huurder of verhuurder. Uit artikel 7:229 lid 1 BW volgt dat de huurovereenkomst niet wordt beëindigd door het overlijden van de huurder of verhuurder. De erfgenamen van de overleden huurder of verhuurder treden immers als rechtsopvolgers op in de rechten en plichten van de lopende huurovereenkomst.
Als er na het overlijden van de huurder geen bewoners in het huis achterblijven, zijn de erfgenamen verantwoordelijk voor de correcte oplevering aan de verhuurder. Alleen als de erfenis door alle erfgenamen is verworpen, zijn het herstelwerk en de daaraan verbonden kosten voor rekening van de verhuurder.
In geval van overlijden van de huurder wordt het huurcontract verdergezet met zijn erfgenamen of rechthebbenden. Het huurrecht maakt deel uit van de erfopvolging. De erfgenamen van de huurder genieten dus dezelfde rechten en verplichtingen alsof ze de ondertekenaars van het huurcontract zouden zijn.
Als je je woning verhuurt aan één persoon en deze komt te overlijden, dan eindigt het huurcontract automatisch aan het eind van de tweede maand na het overlijden. De huur moet in die periode worden betaald door de erfgenamen van de huurder.
Voorwaarde is dat u minimaal 2 jaar samenwoont met degene voor wie u zorgt. En dat u al lange tijd samen een huishouding heeft, dus bijvoorbeeld samen eet. Vraag bij de verhuurder van de woning of u medehuurder kunt worden.
De regel is dat een kind uw huurwoning niet kan overnemen. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een kind huurder blijven. Om te beginnen moet hij dan al in dit huurhuis wonen als u overlijdt. Ook moet u samen een gemeenschappelijke huishouding hebben.
Stopt de huurovereenkomst tussen de hoofdhuurder en de verhuurder? Bijvoorbeeld doordat de hoofdhuurder overlijdt of na scheiding? Dan kunt u de huur overnemen. U moet dan wel als medehuurder aan de verhuurder melden dat u de huurovereenkomst overneemt.
Als u de erfenis wilt verwerpen, dan legt u een schriftelijke verklaring af bij de rechtbank. Dit kunt u ook met een volmacht via uw notaris regelen. Dan hoeft u niet zelf naar de rechtbank. Voor een verklaring bij de rechtbank betaalt u 132 euro griffierecht (tarief 2021).
Kinderen komen niet in aanmerking voor medehuurderschap, aangezien ze vroeg of laat op zichzelf gaan wonen. Zij hebben daarom geen gemeenschappelijke duurzame huishouding met hun ouders. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een inwonend kind medehuurder worden.
Als er geen erfgenamen bekend zijn komt de erfenis terecht bij het Rijksvastgoedbedrijf van de overheid. Zij gaan onderzoeken of de erfenis kan worden afgewikkeld. Als er geen erfgenomen worden gevonden gaat de erfenis naar de consignatiekas. Rechthebbenden kunnen binnen 20 jaar aanspraak maken op de erfenis.
Een huurovereenkomst kan op naam van één of meerdere personen staan. Wilt u het huurcontract op naam van iemand anders zetten? Dat kan alleen als u en uw partner gelijke rechten hebben. Dit is in het geval van gehuwden, geregistreerde partners of medehuurderschap.
U mag als meerderjarige inwonende wees (18 t/m 27 jaar) in de huurwoning van uw overleden ouder(s) blijven wonen. Voorwaarde is dat de woning bij de grootte van uw huishouden en inkomen moet passen. Is de woning bijvoorbeeld te groot of te duur? Dan mag u maximaal 2 jaar in uw ouderlijke woning blijven wonen.
Als u allebei als huurder in het contract staat, heeft u allebei recht op de huurwoning. Dit heet 'contractuele medehuur' of 'samenhuur'. Bent u het erover eens wie in de huurwoning blijft? Vraag dan of de verhuurder deze persoon als alleenhuurder accepteert.
Volgens de wet is het voor inwonende kinderen alleen in hele bijzondere situaties mogelijk om medehuurder te worden. Woon je samen, maar staat je partner niet op het huurcontract? Dan is je partner geen medehuurder. Er is dan sprake van inwoning.
Als de hoofdhuurder opzegt en vertrekt, of als hij overlijdt, wordt u de nieuwe hoofdhuurder. U hoeft de woning dus niet uit. Ook als de eigenaar of verhuurder van de woning geen toestemming gaf voor onderhuur. Stuur de verhuurder een brief om te laten weten dat u de nieuwe hoofdhuurder bent.
Woningcorporaties bieden soms sociale huurwoningen aan voor de verkoop. Is dat het geval dan kunt u uw sociale huurwoning kopen. Bij de verkoop stelt uw verhuurder voorwaarden, die u vastlegt in een contract.
U bent bevoegd om zolang u wilt iemand onder uw dak te laten verblijven. Met wie en hoe lang u samenwoont betreft uw persoonlijke leven en daar heeft de verhuurder niets mee te maken.
Daarvoor moet u minimaal twee jaar samenwonen in de woning. De persoon die niet op het contract staat moet minimaal twee jaar op het adres ingeschreven staan bij de gemeente Dijk en Waard en ook moet er minimaal 2 jaar sprake zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding.
Verzoek om erkenning
Voorwaarde is dat u kunt aantonen dat sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding die al minstens twee jaar duurt. Uit de jurisprudentie blijkt dat een rechter zo'n verzoek niet snel zal toewijzen als kinderen jonger zijn dan circa dertig tot vijfendertig jaar.
Iedereen met wie u in 1 huis woont én op hetzelfde adres is ingeschreven bij de gemeente, telt als medebewoner. Bijvoorbeeld uw kind, een ouder, huisgenoot of iemand anders die bij u woont.
Broers en zusters en alle vormen waarin twee mensen met elkaar een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren, kunnen in principe voor medehuurderschap in aanmerking komen. Wel moet u aan de Voorwaarden voor medehuurderschap voldoen.
Staat uw naam vermeld in de huurovereenkomst? Dan bent u de hoofdhuurder. Soms is dat één persoon, soms zijn het er twee. Een getrouwde of geregistreerde partner is volgens de wet automatisch medehuurder; de partner ondertekent daarom ook de huurovereenkomst.