☞ Wanneer de sondevoeding continu wordt toegediend, moet het toedieningssysteem tot aan de sonde na maximaal 96 uur worden vervangen. ☞ De voeding via de sonde of de PEG-katheter wordt binnen 24 uur toegediend, hetgeen inhoudt dat de zak of fles met voeding niet langer dan 24 uur mag aanhangen.
1 Sondevoeding
☞ Na opening wordt de voeding, in originele verpakking, afgesloten en gekoeld, maximaal 24 uur bewaard, bij een temperatuur van 4 - 7°C. Dit geldt ook als supplementen worden toegevoegd. Om te voorkomen dat deze 24 uur wordt overschreden worden datum en tijd van opening op de verpakking aangegeven.
Een goede voedingstoestand draagt bij aan uw conditie en weerstand maar ook aan het herstel na een behandeling. Uw diëtist bepaalt welke sondevoeding, hoeveel en hoelang u sondevoeding moet gebruiken. Dit kan variëren van enkele weken tot een aantal maanden of zelfs levenslang, afhankelijk van uw situatie.
Verwissel minstens 1 keer per 24 uur het sondevoedingssysteem, het toedieningskraantje en het afsluitdopje. Spoel de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag door met 20-30 ml lauwwarm kraanwater.
De PEG-sonde mag 2 jaar blijven zitten. Na 2 jaar wordt de PEG-sonde vervangen voor een ballonkatheter. Om de PEG-sonde te wisselen voor een ballonkatheter moet u een afspraak maken op de polikliniek bij uw behandelend arts.
De PEG-J-sonde is een sonde naar de maag en naar de dunne darm.Het inbrengen gaat hetzelfde als bij een PEG-sonde, maar duurt wel langer. Dit komt doordat de arts ook een dun slangetje in de dunne darm brengt. Een PEG-J-sonde is een goede oplossing voor mensen bij wie hun maag langzaam leeg wordt.
Het gebruik van sondevoeding kan complicaties met zich meebrengen. Misselijkheid en diarree zijn de meest voorkomende complicaties. Daarna volgen ongemakken veroorzaakt door een verstopte sonde.
Wij adviseren een minimale dagelijkse inname van 1500 à 2000 kcal in 2 liter per dag indien sondevoeding de enige voeding is voor een volwassene. * In het geval van bijvoeding is dit afhankelijk van de inname via de gewone voeding.
De dagelijkse controle van de ligging van de sonde kunt u als volgt doen: De verpleegkundige heeft bij het plaatsen van de sonde een streepje op de sonde geplaatst. Controleer of dit streepje nog bij de neusingang zit. Aan het streepje kunt u zien of de sonde nog diep genoeg zit.
Tips douchen met sondevoeding
Vóórdat er gedoucht gaat worden is het belangrijk dat de pomp eerst uitgeschakeld en afgekoppeld wordt. Spoel de sonde door met lauwwarm water en sluit de sonde af met een afsluitdopje. Controleer of de neuspleister en neussonde nog op de juiste plaats zit.
Een geopende verpakking kunt u, bij gebruik van een toedieningssysteem, 24 uur op kamertemperatuur gebruiken. Wanneer u de sondevoeding met een spuit in porties geeft, moet de voeding in de koelkast bewaard worden gedurende maximaal 24 uur.
Goede hygiëne is heel belangrijk bij gebruik van sondevoeding. De voeding in het pack of de fles, de sonde en de hulpstukken zijn gevoelig voor groei van bacteriën. Te veel bacteriën kunnen misselijkheid of diarree veroorzaken. Houd daarom de houdbaarheidsdatum op de verpakking aan.
Sondevoeding kan de normale voeding helemaal vervangen, maar kan ook een aanvulling zijn op de normale voeding.
Wees voorzichtig met het schudden van sondevoeding. Door het schudden van een zak of fles ontstaan er luchtbelletjes in de voeding. Als je sondevoeding na het schudden direct op de voedingspomp aansluit, zal hij een alarm geven.
Gebruik van sondevoeding
Als de sonde alleen gebruikt wordt om vocht aan te vullen, wordt meestal drie tot vier keer per dag een hoeveelheid water gegeven van 250 tot 300 ml. Zolang het slikken veilig is, kunt u naast de sondevoeding nog eten of drinken wat u lekker vindt.
Bij het overgaan op sondevoeding kan ontlasting er anders uit gaan zien. Het kan ook zijn dat de ontlasting minder frequent komt, bijvoorbeeld één tot twee keer per week. Door onvoldoende lichaamsbeweging, vochtopname en door sommige medicijnen wordt de kans op verstopping (obstipatie) vergroot.
Doorspoelen is belangrijk om verstoppingen te voorkomen. U moet de sonde minimaal vier tot zes keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. Doe dit in ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding en medicatie.
Een periode waarin uw kind geen verpleegkundige en medische zorg meer nodig heeft en naar huis mag. Zolang uw kind niet in staat is om zelf voldoende voeding tot zich te nemen, is sondevoeding thuis nodig. Uw kind zal al van een sonde gebruik maken.
Trek met een spuit zoveel mogelijk voeding op uit de sonde.Probeer de sonde met een 5 ml spuitje met lauw kraanwater door te spuiten. Herhaal dit enkele malen. Als het niet lukt zal de sonde vervangen moeten worden.
Zolang het slikken veilig is, kunt u naast de sondevoeding nog eten of drinken wat u lekker vindt. De sondevoeding wordt dan aanvullend gegeven op wat u eet en drinkt. De diëtist rekent uit welke soort en hoeveelheid op dat moment nodig is.
Na 8 weken
Gedurende de weken dat je drink- of sondevoeding gebruikt, hou je contact met de arts en diëtist hoe het met je gaat. Ook wordt gekeken of de voeding je darmen voldoende tot rust brengt of dat er toch medicijnen nodig zijn. Na 8 weken wordt bepaald of je weer mag beginnen met eten en drinken.
Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die je kind per dag nodig heeft, zoals eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines, mineralen en vocht. Dit zijn dezelfde hoeveelheden als middels de Schijf van Vijf wordt bereikt. Daarom valt sondevoeding binnen gezonde voeding.
Mogelijk wordt u misselijk doordat de sonde niet goed zit. Hierbij kan het helpen de positie van de sonde te laten verplaatsen; Mogelijk bent u misselijk doordat er een te hoge toedieningssnelheid is ingesteld. Door de toedieningssnelheid te verlagen zal de misselijkheid mogelijk kunnen zakken.
In sommige gevallen is sondevoeding levenslang nodig, maar gelukkig is het vaak slechts tijdelijk, of kan er gewoon bij worden gegeten en/of gedronken. “,,Eten is welzijn, geluk ervaren, genot. Je hebt geen honger als je op sondevoeding leeft, maar wél trek.
Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die het lichaam dagelijks nodig heeft. De arts schrijft sondevoeding voor als u door ziekte, een behandeling of een operatie niet voldoende kunt of mag eten. Een goede voedingstoestand is nodig om in goede conditie te blijven en zorgt voor een betere genezing.