Ook kun je het tempo geleidelijk aan opbouwen. Las voldoende rustdagen in zodat de hond kan herstellen. Als voorbeeld: een zeer goed getrainde, grotere hond kan met een snelheid van 15 km p/u naast de fiets lopen, de maximale afstand is 20 km. Hier vind je een goede trainingsschema's speciaal voor honden.
Oefen eerst thuis, zonder fiets. Daarna terwijl u met de fiets aan de hand loopt (hierbij oefent het makkelijker als er iemand met u mee loopt), en pas daarna terwijl u fietst. Houd er rekening mee dat de hond in het mandje in de zon en de regen zit, en het dus te warm of te koud kan krijgen.
Loop met de fiets aan de hand, tussen de fiets en de hond in en laat uw hond rustig meelopen. Loop met de fiets aan de hand, u aan de ene kant van de fiets, hond nu aan de andere kant. Fiets een paar meter, eerst heel langzaam en als dat goed gaat sneller. Zo kan uw hond eerst rustig lopen en daarna pas rennen.
Afhankelijk van de grootte van je hond kan je je hond laten draven en dan weer even stappen. De duratie van het vlotte tempo bouw je elke dag geleidelijk aan op. Afhankelijk van je tijd, ras en ja, weersomstandigheden, kan je vaker of langer gaan wandelen. Een kleinere hond houdt het minder lang vol.
Een hond kan ook opgewonden, ongerust of gestrest raken bij binnenkomst van bezoek, of wanneer er een onbekende hond in het huis van een een hond verblijft, of wanneer hij signalen waarneemt die aangeven dat hij gaat wandelen. Allemaal situaties waarbij de hond uit opwinding of stress kan gaan bestijgen/rijden.
Dat hoeft niet drie of vier keer lang te zijn. Maar vier keer 5 à 10 minuten is voor een hond te weinig. Zeker als een deel van de wandeling aan de riem wordt gelopen zonder dat de hond los kan rennen. Het is belangrijk dat de hond één keer per dag minimaal een half uur, maar liefst een uur wordt uitgelaten.
Vaak wordt het rijgedrag van honden geassocieerd met dominantie. De hond zou hiermee willen aantonen de baas te zijn. Het verband tussen rijgedrag en dominantie is echter nog nooit wetenschappelijk aangetoond. Dat wil niet zeggen dat dominantie geen rol speelt, maar wel dat er ook andere redenen meespelen.
Ze zitten nog volop in de groei waardoor te veel of te lang wandelen een te grote belasting voor de spieren en gewrichten kan zijn. Wanneer je zelf erg van wandelen houdt kun je er bij een puppy of de kleine oudere hond ook voor kiezen om een hondenbuggy mee te nemen.
Trainen + rust = succes! De frequentie is het aantal keer per week dat je oefent. Een keer per week oefenen zal minder versterking van de spieren geven dan twee of driemaal per week. Als er eenmaal per week wordt geoefend zal de conditie gehandhaafd blijven, bij meer keer per week wordt de conditie beter.
Puppy's (9 t/m 12 maanden)
Niet alleen voor beweging, maar ook voor zijn behoeften. Vanaf deze leeftijd kun je lopen totdat je ziet dat je hond uitgeput raakt. Over het algemeen is het aan te raden om één van de vier wandelingen een langere wandeling te doen van ongeveer 30 minuten tot een uur.
Als jouw hond iets groter of zwaarder is, is een hondenfietsmand voor achterop de elektrische fiets het meest geschikt. Deze fietsmand plaats je stevig op de bagagedrager, boven de accu. Het voordeel van een hondenfietsmand achterop de fiets is dat jij jouw fiets makkelijker kan besturen.
Je hond beweegt zijn gewicht dus heen-en-weer, van links naar rechts. Niet alle honden gebruiken de telgang. Over het algemeen zullen honden met een korte rug en/of lange poten sneller voor de telgang kiezen, omdat deze honden in draf snel met hun achterpoot hun voorpoot aantikken.
Leg een lekker matrasje of handdoekje in het krat, zo zit of ligt je hond lekker en blijft er geen nageltje haken. Ook belangrijk: zorg dat je hond niet uit het krat kan springen. Zet 'm met een tuig vast in het krat.
Fietsmandjes. Fietsmandjes zijn geschikt voor kleinere honden. Je kunt je hond vastmaken aan het mandje met een speciaal tuigje of riempje. Vaak zitten er ook draadkooien overheen, zodat je hond er niet zomaar uit kan springen.
Je kunt je baby in een babyautostoeltje of een babyschelp zetten, die stevig is bevestigd in een fietskar of bakfiets. Plaats het autostoeltje het liefst tegen de rijrichting in. Zo wordt je baby het beste beschermd. Je baby kan in een babyautostoeltje zitten dat met een speciale drager op je fiets is bevestigd.
Dit doe je door een voertje in je handen voor de neus te houden en deze omhoog te bewegen van voor naar achter over de kop. De hond gaat dan zitten. Je hoeft dus niet het commando zit te geven. De hond leert dan dat hierkomen altijd betekent dat hij voor de baas komt zitten.
Om gehoorzaam te worden moet hij de gehoorzaamheidstraining leuk vinden. Honden leren sneller te luisteren als ze er plezier in hebben en beloont worden, dan wanneer je streng bent. Als de hond wordt beloont als hij de commando's „zit“, „blijf“ of „volg“ opvolgt, zal de hond dit gedrag herhalen.
De makkelijkste oplossing is je hond het oude gedrag op een nieuw commando aanleren. Dit gaat vele malen sneller dan de eerste keer, omdat het gedrag zelf al aangeleerd is. Begin makkelijk, zoals je het de eerste keer aangeleerd hebt, en bouw heel snel op.
Loop het laatste rondje vlak voordat jullie gaan slapen en zorg dat in ieder geval één van de uitlaatrondes minimaal een half uur duurt. Extra tip: Wacht met je hond uitlaten tot minimaal een uur na zijn maaltijd om de kans op een maagtorsie te verkleinen.
De hond is aan het dromen en beweegt dan in zijn slaap. Soms blaft of gromt een hond in zijn slaap, ook dit is onderdeel van de REM-slaap bij honden. Dromen doen honden om prikkels te verwerken, het is goed voor ze. Wanneer je de hond elke keer als hij droomt wakker maakt, kan hij deze prikkels minder goed verwerken.
Soms kan een hond die ontspannen is ook een knipoog geven. Dit is een vriendelijk gebaar. We noemen deze ontspannen ogen “zachte ogen” Je ziet bij deze hond dat zijn hele uitdrukking zacht, vriendelijk en ontspannen is. De oren staan vaak wat naar de zijkant of naar voren en de staart hangt er ontspannen bij.
Een hond springt tegen je op simpelweg omdat hij het leuk vindt - het is puur enthousiasme. Het is een manier van begroeten. Honden willen graag in de buurt van jouw gezicht komen voor een snuffel of een likje, en daarom springt hij omhoog tegen je op. Je hond is blij je te zien en heeft je enorm gemist!
De beste manier om dat te doen is door duidelijk en consequent te zijn, de leiding te nemen (bijvoorbeeld tijdens wandelingen),en door regels te stellen en die rustig maar beslist te handhaven. De hond merkt zo dat zijn eigenaar een goede leider is die overwicht heeft en te vertrouwen is.
Wanneer een hond zeer zelfverzekerd is tegenover andere honden, zoals er ook dominante mensen zijn, spreken we van een dominante hond. Een dominante hond is over het algemeen niet agressief en vecht niet. Dit heeft hij niet nodig, door zijn lichaamstaal kan hij een andere hond precies duidelijk maken wat hij vindt.